Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1719/GA, 19 januari 2011, beroep
Uitspraakdatum:19-01-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/1719/GA

betreft: [klager] datum: 19 januari 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door [A], die gesteld heeft gemachtigd te zijn beroep in
te dienen namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 7 juni 2010 van de beklagcommissie bij de locatie Havenstraat te Amsterdam, gegeven op een klacht betreffende de verwijdering van de koelkast van klagers cel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Havenstraat in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede [A] om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
In een brief van 16 juli 2010 is klager door het secretariaat van de Raad gevraagd een schriftelijke verklaring over te leggen waaruit blijkt dat hij [A] heeft gemachtigd tot het instellen van beroep. Op deze brief is geen antwoord van klager
ontvangen.
[A], die een kopie van de brief van 16 juli 2010 toegestuurd heeft gekregen, heeft stukken opgestuurd waaruit blijkt dat hij klager in beklag heeft bijgestaan.
Vervolgens is [A] in een brief van 10 augustus 2010 gevraagd om een ondertekende machtiging van klager op te sturen, waaruit blijkt dat [A] gemachtigd is om in beroep voor klager op te treden. [A] heeft hierop in een schrijven van 24 augustus
geantwoord
dat het hem niet is gelukt om contact te leggen met klager en dat hij zich terugtrekt als klagers rechtsbijstandverlener. Door klager zelf is niet gereageerd op bovenvermelde brieven.
De beroepscommissie is, gelet op het bovenstaande, van oordeel dat niet gebleken is dat [A] gemachtigd was om namens klager beroep in te stellen.
De beroepscommissie zal de klager niet-ontvankelijk in het beroep verklaren.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart de klager niet-ontvankelijk in het beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 19 januari 2011

secretaris voorzitter

Naar boven