Onderwerp: Bezoek-historie

Regeling zakgeld jeugdigen
Publicatiedatum:01-01-2002Geldigheid:01-01-2002 t/m Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Regeling zakgeld jeugdigen
De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 51, derde lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen;

Gezien het advies van het College van advies voor de justitiële kinderbescherming van 30 mei 2000, nr. 5032390/00/TH/JMO;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. wet:

de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen.

relaties0relaties0

Artikel 2

Aan jeugdigen die in een inrichting verblijven wordt zakgeld verstrekt, met inachtneming van het navolgende.

relaties0relaties0

Artikel 3

  • 1. Het zakgeld bedraagt 1,26 euro per dag.relaties0
  • 2. Het zakgeld wordt jaarlijks per 1 januari aangepast aan het bedrag aan zakgeld dat is opgenomen in de normprijzen, die de Dienst Justitiële Inrichtingen jaarlijks vaststelt voor de justitiële jeugdinrichtingen.relaties0
  • 3. Onverminderd het bepaalde in artikel 4, wordt het zakgeld door de directeur tenminste eenmaal per maand aan de jeugdige verstrekt door overmaking op zijn rekening-courant bij de inrichting. relaties0
relaties0

Artikel 4

  • 1. De directeur kan bepalen dat een deel van het aan de jeugdige toegekende zakgeld onder zijn bewaring blijft ter aanwending van de jeugdige tijdens zijn verblijf in de inrichting, of ter uitkering bij het einde van het verblijf van de jeugdige in de inrichting. De uitkering bij het einde van het verblijf geschiedt aan de jeugdige of diens wettelijke vertegenwoordiger.relaties0
  • 2. Indien de jeugdige naar een andere inrichting wordt overgeplaatst, worden de in het eerste lid bedoelde gelden overgemaakt aan die inrichting. relaties0
relaties0

Artikel 5

  • 1. Het zakgeld kan - tot ten hoogste het zakgeld van zeven dagen - worden aangewend tot vergoeding van schade die het gevolg is van een onrechtmatige daad van de jeugdige.relaties0
  • 2. Voor zover niet anders is bepaald in deze regeling en behoudens het bepaalde in artikel 55, eerste lid, onder e, van de wet zijn aanspraken op zakgeld onvervreemdbaar. relaties0
relaties0

Artikel 6

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling zakgeld jeugdigen.

relaties0relaties0

Artikel 7

[Red: Wijzigt deze regeling.]

relaties0relaties0

Artikel 8

Deze regeling treedt in werking op 1 september 2001.

relaties0relaties0

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De
Minister
van Justitie,
A.H.
Korthals
Naar boven