Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 24/39070/GA en 24/38275/GA, 12 februari 2025, beroep
Uitspraakdatum:12-02-2025

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          24/38275/GA en 24/39070/GA

Betreft [klager]

Datum 12 februari 2025

 

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op de beroepen van

De directeur van de Penitentiaire Inrichtingen (PI) Middelburg (hierna: de directeur)

 

1. De procedure

[klager] (hierna: klager) heeft beklag ingesteld tegen:

  1. het handelen van het personeel waardoor zijn bezoekuur op 14 mei en 11 juni 2023 te laat is aangevangen (MB-2023-250 en 24/39070/GA);
  2. het handelen van het personeel waardoor zijn bezoekuur op 31 augustus 2023 te laat is aangevangen (MB-2023-393 en 24/38275/GA).

De beklagrechter bij de PI Middelburg heeft op 8 februari 2024 beklag a. gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €15,- en op 29 december 2023 beklag b. eveneens gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €7,50. De uitspraken van de beklagrechter zijn bijgevoegd.

De directeur heeft tegen deze uitspraken beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft de directeur en klager in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De beoordeling

Ontvankelijkheid in beklag

De beroepsrechter beoordeelt allereerst of klager kan worden ontvangen in zijn beklag. Het handelen van het personeel kan gelijk worden gesteld met een beslissing van de directeur, zoals bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet, als sprake is van een beklag met voldoende belang voor de gedetineerde. Daarvan is in beginsel slechts sprake wanneer de directeur volgens de gedetineerde jegens hem “structureel en in belangrijke mate tekortschiet in zijn verzorgende taken” (Kamerstukken II 1994/95, 24 263, nr. 3, p. 76).

Het gestelde probleem moet zich naar het oordeel van de beroepscommissie (als meest algemene uitgangspunt) in beginsel minimaal drie keer in drie maanden – voorafgaand aan het beklag – hebben voorgedaan, om te kunnen spreken van mogelijk ‘structureel tekortschieten’. Dat is echter mede afhankelijk van de aard en ernst (c.q. belangrijkheid) van het probleem.

Als voldoende belang bij het beklag ontbreekt – wat dus losstaat van de vraag of het feitelijk klopt wat de gedetineerde heeft gesteld – dan moet de gedetineerde niet-ontvankelijk in zijn beklag worden verklaard.

De klachten dateren beide van vóór 1 september 2023. De klachten zullen daarom met elkaar in samenhang worden beoordeeld (vergelijk RSJ 7 maart 2024, 22/31258/GA). Volgens het klaagschrift van 31 augustus 2023 gebeurde het maandelijks en soms wekelijks dat het bezoekuur te laat is aangevangen. Klager merkt in zijn klaagschrift van 11 juni 2023 ook al op dat zijn bezoekuur stelselmatig wordt ingekort. De beroepsrechter begrijpt dan ook dat klager meent dat (in ieder geval) in de periode van 14 mei tot en met 31 augustus 2023 maandelijks en soms wekelijks zijn bezoekuur te laat aanving. In de door klager gestelde omstandigheden zou het handelen van het personeel waardoor het bezoekuur te laat is begonnen een structurele en belangrijke tekortkoming in de verzorgende taken van de directeur kunnen zijn.

 

Inhoudelijke beoordeling

De directeur heeft toegelicht dat bezoekers zich bij aankomst bij de PI Middelburg eerst melden bij de voorportier, waar zij worden geregistreerd met vermelding van onder andere naam, datum, aankomst- en vertrektijd. Pas na deze registratie vindt verdere controle plaats. De directeur wijst erop dat het de verantwoordelijkheid van de bezoeker is om ruim voor aanvang van het bezoekuur aanwezig te zijn.

De directeur heeft daarnaast een bezoekerslijst toegestuurd. Hieruit blijkt dat klagers bezoek op 14 mei 2023 ruim een kwartier te laat aanwezig was. Klagers bezoek was op 11 juni 2023 en 31 augustus 2023 slechts enkele minuten voor aanvang van het bezoekuur aanwezig. Desalniettemin werd het bezoek op 11 juni 2023 en 31 augustus 2023 drie minuten later dan aanvang van het bezoekuur in de bezoekzaal toegelaten.

Naar het oordeel van de beroepsrechter is in deze gevallen het later toelaten tot de bezoekzaal niet aan het handelen van het personeel te wijten. De beroepsrechter ziet ook voor het overige geen aanwijzingen dat klagers bezoek in de periode van 14 mei tot en met 31 augustus 2023 later tot de bezoekzaal zou zijn toegelaten, vanwege het handelen van het personeel.

Gelet op het voorgaande is het onvoldoende aannemelijk geworden dat de directeur structureel en in belangrijke mate is tekortgeschoten in zijn verzorgende taken. Daarom zal de beroepsrechter de beroepen van de directeur gegrond verklaren, de uitspraken van de beklagrechter vernietigen en de klachten alsnog ongegrond verklaren.

 

3. De uitspraak

De beroepsrechter verklaart de beroepen gegrond, vernietigt de uitspraken van de beklagrechter en verklaart deze klachten alsnog ongegrond.

Deze uitspraak is op 12 februari 2025 gedaan door mr. R. Raat, beroepsrechter, bijgestaan door mr. R.A.J. van de Kamp, secretaris.

 

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven