Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0002/GV, 27 januari 2009, beroep
Uitspraakdatum:27-01-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/2/GV

betreft: [klager] datum: 27 januari 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 30 december 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De locatie De Geerhorst heeft een positief advies gegeven aan de selectiefunctionaris voor wat betreft strafonderbreking. Bij een dergelijk advies wordt een afweging gemaakt tussen het persoonlijk belang
van
een gedetineerde en het maatschappelijk belang van een ongestoorde tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf. De inrichting is niet van mening dat een ongestoorde tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf vanwege één positieve urinecontrole in het geding
komt en is van mening dat het persoonlijk belang zwaarder weegt.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op 22 december 2008 heeft klager de inrichting tijdelijk mogen verlaten in verband met het overlijden van zijn grootvader. Klager is daar goed mee omgegaan en keerde tijdig terug naar de inrichting. Het openbaar ministerie en de directeur van de
inrichting hebben terzake van het verzoek tot strafonderbreking om bij de geboorte van zijn kind aanwezig te zijn positief geadviseerd. Het verlofadres is akkoord bevonden. Op 24 december 2008 is echter bij klager een urinecontrole afgenomen waaruit
bleek dat hij positief scoorde op THC (92). Dit betekent dat klager tijdens het tijdelijk verlaten van de inrichting softdrugs gebruikt heeft en zich niet heeft gehouden aan afspraken zoals die gelden ten aanzien van het tijdelijk verlaten van de
inrichting. Klager heeft willens en wetens softdrugs gebruikt, terwijl hij wist dat zijn vriendin op korte termijn zou gaan bevallen en dat hij daarvoor een strafonderbreking wilde aanvragen. Hij heeft zodoende bewust het risico genomen dat zijn
aanvraag tot strafonderbreking zou worden afgewezen. Tevens heeft hij tijdens het verlaten van de inrichting op 22 december 2008 misbruik gemaakt van zijn vrijheid.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van locatie De Geerhorst heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Roermond heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen verlofverlening.

Uit de telefonische mededeling van een medewerker van het b.s.d. bij de locatie De Geerhorst van 23 januari 2009 volgt dat het positieve advies van de inrichting terzake van strafonderbreking op een eerder tijdstip is gegeven dan dat het rapport van
het
Deltalab bekend was.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van twee jaar met aftrek, wegens medeplegen van opzettelijke brandstichting. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 12 juli 2010. Aansluitend dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van
9 dagen te ondergaan.

Uit artikel 34 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling) volgt dat strafonderbreking kan worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer dat niet kan worden volstaan met een andere vorm
van verlof. Artikel 36 van de Regeling houdt in dat strafonderbreking kan worden verleend voor het bijwonen van de bevalling van de levenspartner van de gedetineerde.

Klager is op 22 december 2008 toegestaan om de inrichting tijdelijk te verlaten in verband met het overlijden van zijn grootvader. Hij is daarvan tijdig teruggekeerd in de inrichting, maar uit een na terugkeer in de inrichting afgenomen urinecontrole
volgde een positieve score voor wat betreft het gebruik van softdrugs. De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheden een zodanige contra-indicatie vormen voor het verlenen van strafonderbreking dat deze een afwijzing van klagers
verzoek tot strafonderbreking rechtvaardigen. Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de algemene weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder c. en d. van de Regeling
tijdelijk verlaten van de inrichting (van 24 december 1998, nr. 733726/98/DJI), niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 27 januari 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven