Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0463/GB, 15 mei 2008, beroep
Uitspraakdatum:15-05-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/463/GA

betreft: [klager] datum: 15 mei 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. G.W.L.A.M. Koppen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een niet gedateerde uitspraak van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Dordtse Poorten te Dordrecht, waarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voornoemde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman, mr. G.W.L.A.M. Koppen, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft een tegemoetkoming van € 36,32 toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende een disciplinaire straf van vier dagen opsluiting in een strafcel wegens – kortweg – fraude bij gelegenheid van een
urinecontrole, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering.
Het beklag tegen de opgelegde disciplinaire straf is door de beklagcommissie gegrond verklaard. Reden voor die gegrondverklaring is volgens klager dat hij op medische gronden veel water tot zich dient te nemen, ten gevolge waarvan er sprake was van een
laag creatininegehalte. De beklagrechter heeft aan klager een tegemoetkoming toegekend van
€ 36,32. Klager vindt dat bedrag onbillijk en onterend. In klagers geval staat de door de beklagrechter toegekende (standaard)vergoeding in geen verhouding tot het door hem ervaren leed en ongemak. Klager bevindt zich in de laatste fase van zijn
(lange)
detentie. Hij kwam in aanmerking voor weekeindverloven in september en oktober 2007 terwijl er verder een aanvraag was gedaan voor overplaatsing naar een zeer beperkt beveiligde inrichting. Door de uitslag van de urinecontrole zijn de geplande verloven
alsmede de overplaatsing naar een z.b.b.i. niet doorgegaan. Deze gevolgen rechtvaardigen een hogere tegemoetkoming. Klager is van mening dat in dit geval aansluiting zou kunnen worden gezocht bij de vergoedingen die worden toegekend in het kader van
bijvoorbeeld ten onrechte ondergane voorlopige hechtenis. Klager denkt daarbij aan een bedrag van € 95,00 per dag.

De directeur heeft daarop als volgt gereageerd. De directeur heeft aangegeven aan te sluiten bij de argumenten van de beklagrechter voor het toekennen van een tegemoetkoming en dat er volgens hem geen reden is voor een afwijking van de
standaardbedragen
voor een tegemoetkoming in soortgelijke gevallen.

3. De beoordeling
De beroepscommissie hanteert bij het toekennen van een tegemoetkoming voor het ten onrechte moeten ondergaan van een disciplinaire straf van opsluiting in een strafcel in beginsel standaardtarieven. Daarvan kan worden afgeweken indien er sprake is van
bijzondere omstandigheden. De beroepscommissie stelt daarbij overigens voorop dat het toe te kennen bedrag is bedoeld als een tegemoetkoming voor het ondervonden ongemak en niet als schadevergoeding, voor het verkrijgen waarvan aan klager andere wegen
openstaan. In dit geval dient te worden beoordeeld of er sprake is van zodanige bijzondere omstandigheden, dat dit een afwijking van het standaardtarief kan rechtvaardigen. De beroepscommissie beantwoordt die vraag ontkennend. Voor zover namens klager
is aangevoerd dat klager door de hem opgelegde disciplinaire straf verloven en een overplaatsing naar een minder beveiligd regime is misgelopen, geldt dat dit – steeds – afzonderlijke beslissingen van (respectievelijk) de directeur dan wel de
selectiefunctionaris betreffen, tegen welke beslissing afzonderlijke rechtsmiddelen openstonden. In het kader van die procedures had een tegemoetkoming voor het eventuele ongemak kunnen worden toegekend. In deze procedure kunnen enkel de rechtstreekse
gevolgen van de disciplinaire straf worden meegewogen. Die gevolgen rechtvaardigen een standaardvergoeding. Nu de beklagcommissie een tegemoetkoming heeft toegekend die lager is dan het door de beroepscommissie gehanteerde standaardtarief, kan de
beroepscommissie zich om die reden niet verenigen met de toegekende tegemoetkoming. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een hogere tegemoetkoming vaststellen, namelijk € 40,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 40,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 15 mei 2008

secretaris voorzitter

Naar boven