Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2977/GA, 6 februari 2009, beroep
Uitspraakdatum:06-02-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/2977/GA

betreft: [klager] datum: 6 februari 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. P.H.W. Spoelstra, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 29 september 2008 van de beklagcommissie bij de locatie Zuid te Den Haag, voor zover daarbij aan klager geen tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van genoemde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het niet (tijdig) uitreiken van een (intern) poststuk, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Er is ten onrechte geen tegemoetkoming toegekend. Klager zou het redelijk vinden indien een tegemoetkoming van € 10,- zou zijn toegewezen. Mede gelet op de jurisprudentie is dit een zeer redelijk
bedrag.
De stelling dat de directie zich met betrekking tot de postbezorging inspanningen heeft getroost is niet proefondervindelijk waar te nemen want de bezorging van de post duurt nog immer veel te lang.
Nu het een aanhoudende bron van ergernis voor de gedetineerden betreft is er reden om te verzoeken deze zaak ter zitting te behandelen.

De directeur heeft zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht en zal de zaak schriftelijk afdoen.

De beroepscommissie kan zich niet verenigen met het oordeel van de beklagcommissie geen tegemoetkoming toe te kennen. Er moet immers van uitgegaan worden dat een aan klager toegezonden brief hem niet heeft bereikt. Dit ongemak wordt niet opgeheven door
de op zich te loven inspanningen van de directeur om de interne postbezorging te verbeteren. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en aan klager zal na te melden tegemoetkoming worden toegekend.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van € 5,-.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 6 februari 2009

secretaris voorzitter

Naar boven