nummer: 08/2128/GA
betreft: [klager] datum: 16 februari 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
de directeur van de gevangenis Veenhuizen,
gericht tegen een uitspraak van 22 augustus 2008 van de beklagcommissie bij voormelde gevangenis, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 5 november 2008, gehouden in de locatie Zwolle, zijn met behulp van een tolkentelefoon gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. S.J. Paans, en [...], unit-directeur van voormelde gevangenis.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering een bepaald maïsmeel via de buitenkantine aan te schaffen.
De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van de directeur en klager
De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Onderdeel 3.7 van de huisregels geeft aan dat gedetineerden, binnen de door de directeur gestelde grenzen, het recht hebben artikelen aan te kopen die niet in het assortiment verkrijgbaar zijn. Nu het gevraagde maïsmeel niet op de assortimentslijst
voorkomt en er wel een (ander merk of soort) maïsmeel leverbaar is, is de beslissing om het door klager verlangde artikel niet te doen leveren niet in strijd met de huisregels en evenmin onredelijk of onbillijk.
In onderdeel 24 is geregeld dat regelmatig met de Gedeco wordt overlegd over de winkelvoorziening. De procedure is dat de Gedeco een verzoek doet om aanpassing van de winkellijst en daarvoor wordt tweemaal per jaar een aparte vergadering belegd met een
aantal gedeco-leden en de winkelier. Onderdeel 23 van de huisregels ziet op artikelen die ondeugdelijk zijn.
Het assortiment kan niet steeds worden aangepast. De populatie van de inrichting en met name de samenstelling van de nationaliteiten verandert voortdurend.
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager zit in de Gedeco en hij weet dat vaker andere merken of soorten van een bepaald product, ook al is dit in de winkel verkrijgbaar, toch kunnen worden aangeschaft. Volgens klager wil zeker 30 procent van de gedetineerden dit bepaalde maïsmeel.
Klager legt een lijst met handtekeningen over. Klager geeft aan dat de gedetineerden de extra aanschafkosten zelf willen betalen. Via de Gedeco is een verzoek gedaan om het assortiment met dit meel uit te breiden, maar dat verzoek is afgewezen.
De weigering van de directeur is onredelijk en onbillijk. In eerste instantie heeft de directeur geweigerd omdat het gevraagde product te duur zou zijn. Nu voert de directeur aan dat het niet volgens de vaste procedure is.
3. De beoordeling
De basis voor het verstrekken van winkelartikelen is gelegen in artikel 44, vijfde lid, Pbw en onderdeel 3.7 van de huisregels van de gevangenis Esserheem. Daarnaast heeft klager, binnen door de directeur te stellen grenzen, recht op aankoop van
artikelen die niet in het assortiment van de penitentiaire inrichting te verkrijgen zijn. Dit verloopt via de inrichtingswinkel.
Klager wil een specifiek soort maïsmeel via de buitenkantine bestellen dat afwijkt van het maïsmeel dat in het assortiment van de winkel is opgenomen. Klager heeft aangegeven de extra aanschafkosten te willen betalen.
De beroepscommissie is van oordeel dat de huisregels ruimte laten voor individuele gedetineerden om via de buitenkantine goederen te bestellen indien het assortiment van de winkel voor hen ontoereikend is.
De directeur heeft als reden voor zijn weigering enkel aangevoerd dat er wel een (ander merk of soort) maïsmeel in de inrichtingswinkel verkrijgbaar is.
De beroepscommissie acht een enkele verwijzing naar het in de inrichtingswinkel verkrijgbare maïsmeel onvoldoende als rechtvaardiging van de beslissing van de directeur om het door klager verlangde artikel niet te doen leveren en zij zal het beroep
ongegrond verklaren.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie onder aanvulling van de gronden.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. I.E. de Vries, voorzitter, J.L. Brand en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 16 februari 2009
secretaris voorzitter