Onderwerp: Bezoek-historie

Immuniteit bij gezonken oorlogsschepen. Een nadere beschouwing.

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Door mr. dr. drs. P (Peter) J.J. van der Kruit1.

Hij dankt kol. mr. dr. Joop Voetelink en KLTZ (LD) mr. dr. Martin Fink voor hun commentaar op een eerdere versie van het artikel.

Inleiding

Tijdens de Slag in de Javazee in 1942 werden meerdere oorlogsschepen tot zinken gebracht, waaronder Nederlandse oorlogsschepen die deel uitmaakten van het geallieerd eskader van schout-bij-nacht Karel Doorman. Tijdens een expeditie in november 2016 bleek dat deze gezonken oorlogsschepen van de zeebodem waren verdwenen. Die verdwijning was voor de Militair Rechtelijke Vereniging aanleiding om nader stil te staan bij, onder andere, de juridische status van gezonken oorlogsschepen. Op 26 april 2017 hield Martin Fink een lezing over de verdwenen Nederlandse oorlogsschepen uit de Javazee.2 Tijdens deze lezing werd duidelijk dat de juridische status van gezonken oorlogsschepen niet eenduidig en zonder twijfel is af te leiden uit internationaalrechtelijke bepalingen. De juridische status van gezonken oorlogsschepen kan afhankelijk zijn van het maritiem rechtsgebied waarin de wrakken liggen en of een gezonken oorlogsschip haar immuniteit behoudt. Uit de geanimeerde discussie en de gestelde vragen bleek dat niet iedereen deze maritiem juridische leerstukken tot in alle details herkende. Dat was aanleiding om enig licht te laten schijnen over deze specifieke leerstukken. Het gaat hier voornamelijk over vigerende internationaalrechtelijke bepalingen over maritieme rechtsgebieden en over immuniteit en het verlies ervan bij gezonken oorlogsschepen, zowel ex tunc als ex nunc.  Onderwerpen zoals zeemansgraven, cultureel erfgoed en oorlogsrecht komen hier niet aan bod.

Eerst worden enkele eigenschappen van de relevante maritieme rechtsgebieden beschreven, gevolgd door het definiëren van een oorlogsschip, alsmede een beschrijving van immuniteit en het verlies ervan bij gezonken oorlogsschepen. Daarna komen deze onderwerpen samen in een korte verhandeling over de in 1942 gezonken Nederlandse oorlogsschepen in de Javazee. Het artikel eindigt met enkele concluderende opmerkingen.

Rechtsmachtgebieden en maritieme zones

Introductie

De zee kan worden verdeeld in verschillende rechtsmachtgebieden welke weer onderverdeeld kunnen worden in maritieme zones. Voor een kuststaat is per rechtsmachtgebied sprake van soevereiniteit, dan wel beperkte of geen rechtsmacht. Hoe verder verwijderd van de kust, hoe minder de kuststaat te zeggen heeft over een schip. Deze rechtsmachtgebieden en maritieme zones waren in 1942 anders dan heden ten dage. Hierna worden in het kort enkele relevante maritieme zones besproken zoals die nu gelden en vastgelegd zijn in het VN-Zeerechtverdrag.3

Grenzen op zee worden gemeten vanaf de basislijn. Dit is de laagwaterlijn langs de kust, zoals die is aangegeven op de officiële zeekaarten van die kuststaat.

Gebieden onder soevereiniteit van een kusstaat

Meerdere gebieden vallen onder de soevereiniteit van een kuststaat, zoals maritieme binnenwateren, territoriale zee en archipelwateren. Deze laatste zijn relevant voor dit artikel en worden daarom kort toegelicht.

Archipelwateren zijn de wateren die worden ingesloten door een archipel, dit is een groep eilanden. Een archipelstaat is een staat die wordt gevormd door een of meer archipels, zoals de Republiek Indonesië. Voor de vaststelling van de archipelwateren wordt een basislijn getrokken tussen de buitenste punten van de buitenste eilanden. Alle wateren binnen deze basislijn worden archipelwateren genoemd en kunnen worden beschouwd als grondgebied van de archipelstaat. Het regime voor archipelwateren werd niet eerder dan in 1982 vastgelegd in het VN-Zeerechtverdrag, dat in 1994 in werking trad; dus een recent maritiem juridisch fenomeen. Archipelwateren vallen onder de soevereiniteit van de kuststaat, inclusief de bodem en ondergrond van deze wateren. De kuststaat heeft hier wetgevende, handhavende en rechtsprekende jurisdictie.

Gebieden buiten de rechtsmacht van een kuststaat

Voor de hier beschreven onderwerpen gaat het met name over de volle zee, die dan begint na de territoriale zee. Geen enkele staat kan de volle zee kan aan zijn soevereiniteit onderwerpen, waardoor de volle zee buiten de rechtsmacht van enige staat valt. Alle schepen mogen gebruik maken van de volle zee, waar ze onder de exclusieve rechtsmacht van de vlaggenstaat vallen.

Afbeelding 1

 

 

 

Oorlogsschip

Omdat we hier spreken over oorlogsschepen zal kort worden ingegaan op de definitie van een oorlogschip. In 1907 werd de definitie van oorlogsschip opgenomen in het Zevende Verdrag van de Tweede Haagse Vredesconferentie.4 Dit verdrag stelt dat een oorlogsschip de kentekenen van een oorlogsschip moet dragen, dat de commandant in staatsdienst dient te zijn en dat de bemanning onderworpen moet zijn aan de krijgstucht.

Deze definitie van oorlogschip werd in 1958 vrijwel onveranderd overgenomen in de toenmalige zeerechtverdragen.5 Het VN-Zeerechtverdrag heeft deze definitie ook weer overgenomen. Over de definitie van oorlogsschip bestaat dus reeds lang internationale consensus.

Immuniteit voor oorlogsschepen

Immuniteit wordt veelal gedefinieerd als immuniteit van rechtsmacht van andere staten dan de eigen. Immuniteit is meestal niet absoluut, dat wil zeggen niet altijd en onder alle omstandigheden immuniteit van zowel wetgevende, handhavende als rechtsprekende rechtsmacht van vreemde staten.

Binnen het civiel recht is er sprake van de leer van de relatieve staatsimuniteit, ofwel de beperkte of restrictieve leer. Dat betekent alleen immuniteit voor handelingen die exclusief zijn verbonden aan de staat en zijn organen. Er bestaat dan geen immuniteit voor de handelingen die de staat uitvoert als ware het een natuurlijk persoon, zoals deelname aan het economisch verkeer.

Binnen het strafrecht geldt deze verdeling niet. Een oorlogsschip kan, als orgaan van een soevereine staat, niet worden onderworpen aan de rechtsprekende en handhavende strafrechtsmacht van een vreemde staat.

 

In 1926 werd immuniteit voor een oorlogsschip internationaalrechtelijk vastgelegd in een verdrag.6 Op deze immuniteit waren meerdere uitzonderingen mogelijk in het kader van civielrechtelijke vorderingen. In de zeerechtverdragen uit 19587 is sprake van volledige immuniteit op volle zee en van immuniteit binnen de territoriale zee. Het universele en gezaghebbende VN-Zeerechtverdrag spreekt over immuniteit, soevereine immuniteit en volledige immuniteit bij oorlogsschepen.8 Ook in recente jurisprudentie is sprake van verschillende vormen van immuniteit.9

Het VN-Zeerechtverdrag stelt dat een oorlogsschip in vreemde territoriale wateren in het bezit is van immuniteit met een voorbehoud. Dit is immuniteit met in acht neming van regels op het gebied van veiligheid, milieu enz., zoals die door de vreemde kuststaat zijn gesteld.10 Dit betekent dat de wetgeving van een vreemde kuststaat ook geldt voor een oorlogsschip indien dit oorlogsschip zich in de soevereine wateren van die kuststaat bevindt.11 De kuststaat kan echter niet zijn handhavende en rechtsprekende jurisdictie uitoefenen. Indien het oorlogsschip de lokale regels niet naleeft, kan de kuststaat wel eisen dat het oorlogsschip zijn soevereine wateren verlaat. Dit ‘eisen’ wordt wel gezien als een inbreuk op de immuniteit van handhavende rechtsmacht van een andere staat, ook omdat meerdere gerenommeerde auteurs hierbij dwang en zelfs het gebruik van geweld toestaan.12 Aan het karakter van volledige immuniteit voor oorlogsschepen in vreemde soevereine wateren wordt ook verder in de literatuur getwijfeld, terwijl ook de statenpraktijk hier niet eenduidig over is.13

Op volle zee daarentegen geniet een oorlogsschip volledige immuniteit van rechtsmacht van andere staten dan de vlaggenstaat, dus zonder voorbehoud.14

 

Kortom, oorlogsschepen genieten al zeer lang immuniteit van rechtsmacht anders dan die van de vlaggenstaat. Verdragsbepalingen spreken over meerdere vormen van immuniteit, zoals volledige immuniteit, soevereine immuniteit of immuniteit (dus zonder bijvoeglijk naamwoord). Van deze verschillende vormen van immuniteit zijn geen expliciete juridische definities of beschrijvingen aangetroffen.15

 

relaties4

Verlies van immuniteit voor gezonken oorlogsschepen

Er bestaan meerdere manieren waarop oorlogsschepen hun immuniteit kunnen verliezen, zoals automatisch verlies of door opheffing van de vlaggenstaat. Bij een gezonken oorlogsschip kan men redeneren dat dit schip haar immuniteit automatisch verliest omdat het niet meer voldoet aan de internationaalrechtelijke eisen van een oorlogsschip. Immers, het schip behoort niet meer tot de strijdkrachten van de staat, er is geen commandant meer die in staatsdienst is, en omdat er geen bemanning meer bestaat die onderworpen is aan de regels van de krijgstucht.16Een soortgelijke redenering is dat een gezonken oorlogsschip geen orgaan meer is van de vlaggenstaat en daarom geen immuniteit meer bezit.17 Dit soort redeneringen worden weinig ondersteund in het internationaal recht.

Statenpraktijk was niet altijd even duidelijk op het gebied van gezonken oorlogsschepen en verlies van immuniteit. Meerdere staten dienden tijdens de Derde Zeerechtconferentie18 voorstellen in om gezonken oorlogsschepen hun volledige immuniteit te laten behouden. In 1978, 1979 en 1980 ondersteunden meerdere staten voorstellen om het bergen van gezonken oorlogsschepen exclusief over te laten aan de vlaggenstaat, ook in de soevereine wateren van een vreemde staat. Deze voorstellen haalden het niet.19

Een meer recente (secundaire) bron van het internationaal recht is de resolutie van het gezaghebbende Institute of International Law over de status van gezonken oorlogsschepen.20 Hoewel geen statenpraktijk, is deze resolutie met bijbehorende rapporten, commentaren en opvattingen van de meest bevoegde schrijvers wel van betekenis voor de vorming, vaststelling en ontwikkeling van het internationaal recht.

Een reden voor adoptie van deze resolutie was dat het juridische regime over de status van gezonken oorlogsschepen erg complex en versnipperd was en verkeerd werd uitgelegd. In deze resolutie wordt gesteld dat gezonken oorlogsschepen immuun zijn voor de jurisdictie van andere staten dan de vlaggenstaat en dat een gezonken oorlogsschip eigendom blijft van de vlaggenstaat. De resolutie stelt verder dat de vorm van immuniteit afhangt van de omstandigheden, zoals de locatie waar het oorlogsschip is gezonken. De juridische grondslag of theoretische basis van deze verschillende vormen van immuniteit voor gezonken oorlogsschepen wordt niet beschreven.

Verder bepaalt de resolutie dat een kuststaat, op basis van soevereiniteit, het exclusieve recht heeft om activiteiten te reglementeren rond alle gezonken oorlogsschepen in haar territoriale wateren of archipelwateren. Bij gevaarzetting of potentiele mariene milieuvervuiling kan de kuststaat de immuniteit opheffen door het gezonken oorlogsschip te bergen zonder toestemming van de vlaggenstaat.21

 

Nederlandse gezonken oorlogsschepen in de Javazee

De in 1942 gezonken Nederlandse oorlogsschepen in de Javazee waren in het bezit van volledige immuniteit van jurisdictie van andere dan de vlaggenstaat, omdat de Javazee toen werd gezien als volle zee; dit was volgens de toen vigerende internationaalrechtelijke bepalingen.

In 1949 ontstond de Republiek Indonesië, terwijl in 1957 de regering van de Republiek Indonesië eenzijdig bepaalde dat zij absolute soevereiniteit had over alle wateren liggende binnen de rechte basislijnen die getrokken waren tussen de meest uiterste eilanden van Indonesië. Sedert 1994 is de Republiek Indonesië een erkende archipelstaat en heeft op basis van het nu vigerende internationaal zeerecht binnen haar archipelwateren soevereine rechtsmacht. Er kan dus worden vastgesteld dat de Republiek Indonesië heden ten dage soevereiniteit bezit over de Javazee als onderdeel van zijn archipelwateren.

Omdat de Nederlandse gezonken oorlogsschepen in deze archipelwateren lagen en niet meer in volle zee, was de vorm van immuniteit van deze oorlogsschepen mogelijk ook veranderd als gevolg van veranderende omstandigheden. Volgens de auteur van dit artikel is het verdedigbaar dat deze oorlogsschepen in 1942 volledige immuniteit hadden, maar sedert 1994 een meer beperkte vorm van immuniteit bezaten. Dit als gevolg van rechtvaardigingen, feiten en omstandigheden. Nederland stelt overigens dat deze gezonken oorlogsschepen te allen tijde volledige immuniteit bezitten. 22

 

Concluderende opmerkingen

Immuniteit voor oorlogsschepen bestaat sedert langere tijd. Op basis van meerdere verdragsbepalingen, welke gesteund worden door bepalingen uit een recente resolutie van het Institute of International Law kan men afleiden dat er voor oorlogsschepen meerdere vormen van immuniteit bestaan, welke niet worden geëxpliceerd.

In 1942 zonken enkele Nederlandse oorlogsschepen in de Javazee ten gevolge van vijandelijk vuur. In 2016 bleek dat deze gezonken oorlogsschepen verdwenen waren van de zeebodem. Gesteld kan worden dat deze oorlogsschepen in 1942 volledige immuniteit bezaten volgens het toen vigerende internationaal (zee)recht, mede gezien het feit dat deze oorlogsschepen waren gezonken in volle zee. Als gevolg van statenopvolging en veranderingen in het internationaal zeerecht was de situatie, kort voor de verdwijning, dat de gezonken oorlogsschepen zich bevonden in de archipelwateren van de Republiek Indonesië. Deze gezonken oorlogsschepen hadden toen mogelijk geen volledige immuniteit meer, maar wel immuniteit.

De kuststaat en de vlaggenstaat hadden concurrerende rechtsmacht. Er bestond een delicaat evenwicht tussen beide rechtsmachten. De kuststaat mocht deze gezonken oorlogsschepen niet verwijderen, anders dan voor veiligheids- of milieuredenen of met toestemming van de vlaggenstaat. De vlaggenstaat daarentegen mocht geen acties ondernemen rond deze gezonken oorlogsschepen zonder toestemming van de kuststaat.   

Naar boven