Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/2111/GA, 24 januari 2011, beroep
Uitspraakdatum:24-01-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/2111/GA

betreft: [klager] datum: 24 januari 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 5 juli 2010 van de beklagcommissie bij de locatie Roermond,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 23 november 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, is klager gehoord.
De directeur heeft geen gebruikgemaakt van de gelegenheid om ter zitting te worden gehoord.
Klagers raadsvrouw, mr. H. van der Ende, heeft verzocht om aanhouding van de behandeling. Zij heeft zich bij brief van 18 augustus 2010 gesteld en zij heeft geen uitnodiging voor de zitting ontvangen.
Van hetgeen ter zitting naar voren is gebracht is een verslag opgemaakt en dit verslag is ter kennisneming toegezonden aan klager, zijn raadsvrouw en de directeur van de inrichting. Klagers raadsvrouw is in de gelegenheid gesteld om een nadere reactie
te geven. Op 13 december 2010 is deze reactie bij de Raad ontvangen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. toestemming gebruik van eigen laptop/pc,
b. meer verblijftijd in de onderwijsruimte,
c. arbeidsdispensatie met behoud van loon,
d. een tegemoetkoming in de studiekosten,

De beklagcommissie heeft het beklag onder a, b en c ongegrond verklaard en klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag onder d op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De studie bestaat uit verschillende modules en na het behalen van een module wordt een certificaat uitgereikt. De eerste periode bestaat uit 14 modules en klager heeft er inmiddels 7 gehaald. Voor elke module staan 100/200 studie-uren. Klager besteedt
45 uur per week aan zijn studie. De eerste 4 maanden zat klager goed op schema, maar daarna ging het langzamer, omdat hij geen eigen pc heeft.
Aan klager is vooraf niet duidelijk verteld wat de beperkingen in de inrichting zijn ten aanzien van deze studie. Het is mooier voorgesteld en veel dingen blijken achteraf niet mogelijk te zijn. De beslissingen van de directeur zijn onzorgvuldig.
Klager legt zijn verweerschrift over.

T.a.v. van onderdeel a.
Het klopt dat voor het behalen van de propedeuse het bezit van een eigen pc niet noodzakelijk is. Het is bijna vanzelfsprekend dat je een eigen pc hebt. Klager is nu al bijna één jaar bezig met een bepaald vak, want het lukt niet goed zonder eigen pc.
Op de pc in de inrichting kan je niets opslaan en een usb-stick mag niet. De universiteit levert de gegevens aan op een dvd en internet is niet nodig. Pas na de bachelorfase is een internetverbinding noodzakelijk.
T.a.v. van onderdeel b.
Klager mag langer in de onderwijsruimte verblijven, maar dit is nog te weinig. Voordat klager werd gedetineerd heeft hij ook in deeltijd gestudeerd. In die periode kon hij naast zijn normale werk meer tijd aan zijn studie besteden dan hier in de
inrichting. Studeren in de avonduren op eigen cel is minder effectief. Er moet begeleiding zijn als een gedetineerde in de onderwijsruimte verblijft en ’s avonds en in het weekeinde is verblijf in de onderwijsruimte niet mogelijk. Er is een schema
opgesteld voor gebruik van de onderwijsruimte met aparte tijden voor gedetineerden uit de gevangenis en het huis van bewaring. Klager kan per dag 4 uur in de onderwijsruimte verblijven, maar dat gaat wel ten koste van de tijd voor luchten, bezoek e.d.
T.a.v. van onderdeel c.
Klager wil het liefst volledige dispensatie, maar het is niet echt noodzakelijk. Klager is liever zinvol bezig. Hij vindt de arbeid in de inrichting geen nuttig en zinvol werk. Het succesvol afronden van deze opleiding is van groot belang voor klagers
leven na detentie. Er zijn gedetineerden die een paar dagen dispensatie hebben gekregen. Indien klager arbeidsdispensatie zou krijgen kan hij meer tijd in de onderwijsruimte doorbrengen.
T.a.v. van onderdeel d.
Klager heeft in maart 2010 een gespecificeerd verzoek voor een tegemoetkoming in de studiekosten ingediend en de directeur heeft hierover nog steeds geen beslissing genomen. De directeur stelt dat beklag niet mogelijk is zolang er nog geen beslissing
is
genomen.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
T.a.v. van onderdeel a.
De beroepscommissie is van oordeel dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat het noodzakelijk is dat klager in deze fase van zijn studie de beschikking heeft over een eigen laptop/pc. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

T.a.v. van onderdeel b.
Klager is toestemming verleend om extra uren in de onderwijsruimte te verblijven. Niet is gebleken dat klagers studie in gevaar komt vanwege gebrek aan tijd in de onderwijsruimte. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

T.a.v. van onderdeel c.
De beroepscommissie is van oordeel dat klager onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij naast de arbeid die hij dient te verrichten tijd te kort komt om de eerste fase van zijn studie af te ronden. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

T.a.v. van onderdeel d.
Uit de stukken blijkt dat klager op 3 februari 2010 bij de directeur een verzoek heeft ingediend voor een tegemoetkoming in de studiekosten. Ten tijde van de behandeling van deze klacht op een zitting van de beklagcommissie van 28 april 2010 had de
directeur nog geen beslissing op klagers verzoek genomen. De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk in zijn beklag verklaard en daarbij overwogen dat niet is gebleken dat er aanknopingspunten zijn dat er sprake zou zijn van een weigering of een
verzuim tot het nemen van een beslissing.

Ingevolge artikel 60, eerste lid, Pbw kan een gedetineerde beklag doen over een hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissing. Op grond van het tweede lid van genoemd artikel wordt met een beslissing als bedoeld in het eerste lid
gelijkgesteld een verzuim of weigering te beslissen. Niet weersproken is dat de directeur nog geen beslissing heeft genomen op het verzoek van klager van 3 februari 2010 om een tegemoetkoming in de studiekosten.
Nu inmiddels meer dan negen maanden zijn verstreken is de beroepscommissie van oordeel dat thans sprake is van een verzuim of weigering te beslissen. De beroepscommissie zal het beroep derhalve gegrond verklaren en de directeur opdragen een beslissing
te nemen binnen twee weken na ontvangst van deze uitspraak.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van a, b en c ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van d. gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ontvankelijk en gegrond. Zij draagt de directeur op een beslissing te nemen op klagers verzoek
om een tegemoetkoming in de studiekosten binnen twee weken na ontvangst van de uitspraak.
.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, prof. dr. A.M. van Kalmthout en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 24 januari 2011

secretaris voorzitter

Naar boven