Geachte,
Bij brief van 24 maart 2025 heeft u bij het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (hierna: LVVN) een verzoek ingediend om handhavend op te treden tegen Rijkswaterstaat in verband met de toepassing van staalslakken in het Natura 2000-gebied Oosterschelde.
U stelt dat sprake is van een activiteit die vergunningplichtig is op grond van afdeling 10.2 van de Omgevingswet, en dat deze toepassing plaatsvindt of heeft plaatsgevonden zonder een daartoe vereiste omgevingsvergunning. Volgens u kunnen significante gevolgen voor de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied Oosterschelde niet bij voorbaat worden uitgesloten. Daarnaast voert u aan dat het voorzorgsbeginsel onvoldoende wordt nageleefd, en dat het bevoegd gezag daarom handhavend dient op te treden.
Procedure
Op 24 maart 2025 is bij het Ministerie van LVVN uw verzoek ontvangen. Deze ontvangst is op 26 maart 2025 schriftelijk bevestigd.
Op 8 april 2025 is aan de verzoekende partij verzocht om aanvullende informatie te verstrekken ter onderbouwing van het handhavingsverzoek. De gevraagde gegevens zijn op 26 april 2025 ontvangen.
Op 1 april 2025 is, met toepassing van de artikelen 4:7 en 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht, aan Rijkswaterstaat de gelegenheid geboden om een zienswijze in te dienen. Op 4 juni 2025 is deze zienswijze ontvangen.
Belanghebbenden
Ik stel vast dat de Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur, mede namens:
-
de Nederlandse Oestervereniging,
-
de Vereniging van Beroepsvissers op Oosterschelde, Westerschelde en Voordelta,
-
de Vereniging van Zeeuwse Hangculturenkwekers, en
-
de Vereniging van Handkokkelvissers 'Op Handkracht Verder', (hierna: PO Mossel e.a.)
Op grond van artikel 1:2, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kunnen de betrokken organisaties in deze aangelegenheid als belanghebbenden worden aangemerkt, aangezien hun statutaire doelstellingen nauw samenhangen met de kwaliteit van het water in het Natura 2000-gebied. Om die reden dient het handhavingsverzoek ingevolge artikel 1:3, derde lid Awb te worden aangemerkt als een aanvraag om een handhavingsbesluit.
Voorts is Rijkswaterstaat door mij als belanghebbende aangemerkt. Daarom is Rijkswaterstaat verzocht om een zienswijze.
Bevoegdheid
Op grond van artikel 5.11, eerste lid, onder g, van de Omgevingswet en artikel 4.12, tweede lid, onder c, van het Omgevingsbesluit – luidend: 'een activiteit van het Rijk die nodig is voor de ontwikkeling, werking en bescherming van de hoofdwateren' – is de Staatssecretaris van LVVN het bevoegd gezag voor de beoordeling van een vergunningaanvraag als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, onder e, van de Omgevingswet.
Daaruit volgt tevens dat de Staatssecretaris van LVVN bevoegd is tot handhaving op grond van artikel 18.2, tweede lid, van de Omgevingswet.
Motivering handhavingsverzoek PO Mossel e.a.
Kort weergegeven voeren PO Mossel e.a. aan dat Rijkswaterstaat zonder daartoe vereiste vergunning staalslakken toepast in het Natura 2000-gebied Oosterschelde. Volgens deze partijen betreft dit een activiteit waarvoor een ecologische toetsing en een passende beoordeling hadden moeten worden uitgevoerd, gelet op de mogelijke significante gevolgen voor beschermde natuurwaarden binnen het gebied. Hierbij wordt onder meer gewezen op risico's voor verstoring van habitattypen, mogelijke uitloging van stoffen en wijziging van fysisch-chemische bodemkenmerken.
U stelt dat de toepassing van staalslakken in deze vorm en omvang niet eerder is beoordeeld of vergund in het kader van de natuurbeschermingsregelgeving, en dat het uitblijven van een vergunningstraject strijdig is met het voorzorgsbeginsel zoals volgt uit artikel 6 van de Habitatrichtlijn. In het verlengde daarvan verzoekt u om onmiddellijke handhaving, waaronder het opschorten van eventuele werkzaamheden en het verplichten tot het aanvragen van een vergunning onder de Omgevingswet.
Zienswijze Rijkswaterstaat
Rijkswaterstaat voert – kort samengevat – het volgende aan:
-
Er is momenteel geen sprake van uitvoering: Er vinden op dit moment geen activiteiten plaats waarbij staalslakken worden toegepast in het Natura 2000-gebied Oosterschelde.
-
Er is geen sprake van een dreigende overtreding: Rijkswaterstaat heeft aangegeven dat tot en met september 2025 geen werkzaamheden met staalslakken in de Oosterschelde gepland staan.
-
Rijkswaterstaat erkent het toepasselijke toetsingskader: Voordat eventuele toepassing van staalslakken plaatsvindt, zal eerst een ecologische voortoets worden opgesteld. Indien uit deze voortoets blijkt dat significante gevolgen voor het Natura 2000-gebied niet zijn uit te sluiten, zal een passende beoordeling worden opgesteld en zo nodig een vergunning worden aangevraagd op grond van de Omgevingswet.
-
Het voorzorgsbeginsel wordt in acht genomen: Rijkswaterstaat onderschrijft dat voorafgaand aan mogelijke toekomstige toepassingen een beoordeling van de effecten op Natura 2000-waarden noodzakelijk is, conform artikel 5.1, eerste lid, onder e, van de Omgevingswet in samenhang met het Omgevingsbesluit.
-
Er is geen sprake van een vergunningsplichtige situatie op dit moment: Nu geen feitelijke handelingen worden verricht, is geen sprake van een overtreding waarvoor handhavend moet worden opgetreden.
Rijkswaterstaat heeft voorts toegezegd dat indien in een toekomstige situatie volstaan wordt met een voortoets, deze zal worden gedeeld met PO Mossel e.a.
Huidige situatie en natuurvergunning
Er is op dit moment geen sprake van een verleende natuurvergunning of een eerdere passende beoordeling waarin het toepassen van staalslakken in de Oosterschelde is beoordeeld. Evenmin zijn er natuurtoestemmingen afgegeven waarin het gebruik of de toepassing van dit type materiaal specifiek is toegestaan in relatie tot de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied Oosterschelde.
Conclusie
Uit de zienswijze van Rijkswaterstaat van 4 juni 2025 blijkt dat momenteel geen werkzaamheden in de Oosterschelde plaatsvinden waarbij staalslakken worden toegepast, en dat dergelijke werkzaamheden tot in elk geval september 2025 niet zijn voorzien. Voor mogelijk daaropvolgende projecten waarbij staalslakken worden toegepast, zoals het bestorten van ontgrondingskuilen of het aanleggen van vooroeververdedigingen, wordt vooraf een ecologische voortoets uitgevoerd. Indien uit deze voortoets blijkt dat significant negatieve effecten op Natura 2000-gebieden niet kunnen worden uitgesloten, zal een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit worden aangevraagd op basis van een passende beoordeling.
Ik volg deze zienswijze en leg deze bevindingen mede ten grondslag aan dit besluit.
Met de handelswijze geformuleerd in de zienswijze van Rijkwaterstaat wordt gehandeld conform de vereisten van de Omgevingswet en het Besluit kwaliteit leefomgeving.
Op grond van artikel 5:7 van de Algemene wet bestuursrecht kan een herstelsanctie uitsluitend worden opgelegd indien het gevaar voor een overtreding klaarblijkelijk dreigt. Nu geen sprake is van feitelijke werkzaamheden of voorbereidingen die wijzen op een op korte termijn te verwachten overtreding, ontbreekt een wettelijke grondslag voor handhavend optreden.
Besluit
Ik wijs het door u ingediende handhavingsverzoek af.
Hoogachtend,
De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,
namens deze:
MT-lid Natuurvergunningen
Directoraat-Generaal Natuur en Visserij
Bijlagen
-
Handhavingsverzoek d.d. 24 maart 2025
-
Zienswijze Rijkswaterstaat Zee en Delta d.d. 4 juni 2025