Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 24/45402/SJA, 27 december 2024, schorsing
Uitspraakdatum:27-12-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          24/45402/SJA

Betreft [verzoeker]

Datum 27 december 2024

 

 

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van

[verzoeker], geboren op […] (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure

De directeur van de Rijks Justitiële Jeugdinrichting (RJJI) De Hartelborgt te Spijkenisse (hierna: de directeur) heeft op 22 december 2024 aan verzoeker een disciplinaire straf opgelegd van uitsluiting van activiteiten, voor de duur van vijf dagen, vanwege de vondst van hasj op zijn kamer, ingaande op 23 december 2024 om 19:30 uur, eindigend op 27 december 2024 om 17:30 uur.

Verzoekers raadsvrouw, mr. A. Knol, vraagt namens verzoeker om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van de mededeling van de secretaris van de beklagcommissie dat het schorsingsverzoek zal worden ingeschreven als klaagschrift.

 

2. De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval.

Verzoeker is op 18 december 2024 binnengekomen in de RJJI. Zijn (pleeg)ouder heeft een broek ingevoerd. Op 22 december 2024 is 0,8 gram hasj gevonden in die broek. Verzoeker stelt dat hij onterecht is gestraft, omdat hij niet wist dat er hasj in de broek zat. De hasj is gevonden in een klein voorzakje van de broek. De hasj zat er al langere tijd, want het leek alsof dit was mee gewassen. De broek is bij de invoer niet goed gecontroleerd. Verzoeker kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor de aanwezigheid van hasj in de broek op zijn kamer.

De directeur stelt zich op het standpunt dat verzoeker verantwoordelijk is voor hetgeen hij in bezit heeft op zijn kamer of in zijn kleding, ongeacht hoe hij dit eventueel heeft verkregen. Het is strafbaar om binnen de RJJI drugs in bezit te hebben. In de huisregels staat dat als er dingen op je kamer worden gevonden die daar niet horen, er sancties kunnen volgen. De hoogste straf is vijf dagen vijf uur eerder naar de kamer zonder stroom. De directeur heeft maatwerk toegepast en ervoor gekozen om, na het horen van verzoeker, niet de hoogste disciplinaire straf op te leggen, maar vijf dagen twee uur eerder naar de kamer.

De voorzitter overweegt dat het bezit van softdrugs strafbaar gedrag is in de zin van artikel 54, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter kan verzoeker verantwoordelijk worden gehouden voor de hasj in zijn broek op zijn kamer. Nu de beslissing van de directeur niet op voorhand als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt, zal de voorzitter het verzoek afwijzen.

 

3. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek af.

Deze uitspraak is op 27 december 2024 gegeven door mr. M. Iedema, voorzitter, bijgestaan door mr. A. Laagland, secretaris.

 

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven