Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/2399/TA-tussenuitspraak, 21 januari 2011, beroep
Uitspraakdatum:21-01-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/2399/TA-tussenuitspraak

betreft: [klager] datum: 21 januari 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.M. van Dam, namens

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een uitspraak van 18 mei 2010 van de beklagcommissie bij FPC Veldzicht te Balkbrug, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 13 januari 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord de kantoorgenoot van klaagsters raadsman mr. B. van Elst en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...],
jurist, en [...], teammanager.

Mr. B. van Elst heeft meegedeeld dat klaagster er voor heeft gekozen om niet ter zitting te verschijnen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de toediening van dwangmedicatie op 16 december 2009.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klaagster en het hoofd van de inrichting
Namens klaagster is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Met klaagsters dwangmedicatie is na een uitgebreid onderzoek gestopt. Dit omdat de medicatie weinig invloed had. Vervolgens is beslist om opnieuw dwangmedicatie toe te dienen. Uit de stukken blijkt niet om welke reden daartoe weer besloten is.
De dwangmedicatie wordt nog steeds voortgezet.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Aan de beroepscommissie wordt het protocol dwangmedicatie overgelegd.
Er is een aanleiding geweest voor het opnieuw instellen van dwangmedicatie. De stukken, waarin de aanleiding wordt vermeld, zijn echter niet in het bezit van de jurist.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich onvoldoende voorgelicht om op het beroep te beslissen en zal de behandeling van de zaak aanhouden, opdat het hoofd van de inrichting de stukken zal overleggen waaruit de onderbouwing van de beslissing blijkt, mede aan de
hand van het voormelde protocol. Te denken valt onder meer aan een advies van de geneeskundige, de melding aan de inspectie voor de gezondheidszorg, het plan tot verbetering, ter toetsing van de eisen als gesteld in de artikelen 33 tot en met 35 van
het
Reglement verpleging ter beschikking gestelden.

4. De tussenuitspraak
De beroepscommissie houdt de behandeling van de zaak aan voor onbepaalde tijd
op de wijze als onder 3. vermeld.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, prof. dr. F.A.M.M. Koenraadt en mr. R.P.G.L.M. Verbunt, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 21 januari 2011

secretaris voorzitter

Naar boven