Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2176/TR, 8 april 2009, beroep
Uitspraakdatum:08-04-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/2176/TR

betreft: [klager] datum: 8 april 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J. Steenbrink, namens

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een beslissing van 28 augustus 2008 van de Staatssecretaris van Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 december 2008, gehouden in de locatie Zwolle, zijn gehoord klaagster en haar raadsvrouw mr. J. Steenbrink, en namens de Staatssecretaris, [...] en [...], psychiater bij het FPC Oldenkotte te Rekken.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft op 28 augustus 2008 beslist om geen machtiging transmuraal verlof te verlenen.

2. De standpunten
Door en namens klaagster is het beroep als volgt toegelicht.
Door de intrekking van de machtiging heeft klaagster nu geen enkele verlofmodaliteit meer. Klaagster heeft al ruim twee jaar verlof en er hebben zich nooit incidenten voorgedaan.
Op het moment van inwerkingtreding van de Bvt (en de klacht/beroepsmogelijkheden daarin) in 1997, was het verlofkader anders georganiseerd dan nu het geval is. Tot 2005 werden immers verlofmachtigingen voor onbepaalde tijd afgegeven. De tbs-gestelde
kon
zijn verlof kwijtraken door een formele intrekking (door het hoofd van de inrichting of door de Minister). In de Bvt is dan ook alleen tegen deze intrekking een beklag/beroepsmogelijkheid opgenomen. Alleen omdat verlengingsbeslissingen niet bestonden
is
daarvoor geen klachtregeling geschapen.
Bij de wijziging van het Rvt (wijziging verlofkader, Stb. 2005, 400) heeft de wetgever verzuimd de klachtmogelijkheden aan te passen aan het nieuwe beleid. Dit had wel gemoeten nu materieel gezien tbs-gestelden via een negatieve beslissing op een
verlengingsaanvraag voor het verlof, met hetzelfde resultaat te maken krijgen dat in het leven wordt geroepen door een intrekkingsbesluit waartegen wel kan worden geageerd. Klaagster dient derhalve op materiële gronden ontvankelijk te worden
verklaard.
Verwezen zij naar de uitspraak van de beroepscommissie van 4 augustus 2005, 05/785/TA, waarin het opschorten van verlof wordt gelijk gesteld met intrekken verlof voor wat betreft de beklag/beroepsmogelijkheden.
De Staatssecretaris kan niet afwijken van een negatief advies van de verloftoetsingscommissie. De bevoegdheden van deze commissie zijn bij besluit geregeld en niet in de wet. Derhalve is de rechtspositie van een tbs-gestelde op grond van een
ministerieel besluit beperkt.
De raadsvrouw is van mening dat indien een situatie apert onredelijk of onjuist wordt geacht een beroep op de rechter mogelijk is.
De raadsvrouw legt een aantal stukken over die in het dossier zullen worden gevoegd.

De Staatssecretaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op 19 juli 2006 is een machtiging transmuraal verlof afgegeven ten behoeve van het verblijf op een resocialisatieafdeling. Op 31 augustus 2007 is wederom een machtiging transmuraal verlof afgegeven voor de duur van een jaar. Op 6 mei 2008 is verzocht
om
verlenging van de machtiging en een wijziging van het verlofplan. De wijziging van het verlofplan is akkoord bevonden binnen de bestaande machtiging transmuraal verlof. In het kader van de nieuwe machtiging is verzocht om aanvullende informatie. Deze
informatie is op 11 juli 2008 verstrekt en voorgelegd aan het Adviescollege Verloftoetsing tbs (hierna: Avt). Het Avt heeft op 26 augustus 2008 negatief geadviseerd omtrent de verlofverlening waarna de verlofaanvraag op 26 augustus 2008 is afgewezen.
Er is geen sprake van een beslissing tot intrekking van een verlofmachtiging en
klaagster dient derhalve niet-ontvankelijk te worden verklaard. Voor zover klaagsters beroep ziet op de afwijzing van het verzoek om een nieuwe verlofmachtiging kan zij hierin (eveneens) niet worden ontvangen nu dit geen beperking van een wettelijk
recht inhoudt.
Subsidiair wordt gesteld dat uit het verlengingsadvies van 5 september 2008 naar voren is gekomen dat de behandeling van de seksualiteitsproblematiek tot op heden niet van de grond is gekomen. Klaagster blijft zich afhankelijk opstellen en heeft veel
bevestiging van anderen nodig. Deze constateringen en het negatieve advies van het Avt, hetgeen ingevolge artikel 7, eerste lid, Besluit Avt gevolgd dient worden, maakt dat het onverantwoord werd om (opnieuw) een machtiging transmuraal verlof te
verlenen.
De inrichting heeft op 1 september 2008 middels een verzoek tot heroverweging een nieuwe aanvraag tot het verlenen van een machtiging transmuraal verlof ingediend. Op 7 oktober 2008 heeft het Avt aangegeven geen aanleiding te zien om het afwijzende
standpunt te heroverwegen. Niettemin heeft het Avt geoordeeld dat de aanvullende informatie voldoende houvast biedt voor een nader onderzoek naar de onderhavige verlofaanvraag in combinatie met een onderzoek van klaagster. Het Avt heeft om een second
opinion, in de vorm van een multidisciplinaire rapportage, verzocht en om die reden de zaak aangehouden.

[Psychiater] is van mening dat de seksualiteitsproblematiek wel voldoende in kaart is gebracht en de inrichting heeft voldoende inzicht in het risicomanagement. Wel blijft behandeling van de seksualiteitsproblematiek noodzakelijk. Omdat klaagster nu
geen verlof heeft wordt zij niet behandeld. Er is met het Ministerie overleg geweest over een ander verlofmodaliteit.

3. De beoordeling
Op 31 augustus 2007 heeft de Staatssecretaris ten aanzien van klaagster een machtiging transmuraal verlof verleend voor de duur van een jaar. Op 6 mei 2008 heeft de inrichting verzocht opnieuw een verlofmachtiging te verlenen. Het Avt heeft op 26
augustus 2008 negatief geadviseerd omtrent de verlofverlening waarna de Staatssecretaris op 26 augustus 2008 heeft besloten geen machtiging transmuraal verlof te verlenen.
Ingevolge artikel 69, eerste lid onder c, Bvt kan een tbs-gestelde of anderszins verpleegde beroep instellen tegen de intrekking van de machtiging door de Minister als bedoeld in de artikelen 50 en 51 Bvt. In het onderhavige geval is echter geen
nieuwe
machtiging verleend en derhalve is de machtiging van 31 augustus 2007 vervallen.
Het van rechtswege vervallen van de machtiging is niet gelijk te stellen met de intrekking van de machtiging.
Ook indien het beroep beschouwd wordt als gericht te zijn tegen de afwijzing van de Staatssecretaris de bestaande machtiging te verlengen zal dit niet tot ontvankelijkheid leiden nu dit geen beperking van een wettelijk recht inhoudt. Noch in de Bvt
noch
in andere wet- of regelgeving is immers een recht op verlof neergelegd. Hetgeen door klaagster terzake is aangevoerd kan aan dit oordeel niet afdoen. Daarbij onderkent de beroepscommissie dat het ontbreken van een beroepsmogelijkheid klemt in een geval
als het onderhavige, waarin de ter beschikking gestelde reeds transmuraal verlof genoot en buiten werkte, de kliniek zich voor voortzetting van het verlof had uitgesproken en bezwarende omstandigheden als incidenten of terugval in de behandeling niet
aan de orde waren. Maar het gaat de bevoegdheden van de beroepscommissie te buiten in deze gevallen de mogelijkheid van beroep open te stellen.
De beroepscommissie zal klaagster derhalve niet-ontvankelijk verklaren in haar beroep.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar beroep.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, mr. H. Heijs en mr. drs. T.A.M. Louwe, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 8 april 2009

secretaris voorzitter

Naar boven