Nummer 24/40940/GA en 24/43116/GA
Betreft [klager]
Datum 10 april 2025
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op de beroepen van
de directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Dordrecht (hierna: de directeur)
1. De procedure
[klager] (hierna: klager) heeft beklag ingesteld tegen:
-
het feit dat hij te weinig uren dagprogramma aangeboden krijgt (PD-2024-151, in beroep 24/40940/GA);
-
de omstandigheid dat de directeur het dagprogramma niet heeft aangepast naar aanleiding van de uitspraak van de beklagcommissie inzake beklag a. (PD-2024-424, in beroep 24/43116/GA).
De beklagcommissie bij de PI Dordrecht heeft op 29 mei 2024 beklag a. gegrond verklaard en op 4 september 2024 beklag b. gegrond verklaard. De uitspraken van de beklagcommissie zijn bijgevoegd.
De directeur heeft tegen deze uitspraken beroep ingesteld.
De beroepscommissie heeft de directeur en klager in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De beoordeling
Beklag a. (24/40940/GA)
Klager beklaagt zich erover dat hij te weinig uren dagprogramma aangeboden krijgt. Het dagprogramma is een algemene regel waartegen geen beklag openstaat, tenzij sprake is van strijd met hogere wet- of regelgeving (vergelijk en zie nader RSJ 1 mei 2024, 23/32160/GA). Volgens klager voldoet het dagprogramma niet aan het vereiste uit artikel 3, tweede lid, aanhef en onder a., van de Penitentiaire maatregel (Pm).
Regelgeving
De directeur draagt in het gemeenschapsregime zorg voor een basisprogramma van 42,5 uur per week, waarin ten minste 22,5 uur per week aan activiteiten en bezoek worden aangeboden (artikel 3, tweede lid, aanhef en onder a., van de Pm). Het dagprogramma beslaat de periode tussen de uitsluiting van de gedetineerden in de ochtend en de insluiting van de gedetineerden voor de nacht (artikel 3, eerste lid, van de Pm).
In de toelichting op de Pm (Stb. 1998, 111, p. 24-25) staat onder meer dat bij de berekening van het aantal uren waarin het dagprogramma voorziet, de gehele periode tussen de eerste uitsluiting (in de ochtend) en de laatste insluiting (voor de nacht) meetelt. In de tussentijd kunnen gedetineerden worden ingesloten (zie ook Stb. 2003, 349, p. 5). Dat geldt bijvoorbeeld voor activiteiten op cel, maar evengoed voor een middagpauze of voor momenten waarop activiteiten worden aangeboden waaraan de gedetineerde – om wat voor reden dan ook – niet deelneemt.
Oftewel, het precieze aantal uren buiten de cel is niet bepalend bij de berekening van het aantal uren dagprogramma. Naar het oordeel van de beroepscommissie brengt een redelijke uitleg evenwel met zich dat tussentijdse insluitingen op cel – bijvoorbeeld tijdens de lunch – in beginsel enigszins beperkt dienen te zijn. Zeer frequente of zeer langdurige insluitingen van gedetineerden tijdens het dagprogramma kunnen daarom in beginsel niet bij het totaal aantal uren dagprogramma worden meegerekend (vergelijk RSJ 27 november 2024, 22/28366/GA).
Berekeningen in deze zaak
Klager verbleef op de afdeling F(1) in het basisprogramma. De beroepscommissie gaat uit van het dagprogramma (versie 13-5-2023) dat in het dossier zit. Op basis daarvan stelt de beroepscommissie vast dat ten minste het volgende dagprogramma voor klager gold:
|
Eerste uitsluiting
|
Laatste insluiting
|
Maandag
|
8:45 uur (voor sporten)
|
16:45 uur (na arbeid)
|
Dinsdag
|
7:30 uur (voor arbeid)
|
16:35 uur (na bibliotheek)
|
Woensdag
|
8:00 uur (voor luchten)
|
16:45 uur (na arbeid)
|
Donderdag
|
7:30 uur (voor arbeid)
|
15:25 uur (na luchten)
|
Vrijdag
|
7:55 uur (voor luchten)
|
16:45 uur (na arbeid)
|
Zaterdag
|
8:45 uur (voor luchten)
|
14:30 uur (na recreatie)
|
Zondag
|
9:00 uur (voor luchten)
|
16:40 uur (na recreatie)
|
Dit brengt het totaal op 56 uur. Uit datzelfde dagprogramma valt daarnaast af te leiden dat de gedetineerden op de volgende momenten tussendoor worden ingesloten:
|
Tussentijdse insluiting
|
Uitsluiting
|
Totaal
|
Maandag
|
11:30 uur (na luchten)
|
12:30 uur (voor arbeid)
|
1 uur
|
Dinsdag
|
11:45 uur (na arbeid)
|
13:15 uur (voor recreatie)
|
1 uur en 30 minuten
|
Woensdag
|
10:05 uur (na recreatie)
|
12:30 uur (voor arbeid)
|
2 uur en 25 minuten
|
Donderdag
|
11:45 uur (na arbeid)
|
14:25 uur (voor luchten)
|
2 uur en 40 minuten
|
Vrijdag
|
8:55 uur (na luchten)
11:45 uur (na bezoek)
|
9:30 uur (voor sporten)
14:00 uur (voor arbeid)
|
35 minuten
2 uur en 15 min
|
Zaterdag
|
9:45 uur (na luchten)
|
12:30 uur (voor recreatie)
|
2 uur en 45 minuten
|
Zondag
|
10:00 uur (na luchten)
11:30 uur (na kerk)
|
10:30 uur (voor kerk)
14:40 uur (voor recreatie)
|
30 minuten
3 uur en 10 minuten
|
Zoals hiervoor overwogen dienen tussentijdse insluitingen in beginsel enigszins beperkt te zijn. Op maandag en dinsdag is de enige insluiting rondom de lunch. Die tijd hoeft naar het oordeel van de beroepscommissie in redelijkheid niet te worden afgetrokken van het totaal aantal uren dagprogramma. Hetzelfde geldt voor de tussentijdse insluitingen op vrijdag en zondag van (om en nabij) een half uur.
Van woensdag tot en met zondag wordt klager ook voor langere tijd ingesloten (in totaal 13 uur en 15 minuten). Een deel daarvan betreft wederom de lunch en dat komt uit op een totaal van 3,5 uur. Die uren hoeven niet van het totaal aantal uren dagprogramma te worden afgetrokken. De overige 9 uur en driekwartier betreffen – in onderling verband bezien – naar het oordeel van de beroepscommissie echter te frequente en/of langdurige insluitingen en moeten daarom wél van het totaal aantal uren worden afgetrokken.
Het voorgaande betekent dat aan klager een dagprogramma werd aangeboden van in totaal 46 uur en 15 minuten (56 uur met aftrek van 9 uur en driekwartier). Het dagprogramma van klager voldoet daarmee aan de eisen van artikel 3, tweede lid, aanhef en onder a., van de Pm.
Conclusie
Nu het beklag is gericht tegen een algemene regel en niet is gebleken van strijd met wet- of regelgeving, kan klager niet worden ontvangen in zijn beklag. Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beroep van de directeur gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in beklag a.
Beklag b. (24/43116/GA)
Gelet op wat de beroepscommissie bij beklag a. heeft overwogen, zal de beroepscommissie het beroep van de directeur gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en beklag b. alsnog ongegrond verklaren.
3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep met kenmerk 24/40940/GA gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag a.
De beroepscommissie verklaart het beroep met kenmerk 24/43116/GA gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag b. alsnog ongegrond.
Deze uitspraak is op 10 april 2025 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit
mr. J.T.W. van Ravenstein, voorzitter, mr. dr. P. Jacobs en mr. R. Raat, leden, bijgestaan door mr. L.A.E. Rijnja, secretaris.
secretaris voorzitter