Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/2657/GB, 8 februari 2011, beroep
Uitspraakdatum:08-02-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 10/2657/GB

Betreft: [klager] datum: 8 februari 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. P.G.M. Lodder, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 2 september 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaarschrift tegen de beslissing hem te plaatsen in de locatie Westlinge te Heerhugowaard.

2. De feiten
Klager is sedert 12 augustus 2009 gedetineerd. Hij verbleef in de penitentiaire
inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel. Op 3 augustus 2010 is klager geselecteerd voor de locatie Westlinge. Op 2 september 2010 is klager in afwachting zijn plaatsing in de locatie Westlinge geselecteerd voor de locatie Zuyder Bos te
Heerhugowaard.
Klager is op 21 september 2010 geplaatst op paviljoen C van de locatie Westlinge, een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling tijdelijk
verlaten van de inrichting.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Uit de beslissing blijkt niet op gemotiveerde en heldere wijze waarop deze steunt. Klager is afgestraft, doch komt niet in aanmerking voor detentiefasering omdat er volgens de
selectiefunctionaris nog geen Risc-rapportage voorhanden is. Klager vraagt zich af of hierom is gevraagd. De besluitvorming en de totstandkoming hiervan is onzorgvuldig geweest. Klager begrijpt niet waarom hij niet in zijn bezwaar kan worden ontvangen.
In het selectieadvies wordt melding gemaakt van een niet afgedane rechtszaak. Deze zaak is bij vonnis van 23 juni 2010 afgedaan.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is op 3 augustus 2010 geselecteerd voor de BBI-plus van de locatie Westlinge. In het selectieadvies van de p.i. De Weg is tot deze plaatsing geadviseerd, omdat
klager nog niet is gesproken door een rapporteur van de Reclassering. Klager heeft op 29 juli 2010 de instemmingsverklaring deelname Terugdringen Recidive ondertekend en zal worden bezocht in de vervolginrichting. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft
negatief geadviseerd gelet op de ernst van de feiten. Het verlenen van verlof is onwenselijk ten opzichte van de slachtoffers. Het advies van het OM bevestigt de zorgen van de reclassering over het feit dat klager in een periode van drie jaar, ondanks
intensieve begeleiding, meerdere keren met justitie in aanraking is gekomen wegens geweldsdelicten.
Ten tijde van de selectie was de wachtlijst voor de BBI-plus dusdanig lang dat de inrichting heeft geadviseerd klager vooralsnog te selecteren voor een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap. Een spoedige selectie was wenselijk gelet op
klagers eigen verzoek zo snel mogelijk weggeplaatst te worden uit een huis van bewaring. Klager is daarop geselecteerd voor de locatie Zuyder Bos.

4. De beoordeling
4.1. Paviljoen C van de locatie Westlinge is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing waarbij hij klager niet-ontvankelijk in zijn bezwaar heeft verklaard, als volgt gemotiveerd:
“In het kader van een wetswijziging moeten gedetineerden die in hoger beroep of in cassatie zijn, geplaatst worden in een gevangenisregime. De beslissing van 3 augustus 2010 is gebaseerd op het gegeven, dat u afgestraft bent en zodoende geselecteerd
dient te worden.
U komt vooralsnog nog niet voor detentiefasering in aanmerking gezien het feit dat ik nog niet de Risc-adviesrapportage in mijn bezit heb. Gezien het voorgaande kan ik aan uw verzoek voor een opener setting niet voldoen. De BSD heeft vandaag mondeling
overleg met mij gepleegd en vervolgens heb ik besloten om uw plaatsing voor de PI Westlinge op de wachtlijst gehandhaafd zou blijven en u vervolgens te selecteren voor een plaatsing in de AGG van de PI Zuyder Bos.
Omdat u zelf vraagt zo snel mogelijk weggeplaatst te worden uit het HvB is gekozen voor bovengenoemde inrichting.”

4.4. Gelet op de daarvoor gegeven motivering waarin wordt ingegaan op de inhoud van klagers bezwaar, moet de bestreden beslissing worden aangemerkt als een ongegrondverklaring van klagers bezwaar.

4.5. De selectiefunctionaris heeft zijn beslissing onder meer gestoeld op het feit dat nog niet kon worden beschikt over de Risc-adviesrapportage. Onduidelijk is of ook thans nog een dergelijke rapportage ontbreekt. In ieder geval bestaat voor
klager
de mogelijkheid om indien inmiddels een dergelijke rapportage is opgemaakt te verzoeken in een andere inrichting te worden geplaatst.
Tevens is aangevoerd dat het Openbaar Ministerie gelet op de bestaande executie-indicator bezwaar heeft tegen toekenning van verlof aan klager. Klager bevindt zich in voorlopige hechtenis en het Openbaar Ministerie heeft hoger beroep aangetekend tegen
het vonnis van de Rechtbank. Die omstandigheid maakt dat de bestreden beslissing, mede tegen de achtergrond van de bij klager bestaande wens snel weggeplaatst te worden, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of
onbillijk kan worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 8 februari 2011

secretaris voorzitter

Naar boven