Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/2718/GB, 17 januari 2011, beroep
Uitspraakdatum:17-01-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 10/2718/GB

Betreft: [klager] datum: 17 januari 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R.T. Laigsingh, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 7 september 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein niet-ontvankelijk verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 10 januari 2010 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Havenstraat te Amsterdam. Op 24 augustus 2010 is hij geplaatst in de gevangenis van de p.i. Nieuwegein, waar een regime van algehele gemeenschap
geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Volgens klager is ten onrechte in het selectieadvies van het h.v.b. Havenstraat vermeld dat klager zou hebben aangegeven in de gevangenis van de p.i. Nieuwegein te willen worden geplaatst. Volgens klager heeft hij aangegeven dat hij niet in de
gevangenis van de p.i. Nieuwegein wil worden geplaatst vanwege de verre afstand die zijn ouders moeten afleggen waartoe zij in verband met hun slechte gezondheid niet in staat zijn. In het h.v.b. van de locatie Havenstraat kreeg klager iedere week
bezoek van zijn ouders. Verder heeft klager aangegeven dat indien hij niet in de locatie Havenstraat kan verblijven, hij dan wil worden geplaatst in een gevangenis van de p.i. Heerhugowaard Alkmaar of de gevangenis Alphen aan den Rijn. In de beleving
van klager zijn voornoemde locaties dichterbij dan de p.i. Nieuwegein. Ook is klager het niet eens met de plaatsing in de p.i. Nieuwegein vanwege het regime. Volgens klager moet hij vaak en lang achter de deur verblijven. Zelfs van ruzies van
medegedetineerden wordt hij de dupe vanwege de noodsituatie op dat moment. Omdat heel vaak het alarm afgaat, mogen gedetineerden niet zelf koken. Ter ondersteuning van het beroep heeft klager een medische verklaring van de huisarts van zijn moeder
overgelegd.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
In de selectieprocedure wordt een gedetineerde in de gelegenheid gesteld om zijn voorkeur voor een bepaalde locatie kenbaar te maken. De selectiefunctionaris houdt zoveel mogelijk rekening met een opgegeven voorkeur. In het geval van klager geeft de
selectierapportage aan dat hij een voorkeur heeft voor de p.i. Nieuwegein. Uit de selectierapportage blijkt dat klager op de hoogte is gesteld van het inrichtingsadvies en akkoord is. Klager is veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden
en
dient daarmee geplaatst te worden in een locatie voor veroordeelde gedetineerden. Om die reden is een langer verblijf in de Havenstraat geen optie. In de beleving van klager liggen de p.i. Heerhugowaard Alkmaar en de gevangenis Alphen aan den Rijn
dichterbij Amsterdam dan de p.i. Nieuwegein. In de praktijk blijkt dit verschil nauwelijks te bestaan. De afstand tussen Amsterdam en Nieuwegein bedraagt 48 kilometer. De afstand tussen Amsterdam en Alphen aan den Rijn respectievelijk Heerhugowaard
bedraagt 38 en 49 kilometer. Het argument dat klager in het regime van Nieuwegein vaak en lang achter de deur moet verblijven is geen selectiecriterium.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Nieuwegein is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. In het selectieadvies staat aangegeven dat klagers voorkeur uitgaat naar plaatsing in de gevangenis van de p.i. Nieuwegein en dat klager op de hoogte is gesteld van het selectieadvies en dat hij hiermee akkoord is gegaan. Klager stelt in beroep
geen voorkeur te hebben opgegeven voor deze inrichting. Dit roept het beeld op dat sprake is van een misverstand over klagers instemming. Hetgeen is opgemerkt is echter onvoldoende om aan te nemen dat de selectiefunctionaris niet van de juistheid van
hetgeen in het selectieadvies staat vermeld heeft mogen uitgaan. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden
aangemerkt. Hetgeen klager aanvoert omtrent het bezoek van zijn ouders is onvoldoende feitelijk onderbouwd om tot een ander oordeel te kunnen leiden. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 17 januari 2011

secretaris voorzitter

Naar boven