Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0342/SGB, 10 februari 2011, schorsing
Uitspraakdatum:10-02-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/342/SGB

Betreft: [klager] datum: 10 februari 2011

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. C. Wendenburg, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Torentijd te Middelburg.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 73, vierde lid, juncto artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de tenuitvoerlegging van de beslissing van de selectiefunctionaris d.d. 1 februari 2011, inhoudende de ongegrondverklaring van het
bezwaar tegen de beslissing tot beëindiging van verzoekers deelname aan een penitentiair programma (p.p.).

De voorzitter heeft voorts kennis genomen van het bezwaarschrift d.d. 15 december 2010, van de beslissing op het bezwaarschrift d.d. 1 februari 2011, het ingediende beroepschrift, alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de selectiefunctionaris
d.d. 8 februari 2011.

1. De standpunten van verzoeker en de selectiefunctionaris
Namens verzoeker is aangevoerd dat verzoeker op 8 december 2010 is aangehouden op verdenking van overtreding van de Opiumwet. Op 9 december 2010 is verzoeker overgebracht naar het huis van bewaring te Roermond. Op 20 december 2010 heeft de raadsvrouw
twee beslissingen van de selectiefunctionaris mogen ontvangen van 9 december 2010. Gebleken is dat het p.p. is beëindigd omdat verzoeker verdacht zou zijn geweest van het voorhanden hebben van een vuurwapen en het bezit van bolletjes harddrugs.
Verzoeker heeft hiertegen bezwaar ingediend, welk bezwaar de raadsvrouw heeft aangevuld. Het bezwaar is ongegrond verklaard. Gelijktijdig met het schorsingsverzoek is beroep ingesteld.

Uit de inlichtingen van de selectiefunctionaris komt naar voren dat de uitvoering van het p.p. is beëindigd omdat bij een huiszoeking op het opgegeven p.p.-adres enkele bolletjes harddrugs zijn gevonden. Het bezit van een vuurwapen is niet ontdekt
kunnen worden. Verzoeker is aangehouden wegens het bezit van harddrugs. Er is sprake van een nieuwe strafzaak, waardoor de einddatum van zijn detentie niet vaststaat. Dat is echter wel een criterium voor deelname aan een p.p. Bovendien heeft verzoeker
in het Exodushuis acht waarschuwingen gekregen. Dat is ook een contra-indicatie voor continuering van het p.p. Inmiddels is verzoeker geselecteerd voor de gevangenis van de locatie Torentijd te Middelburg.

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van een verzoek om schorsing van een beslissing van de selectiefunctionaris slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde
is daarom slechts de vraag of de beslissing van de selectiefunctionaris zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de beslissing van de selectiefunctionaris. Naar het voorlopig oordeel
van
de voorzitter is dat het geval.
Kern van de beslissing tot beëindiging van het penitentiair programma en het ongegrond verklaren van het daartegen gerichte bezwaarschrift betreft het standpunt van de selectiefunctionaris dat verzoeker niet langer voldoet aan de voorwaarden voor
deelname aan het p.p. op grond van het gegeven dat verzoeker verdacht wordt van het overtreden van de Opiumwet. Er zouden op zijn verblijfadres, naar de voorzitter begrijpt: het Exodushuis, bolletjes met harddrugs zijn aangetroffen. Waar die bolletjes
precies zijn aangetroffen, blijkt niet uit de stukken. Verzoeker heeft gemotiveerd betwist dat hij zich aan overtreding van de Opiumwet heeft schuldig gemaakt. Hij heeft er onder meer op gewezen dat er meer personen in het Exodushuis verblijven en dat
hij bij thuiskomst geregeld zijn kamerdeur open aantrof (hij heeft daarover nog conflicten met de leiding van het huis gehad). De selectiefunctionaris heeft ondanks deze betwisting op geen enkele wijze aangegeven op grond waarvan hij van oordeel is dat
bedoelde verdenking tegen verzoeker reëel is en dat aannemelijk is dat de gevonden harddrugs aan verzoeker toebehoren. Verder wordt niet duidelijk gemaakt of er een nieuwe strafzaak tegen verzoeker is en zo ja, wat daarvan de status is (wordt verzoeker
vervolgd, is hij in bewaring gesteld voor het nieuwe feit?). Evenmin valt, zonder nadere toelichting over aard en inhoud van de waarschuwingen in te zien waarom bedoelde waarschuwingen, mede gezien de grote belangen van verzoeker, tot beëindiging van
het p.p. zouden moeten leiden. De voorzitter is daarom voorlopig van oordeel dat de selectiefunctionaris de gewraakte beslissing onvoldoende met feiten heeft onderbouwd en onvoldoende heeft gemotiveerd. Het verzoek zal daarom worden toegewezen.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek tot schorsing van de beslissing van de selectiefunctionaris toe.

Aldus gegeven door mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris op 10 februari 2011.

secretaris voorzitter

Naar boven