Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2778/GA, 6 februari 2009, beroep
Uitspraakdatum:06-02-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/2778/GA

betreft: [klager] datum: 6 februari 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 21 oktober 2008 van de alleensprekende beklagrechter bij het huis van bewaring/ISD (h.v.b./ISD) Nieuw Vosseveld te Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 16 januari 2009, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M.J. Boers, en [...], unit-directeur bij voormeld h.v.b./ISD.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het op 29 augustus 2008 niet mogen bellen met de advocaat, nadat de advocaat om een dergelijk telefooncontact had verzocht.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het afdelingspersoneel heeft klager niet willen toestaan om zijn advocaat te bellen. Het personeel was kennelijk niet zo goed op de hoogte van de belregeling. Er is een fout gemaakt.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Een en ander heeft gespeeld in het h.v.b./ISD. In het begin is er bij de contacten met klager een en ander stroef gelopen. Met betrekking tot het bellen is er door een medewerker van het BSD een fout gemaakt. Die medewerker had klager op de hoogte
moeten stellen van het verzoek van de advocaat om zijn advocaat te bellen.

3. De beoordeling
Op grond van het bepaalde in de huisregels van het h.v.b./ISD mogen gedetineerden buiten de voor de recreatie bestemde uren om toestemming voor telefonisch contact met geprivilegieerde personen verzoeken aan medewerkers van het bureau selectie- en
detentiebegeleiding (b.s.d.). Indien de noodzaak aannemelijk wordt geacht beslist het b.s.d. of een dergelijk contact wordt toegestaan. Een dergelijke beslissing moet worden verstaan als een namens de directeur genomen beslissing. Tegen een dergelijke
beslissing staat beklag open op grond van artikel 60 van de Pbw. De uitspraak van de beklagrechter zal daarom worden vernietigd en klager zal alsnog ontvankelijk worden verklaard in zijn beklag.
De directeur heeft aangegeven dat van de kant van de advocaat van klager een verzoek was binnengekomen om klager telefonisch contact op te laten nemen met de advocaat. Klager is toen evenwel daartoe niet in de gelegenheid gesteld omdat het
afdelingspersoneel stelde daarvoor geen tijd te hebben. Nu op zich kan worden vastgesteld dat aan klager door het b.s.d. toestemming is gegeven voor een telefonisch contact met zijn advocaat en hij daartoe door het afdelingspersoneel niet in de
gelegenheid is gesteld, is onvoldoende zorgvuldig omgegaan met klagers recht op een dergelijk telefoongesprek. Het beklag dient daarom gegrond te worden verklaard.

Nu de gevolgen niet meer ongedaan gemaakt kunnen worden, acht de beroepscommissie termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming. Zij zal de hoogte daarvan vaststellen op € 5,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. J.P. Balkema, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 6 februari 2009

secretaris voorzitter

Naar boven