Artikel
1
Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
diensthond: de hond die wordt ingezet ten behoeve van de uitvoering van politie- en defensietaken en die door de hondengeleider op het woonadres wordt verzorgd;
hondengeleider: de defensieambtenaar die een toegewezen diensthond buiten werktijd op diens woonadres verzorgt.
relaties0relaties0
Artikel
2
Tegemoetkoming
Voor de kosten ten behoeve van de verzorging van de diensthond buiten werktijd heeft de hondengeleider aanspraak op een maandelijkse tegemoetkoming van netto € 165,00 per diensthond.
relaties0relaties0
Artikel
3
Compensatie
1. Voor de permanente verantwoordelijkheid voor de diensthond(en) waarvoor de hondengeleider de verantwoordelijkheid draagt heeft de hondengeleider aanspraak op een compensatie in de vorm van:
a.een compensatie in tijd van 6 uren per week, die in het rooster van de hondengeleider wordt verwerkt, of;
relaties0
b.een compensatie in tijd van 3 uren per week die in het rooster van de hondengeleider wordt verwerkt, en een compensatie in geld tegen het bruto uurloon voor 3 uren per week.
relaties0
relaties0 2. De hondengeleider kan bij de commandant een aanvraag indienen om in aanmerking te komen voor één van de twee compensatievarianten als bedoeld in het eerste lid onder a of b.
relaties0 3. De commandant wijst een aanvraag voor een compensatievariant toe, tenzij:
a.naar het oordeel van de commandant het zwaarwegend dienstbelang zich verzet tegen de toewijzing van de compensatievariant onder a van het eerste lid; alsdan wordt de compensatievariant onder b van het eerste lid toegekend;
relaties0
b.Voor de hondengeleider die onderdeel uitmaakt van een eenheid die in het kader van de operationele inzetbaarheid genoodzaakt is om gedurende werktijd gezamenlijk te trainen en te oefenen als eenheid, geldt daarbij dat indien naar het oordeel van de commandant het zwaarwegend dienstbelang zich tegen toewijzing van beide compensatievarianten onder a en b van het eerste lid verzet de hondengeleider aanspraak maakt op een compensatie in geld tegen het bruto uurloon van 6 uren per week.
relaties0
relaties0 4. Een aanspraak op een compensatievariant wordt jaarlijks stilzwijgend voortgezet, tenzij:
a.de hondengeleider een nieuwe aanvraag indient om in aanmerking te komen voor de andere compensatievariant of;
relaties0
b.de commandant de aanspraak op een compensatievariant beëindigt, omdat naar diens oordeel sprake is van gewijzigde omstandigheden en het zwaarwegend dienstbelang zich tegen voortzetting van de aanspraak verzetten.
relaties0
relaties0 5. Indien de militair aanspraak heeft op een toelage VVHO dan wel een toelage meerdaagse activiteiten vervalt de compensatie, bedoeld in dit artikel.
relaties0
relaties0
Artikel
4
Vergoeding
De hondengeleider heeft aanspraak op volledige vergoeding van:
b.dierenartskosten en door een dierenarts voorgeschreven medicatie en voeding;
relaties0
c.hondenbelasting, voor zover diensthonden daarvoor niet zijn vrijgesteld in de gemeente waar de hondengeleider woonachtig is;
relaties0
d.de kosten voor het onderbrengen van een diensthond bij een dierenpension, indien Defensie in geen andere verblijfsmogelijkheden voor de diensthond voorziet;
relaties0
e.de kosten van een parkeervergunning, indien dit noodzakelijk is voor het parkeren van het dienstvoertuig bij de woning van de hondengeleider;
relaties0
f.andere kosten waar naar het oordeel van de commandant deze regeling niet naar redelijkheid en billijkheid in voorziet.
relaties0
relaties0relaties0
Artikel
5
Vervallen aanspraak
De aanspraak op de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2, de compensatie, bedoeld in artikel 3, en de vergoeding, bedoeld in artikel 4, vervalt in het geval de hondengeleider voor een periode van langer dan 30 dagen geen diensthond verzorgt.
relaties0relaties0
Artikel
6
Indexering
De tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2, wordt jaarlijks per 1 juli van elk kalenderjaar gewijzigd overeenkomstig de door het Centraal Planbureau in het Centraal Economisch Plan gepubliceerde afgeleide consumentenprijsindex.
relaties0relaties0
Artikel
7
Verstrekking middelen door Defensie
De hondengeleider heeft in ieder geval aanspraak op verstrekking door Defensie van de volgende middelen:
a.een geschikte en veilige kennel voor de diensthond op het woonadres van de hondengeleider en alsmede het noodzakelijke onderhoud aan deze kennel;
relaties0
b.een aangepast dienstvoertuig met deugdelijke transportkooi;
relaties0
c.de noodzakelijke uitrusting voor dienstuitoefening, opleiding en training met betrekking tot de diensthond;
relaties0
d.geschikte voeding voor de diensthond.
relaties0
relaties0relaties0
Artikel
8
Aansprakelijkheid voor de diensthond
Gedurende werktijd alsook tijdens privétijd blijft Defensie, als eigenaar van de diensthond, aansprakelijk voor alle schade aan personen of goederen veroorzaakt door toedoen van de diensthond, tenzij deze is veroorzaakt door opzettelijk handelen, nalaten of bewuste roekeloosheid van de hondengeleider.
relaties0relaties0
Artikel
9
Hardheidsclausule
Onze Minister kan deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van deze regeling zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
relaties0relaties0
Artikel
10
Evaluatiebepaling
Onze Minister zendt binnen 2 jaar na de inwerkingtreding van deze regeling aan het Sector Overleg Defensie een evaluatieverslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze regeling in de praktijk. Hierbij gaat het zowel om organisatorische effecten als de effecten op de persoonlijke werkbeleving.
relaties0relaties0
Artikel
12
Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte in de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
relaties0relaties0
Artikel
13
Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling voorzieningen hondengeleiders Defensie.
relaties0relaties0