Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0662/GB, 11 juni 2010, beroep
Uitspraakdatum:11-06-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 10/662/GB

Betreft: [klager] datum: 11 juni 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.J. Paans, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 2 maart 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis Alphen aan de Rijn afgewezen.

2. De feiten
Klager is na overdracht vanuit de Nederlandse Antillen sedert 27 juni 2008 in Nederland gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie Hoogvliet.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf dient zoveel mogelijk dienstbaar te worden gemaakt aan de voorbereiding van de terugkeer van de betrokkene in de maatschappij.
Klager heeft overplaatsing gevraagd vanwege betere bezoekmogelijkheden (genoemd wordt de verhuizing van zijn vriendin) en betere mogelijkheden tot het volgen van een opleiding. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van het overplaatsingsverzoek
niet althans onvoldoende gemotiveerd. De beslissing van de selectiefunctionaris is genomen is strijd met artikel 15 Pbw, is onredelijk en onbillijk en voldoet niet aan de eisen van de wet.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager verblijft sinds 24 december 2009 in de locatie Hoogvliet, naar aanleiding van een incident in de locatie Norgerhaven te Veenhuizen. Op 14 januari 2010 heeft klager een rapport ontvangen wegens het gebruik van fysiek geweld. Het volgen van een
opleiding kan in principe in elke inrichting geboden worden. De locatie Hoogvliet heeft een negatief advies uitgebracht. Er bestaat geen duidelijkheid over de verhuizing van klagers vriendin. Klager geeft aan dat hij in de locatie Hoogvliet vijanden
heeft. De raadsman vraagt overplaatsing ingevolge artikel 15 Pbw; gezien de v.i.-datum is detentiefasering nog niet aan de orde. Op basis van bovenstaande argumenten blijft de selectiefunctionaris van oordeel dat het besluit om het verzoek van klager
af
te wijzen niet als onredelijk of onbillijk valt aan te merken.

4. De beoordeling
Klager is op 10 september 2008 op eigen verzoek vanuit de penitentiaire inrichtingen Haaglanden overgeplaatst naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting Krimpen aan den IJssel. Van daaruit is hij, wederom op eigen verzoek, overgeplaatst naar de
locatie Norgerhaven te Veenhuizen. Reden voor dit verzoek was dat zijn vriendin zou gaan verhuizen naar het noorden van het land. Op 24 december 2010 is klager wegens een incident overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Hoogvliet. Nu verzoekt
klager opnieuw om overplaatsing en wederom wegens een mogelijke verhuizing van zijn vriendin, dit keer naar Alphen aan de Rijn. Nu deze verhuizing nog niet heeft plaatsgevonden en er geen aanwijzingen zijn dat dit zeer binnenkort zal gebeuren, is de
beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 11 juni 2010

secretaris voorzitter

Naar boven