Geachte,
Per brief van 30 juni 2022 heeft u, middels penvoering vanuit de Nederlandse Vissersbond, een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) aangevraagd voor het vissen op garnalen met het sleepnet alsmede met het bordennet op specifieke locaties in diverse Natura 2000-gebieden.
De eerdere Wnb-vergunning is op 1 januari 2023 geëxpireerd. Daarmee gold en geldt er vanaf dat moment een beginselplicht tot handhaven aan mijn zijde ingeval u deze visserij blijft voortzetten in de betreffende Natura 2000-gebieden.
Per brief van 22 december 2022 (kenmerk DGNV-NV/22543999) is door mij aan u een gedoogbeschikking afgegeven. Deze beschikking gold tot 1 oktober 2023.
Per besluit van 26 september 2023 (kenmerk DGNV-NV/37261874) heb ik een tweede gedoogbeschikking afgegeven. Deze beschikking geldt tot en met 31 december 2024.
Gecontinueerde aanleiding tot gedogen
Ik constateer dat er aanleiding is om kortlopend nogmaals te gedogen.
Zicht op legalisatie
In aansluiting op mijn eerdere afwegingen zoals benoemd in voorgenoemde gedoogbeschikkingen stel ik vast dat u, en meer algemeen de Nederlandse garnalensector, nog steeds zeer intensief werkt aan een verduurzaming van de bedrijfsvoering, meer specifiek de installatie van katalysatoren op de betrokken vaartuigen en, in sommige gevallen, de installatie van een schonere motor.
Huidige stand van zaken
U heeft inmiddels de vereiste Passende Beoordeling compleet en volledig bij mij aangeleverd. Ik stel ook vast dat uw vertegenwoordigers in de afgelopen periode intensief geanalyseerd hebben op welke wijze u de vereiste stikstoftoets zodanig kunt doorlopen dat u, als visser, voldoende gebruiksruimte kunt blijven behouden en de visserijpraktijk zo realistisch mogelijk benaderd wordt. Recent hebben uw vertegenwoordigers ertoe besloten te gaan werken met het aan de PB toevoegen van een 'nadere ecologische onderbouwing' voor het aspect van stikstofdepositie. Het opstellen van een dergelijke onderbouwing vergt, vanwege de vereiste inhoudelijke diepgang, enige tijd.
Daarnaast is het verduurzamingsproces van de Nederlandse garnalensector nog gaande; ik wil de vissers die dit aangaat, de gelegenheid geven dat proces nog enige ruimte te geven. Ik heb er begrip voor dat er slechts beperkte ruimte is bij de installatiebedrijven die plaatsing van een katalysator (dan wel schonere motor) voor u, waar aan de orde, kunnen realiseren.
Ik hecht er aan beide voorgenoemde ontwikkelingen voldoende ruimte te kunnen geven en u tegelijkertijd de zekerheid van gecontinueerd vissen te geven.
In dat licht bezien, acht ik een vernieuwde gedoogbeschikking verantwoord. Zeker omdat deze gedoogbeschikking, net zoals haar voorgangers, een stevige inkadering en regulering bevat ter borging van een afdoende bescherming van de relevante natuurwaarden.
Omdat het gedogen gecontinueerd wordt, is het noodzakelijk de eerdere voorwaarden zoals verbonden aan de aflopende gedoogbeschikking, op enkele inhoudelijke punten te actualiseren. U treft daarom integraal de per 1 januari 2025 geldende voorwaarden in de onderhavige brief aan. Tevens is een geactualiseerde versie van de lijst van houders van deze gedoogbeschikking toegevoegd als bijlage 1.
Ik acht een gedoogperiode tot uiterlijk 1 juli 2025 verantwoord gezien de informatie die ik vanuit uw vertegenwoordiger ontving over de voortgang van het gereedkomen van de voorgenoemde nadere ecologische onderbouwing als toevoeging bij de reeds ontvangen PB. Hierbij merk ik wel op dat ik streef naar een zeer spoedige besluitvorming op uw vergunningaanvraag. Nadat een definitieve beslissing op uw aanvraag is genomen, vervalt onmiddellijk de werking van deze gedoogbeschikking.
Eisen aan gedogen
In overeenstemming met het kabinetsbeleid uit de nota 'Grenzen aan gedogen' (1996) 1 kan ik afzien van handhaven op de garnalenvisserij binnen de Natura 2000- gebieden in afwachting van de te verlenen natuurvergunningen.
Ik constateer dat er voldoende aanleiding is om vanuit dit staande kabinetsbeleid uw visserij in de betrokken gebieden, onder strikte voorwaarden gecontinueerd te gedogen.
Ik ga omwille van een deugdelijke en zorgvuldige motivering nog aanvullend kort inhoudelijk in op de in het voorgenoemde kabinetsbeleid opgesomde eisen aan gedogen:
a. slechts in uitzonderingsgevallen;
b. beperkt in omvang en/of tijd;
c. alleen expliciet en na zorgvuldige kenbare belangenafweging alsmede
d. aan controle te onderwerpen.
Ad a: alleen in uitzonderingsgevallen
Handhaving is als een bevoegdheid (niet als verplichting) vastgelegd in, onder andere, de Wnb. Dat geeft mogelijkheden tot differentiatie, maar betekent niet, dat ik vrij ben om in het geheel van handhaving af te zien. Gedogen kan in een gelimiteerd aantal uitzonderingsgevallen een optie zijn; de kabinetsnota noemt drie specifieke situaties.
In uw geval acht ik de aanwezige overgangssituatie de hier toepasselijke uitzonderingsgrond.
In een specifieke overgangssituatie kan gedogen aanvaardbaar zijn, wanneer de consequenties van handhaving niet in een redelijke verhouding staan tot de belangen (van de beschermde natuurwaarden) die met (onmiddellijke) handhaving zouden zijn gediend. Zonder een gecontinueerde visserij zult u aanzienlijk belemmerd worden in het proces van verduurzaming. De aanschaf van een katalysator dan wel schonere motor vergt immers een aanzienlijke investering van u.
Ad b: beperkt in omvang en/of tijd
Gedogen is voor mij slechts aanvaardbaar zolang de voorgenoemde door uw vertegenwoordigers nieuw ingezette onderbouwingslijn nog niet tot een specifieke nadere onderbouwing op de reeds ingediende vergunningaanvragen heeft geleid, mede gekoppeld aan het praktische proces van uw verduurzaming. Dit betekent, effectief, dat een gecontinueerd gedogen gaat gelden tot het moment dat er een beslissing op uw aanvraag is genomen, maar uiterlijk tot 1 juli 2025. Ik acht dit een reële termijn om beide sporen (de nadere onderbouwing en de feitelijke verduurzaming) voldoende ruimte te kunnen geven. Ik streef ernaar om, samen met uw vertegenwoordigers, die besluitvorming zo snel mogelijk in gang te zetten.
Ad c: expliciet en na zorgvuldige kenbare belangenafweging
Elke gedoogbeschikking dient expliciet en na zorgvuldige kenbare belangenafweging te worden genomen. Wanneer handhaving tot aperte onbillijkheden zou leiden, kan gedogen aanvaardbaar of zelfs geboden zijn, mits de andere betrokken belangen, in dit geval de beschermde natuurwaarden, door het gedogen niet onevenredig worden geschaad.
Deze belangenafweging heb ik in het voorgaande reeds inhoudelijk weergegeven.
Ad d: controleerbaarheid
De aan de eerder afgegeven gedoogbeschikking verbonden voorwaarden dienen actief te worden gecontroleerd. Ik heb hiertoe reeds afspraken gemaakt met de betrokken toezichthouders werkzaam bij de NVWA en de LVVN Waddenunit. Ook zal vanuit het LVVN Team Natuurvergunningen op specifieke onderdelen toezicht en handhaving plaatsvinden.
Rechtspositie
Het is inmiddels vaste jurisprudentie dat een gedoogbeschikking, geen besluit is en daartegen geen rechtsmiddelen aangewend kunnen worden (ABRS 24-4-2019, ECLI:NL:RVS:2019:1356). Derde-belanghebbenden kunnen wel een handhavingsverzoek doen en tegen de afwijzing daarvan rechtsmiddelen aanwenden.
Nadere afweging rondom gedogen
Ik hecht zeer sterk aan een stevige inkadering van de gedoogde visserij-activiteiten, omwille van een bescherming van de beschermde natuurwaarden. Daartoe heb ik in de onderhavige gedoogbeschikking wederom de door u beoogde visserij nader gereguleerd. De betreffende voorwaarden treft u aan het einde van deze gedoogbeschikking aan.
Het aspect 'stikstof' is door mij in dat kader, juist vanwege de voorgenoemde specifieke overgangssituatie, inhoudelijk buiten de gedoogvoorwaarden gelaten. Er is dus geen specifieke beperking aan het visgebied of de intensiteit van vissen op dit punt gesteld.
Overtreden van de gedoogvoorwaarden
Ingeval u de voorwaarden van de onderhavige gedoogbeschikking niet in acht neemt, zal de gedoogbeschikking (waar proportioneel voorafgegaan door een formele waarschuwing) jegens u worden ingetrokken. Opvolgend zal tot bestuursrechtelijke handhaving worden overgegaan middels een aanschrijving tot bestuursdwang dan wel oplegging van een dwangsom wegens het ontbreken van de vereiste vergunning op grond van de Wnb.
Parallel daaraan zal ik, middels de betrokken toezichthouders, het Openbaar Ministerie actief vragen om strafvervolging in te stellen wegens het handelen zonder vergunning.
In meer algemene zin merk ik nadrukkelijk op dat de bestuurlijke gedoogbeschikking, de verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie voor een eventuele strafrechtelijke rechtshandhaving te allen tijde onverlet laat.
Wijzigingen/aandachtspunten t.o.v. de voorgaande gedoogbeschikking
Ik maak u attent op enkele wijzigingen/aandachtspunten in vergelijking met de voorgaande gedoogbeschikking, als volgt:
-
De bepalingen rondom het toezicht en handhaving op de zeeflap zijn gespecificeerd qua rollen en verantwoordelijkheden tussen enerzijds het natuurdomein en anderzijds het visserijdomein.
-
De bepalingen rondom uitval van de Black Box zijn aangepast qua meldingsloket.
-
De data uit de Black Box zullen, zodra operationeel, ook benut worden in de zogenoemde 'Visserijmonitor' (het digitale platform waarop relevante datastromen rondom deze visserij worden geprojecteerd).
De Visserijmonitor zal als toezichtsinstrument in de aanstaande vergunning nog meer specifiek benoemd en uitgewerkt worden. Waar mogelijk wordt zij wel reeds onder de onderhavige gedoogbeschikking operationeel ingezet (al dan niet bij wijze van proefdraaien; uw vertegenwoordiger wordt daarover nader geïnformeerd).
-
In algemenere zin zijn enkele aanpassingen doorgevoerd vanuit de aanpassing van de naamstelling van het Ministerie alsmede een actueler mailadres i.r.t. het LVVN Team Natuurvergunningen.
-
Het toezichts- en handhavingsbeleid is nader gespecifieerd (waarbij ook (waar passend) eerst ruimte wordt gelaten voor een formele waarschuwing).
-
In lijn met het eerdere wijzigingsbesluit op de voorgaande gedoogbeschikking (25 maart 2024 (kenmerk DGNV-NV/46598301 en aansluitend daarop het besluit van 8 april 2024 (DGNV -NV/52449609) alsmede het besluit van 16 april 2024 (DGNV-NV/ 52719602) zijn de spuikommen van Den Oever en Kornwerderzand uitgezonderd van de onderhavige gedoogbeschikking. Voor de inhoudelijke onderbouwing verwijs ik naar het betreffende eerdere besluit.
-
De beschikbare ecologische visuren zijn voor een aantal Natura 2000-gebieden gekort voor het jaar 2025 vanwege overschrijdingen in diverse Natura 2000-gebieden in het jaar 2024. Dit wordt in onderstaande nog nader toegelicht.
-
In anticipatie op de aanstaande vergunningverlening zijn enkele voorschriften toegevoegd ('Uitvoering van de visserij'); deze voorschriften zien primair op een zorgvuldige invulling van de vanuit de Omgevingswet algemeen geldende zorgplicht in Natura 2000-gebieden.
Ecologische visuren
Onder de werking van de onderhavige gedoogbeschikking wordt wekelijks (op basis van ruwe data) en maandelijks (op basis van schone data), in opdracht en verantwoordelijkheid van het ministerie, geregistreerd hoeveel visuren per Natura 2000-gebied gerealiseerd zijn. Deze registratie heeft betrekking op de gehele groep van houders van de onderhavige gedoogbeschikking.
Reductie vanwege overschrijdingen
In 2024 zijn door het collectief van de beoogde vergunninghouders te veel ecologische visuren gerealiseerd in de Natura 2000-gebieden Vlakte van de Raan, Voordelta en Waddenzee. Deze realisaties zijn gebaseerd op ruwe data. Het teveel aan gerealiseerde uren wordt afgetrokken van de voor 2025, vanuit de voorliggende vergunningaanvraag, beschikbare ecologische visuren.
Ten tijde van de afgifte van de onderhavige gedoogbeschikking is er een kans dat ook overschrijdingen in één of meerdere van de overige Natura 2000-gebieden tot en met 31 december 2024 zullen optreden. Een finale vaststelling van de exacte correcties n.a.v. de overschrijdingen in 2024 zullen onmiddellijk na definitieve vaststelling van de 2024-realisaties op grond van de schone data, per formeel besluit als wijziging op onderhavige gedoogbeschikking worden vastgesteld.
Die aantallen zijn dan leidend voor de monitoring van de visuren-realisaties voor het gehele jaar 2025.
Vanwege het uitzonderlijke karakter van de gedoogsituatie wordt wederom een 100%-limiet gehanteerd voor de looptijd van de onderhavige gedoogbeschikking. Deze limiet zal, omwille van de consistentie, ook gelden voor het tweede halfjaar van 2025, onder de aanstaande natuurvergunning. Na dit jaar zal, onder de nieuwe natuurvergunning, een specifieker regime gaan gelden in lijn met de voorliggende aanvraag en hetgeen daarin door uw vertegenwoordiger is aangedragen.
VOORWAARDEN VOOR GEDOGEN
Algemeen
-
De onderhavige gedoogbeschikking ziet enkel op de uitvoering van de garnalenvisserij (en bijbehorende vaarbewegingen) met het sleepnet, SeeWing en bordennet in de Natura 2000-gebieden Waddenzee, Noordzeekustzone, Voordelta, Vlakte van de Raan, Westerschelde en Oosterschelde.
-
De onderhavige gedoogbeschikking staat op naam van de individuele benoemde natuurlijke personen of rechtspersonen zoals vermeld in bijlage 1 bij deze beschikking, zulks altijd in verplichte combinatie met de daarin opgenomen vermelding van het door deze individuele natuurlijke personen of rechtspersonen in te zetten vaartuig.
-
Activiteiten vallend onder deze gedoogbeschikking worden uitsluitend uitgevoerd door (medewerkers van) de in voorwaarde 1 genoemde natuurlijke personen of rechtspersonen. Medewerkers dienen aantoonbaar in opdracht van de houder van de gedoogbeschikking te handelen: de houder blijft verantwoordelijk voor de juiste naleving van voorwaarden waaronder deze gedoogbeschikking wordt afgegeven.
-
Wanneer zich een incident voordoet, meldt de houder van de onderhavige gedoogbeschikking dit met alle relevante gegevens onmiddellijk aan het bevoegd gezag. Een incident is in dit geval een onvoorziene gebeurtenis waardoor schade aan de natuurlijke kenmerken in het betrokken beschermde gebied is of kan worden toegebracht, bijvoorbeeld wanneer onbedoeld vrijgekomen schadelijke stoffen een habitattype of habitat- of vogelrichtlijnsoort bedreigen.
-
Wanneer zich een incident voordoet, is de houder van de onderhavige gedoogbeschikking verplicht eventuele verontreinigingen zo mogelijk direct te verwijderen en de eventueel opgetreden schade voor zover mogelijk te herstellen, zulks ter beoordeling van het bevoegd gezag.
-
De houder van de onderhavige gedoogbeschikking volgt de aanwijzingen op die het bevoegd gezag geeft.
-
Alle correspondentie met betrekking tot deze gedoogbeschikking kan per reguliere post of per e-mail naar het e-mailadres natuurvergunningen@minlnv.nl worden ingestuurd.
Visuren-realisatie per Natura 2000-gebied
-
Gezien het gegeven dat in het onderhavige geval een gedoogsituatie geldt, mag tot het moment van vergunningverlening, maximaal 100% per Natura 2000-gebied van de in onderstaand overzicht in de laatste kolom genoemde maximale aantallen visuren gevist worden door het collectief van de in voorwaarde 1 genoemde natuurlijke personen en rechtspersonen. Dat maximum zal tevens voor het jaar 2025 gelden onder de aanstaande te verlenen natuurvergunning.
Natura 2000 gebied
|
Initieel aangevraagde maximale aantal visuren
|
Overschrijding in 2024 (ijkpunt 17 dec 2024)
|
Beschikbare uren na evt. correctie
|
Noordzeekustzone
|
109.404
|
-
|
109.404
|
Oosterschelde
|
629
|
-
|
629
|
Westerschelde
|
4.026
|
-
|
4.026
|
Voordelta
|
21.060
|
460
|
20.600
|
Vlakte van Raan
|
4.262
|
527
|
3.735
|
Waddenzee
|
83.471
|
1.458
|
82.013
|
-
Bij een realisatie van 100% zal de onderhavige gedoogbeschikking voor wat betreft de werking ervan in relatie tot het betreffende specifieke Natura 2000-gebied ingetrokken worden; het is ook onder de nieuwe aanstaande natuurvergunning dan niet meer toegestaan voor het restant van het jaar 2025 in het betreffende Natura 2000-gebied op garnalen te vissen. Handhaving is op die basis onmiddellijk mogelijk.
-
Realisaties boven de 100% (berekend over 2025) zullen op basis van de monitoring op grond van de schone data, gekort worden op de onder de te verlenen vergunning maximale aantallen visuren voor het betreffende Natura 2000-gebied in het opvolgend kalenderjaar. Hiertoe zal, na oplevering van de schone monitoringsdata, een separaat nader besluit worden genomen.
Voor garnalenvisserij gesloten gebieden
-
Er mag enkel gevist worden in de sublitorale delen van de betrokken Natura 2000-gebieden. Het sublitoraal bestaat in het kader van onderhavige gedoogbeschikking uit de niet droogvallende gebieden zoals aangegeven op de meest recente hydrografische kaarten inclusief de niet droogvallende (maar op genoemde kaarten niet ingetekende) geultjes in droogvallende delen zoals weergegeven op die kaarten, zulks ter controle door de betrokken toezichthouders. De veldcontroles op deze bepaling zullen, waar noodzakelijk, door de toezichthouders gestaafd worden aan de hand van de gemeten waterdiepten ter plaatse en de waterstand bij laagwater in getijdentabellen.
-
Er mag niet gevist worden op sublitorale mosselbanken, mosselkweekpercelen en op locaties waarop een mosselzaadinvanginstallatie aanwezig is.
-
Ten aanzien van de sublitorale mosselbanken moet een afstandscontour gehanteerd worden van 40 meter gemeten vanaf de sublitorale mosselbanken. De houder van de gedoogbeschikking is zelf verantwoordelijk voor het daartoe inwinnen van de beschikbare actuele inventarisatiegegevens.
-
Uitvoering van de garnalenvisserij vindt uitsluitend plaats binnen het vanuit de relevante wet- en regelgeving voor de garnalenvisserij formeel toegestane visgebied binnen de relevante Natura 2000-gebieden. De houder van de onderhavige gedoogbeschikking respecteert de bepalingen uit de voor de garnalenvisserij relevante 'Toegangbeperkende Besluiten' zoals vastgesteld op basis van de Omgevingswet, Wnb of diens voorlopers.
-
Uitvoering van de garnalenvisserij vindt, in anticipatie op de voorliggende vergunningaanvraag, niet plaats in de gebieden zoals aangeduid in bijlage 2 (de 6,5%-VisWad-gebieden). Deelgebieden I zijn permanent gesloten voor de garnalenvisserij, het deelgebied III Mepen-Krommebalg is gesloten voor de garnalenvisserij in de maand augustus, uitgezonderd het doorgaand vaarwater. Met doorgaand vaarwater wordt de betonde vaargeul in het betreffende III‐gebied als begrenzing aangehouden.
-
Het op basis van de onderhavige gedoogbeschikking genereren en benutten van locatie- alsmede visserij- en vaardata welke gegeneerd worden door het gehanteerde Black Box systeem zal tevens, via de Visserijmonitor, als bewijsvoering gehanteerd worden in relatie tot het door de houder van de onderhavige gedoogbeschikking in acht nemen van o.a. de voorgenoemde Toegangbeperkende Besluiten. Eventuele handhaving hierop verloopt eigenstandig via de onderliggende wettelijke regimes (dus o.a. de Toegangbeperkende Besluiten) en niet via de onderhavige vergunning met uitzondering van het via onderhavige gedoogbeschikking genereren en benutten van locatiedata welke gegeneerd worden door het op het ingezette vaartuig aanwezige Black Box systeem.
-
In afwijking van de voorgaande bepaling vindt het toezicht en handhaving op de in bijlage 2 weergegeven gesloten gebieden I en III (welke door u expliciet niet zijn aangevraagd) wèl eigenstandig plaats op grond van de onderhavige gedoogbeschikking.
-
De spuikom van Den Oever en de spuikom van Kornwerderzand vallen niet onder de reikwijdte van de onderhavige gedoogbeschikking. Het specifiek niet toegestane gebied is weergegeven in bijlage 4 van het onderhavige besluit.
-
Indien gedurende de looptijd van de onderhavige gedoogbeschikking, Toegangbeperkende Besluiten op grond van artikel 2.45 van de Omgevingswet geheel of gedeeltelijk voor de garnalenvisserij worden ingesteld en/of gewijzigd worden dan dient de garnalenvisserij, waar aan de orde, in overeenstemming met dergelijke besluiten te worden uitgevoerd.
Uitvoering van de visserij
-
De houder van de onderhavige gedoogbeschikking dient het bepaalde in artikel 11.6 van het Besluit Activiteiten Leefomgeving in acht te nemen. Deze zorgplicht vult de houder in ieder geval in door de navolgende bepalingen in acht te nemen:
-
het is niet toegestaan afval of materialen in het gebied achter te laten. Restafval dient te worden opgevangen en niet in het water terecht te komen.
-
buiten het vaartuig is enkel het gebruik van geluidsapparatuur ten behoeve van veiligheid en communicatie toegestaan.
-
de verlichting van de vaartuigen en overige apparatuur dient, ook wat de hoogte daarvan betreft, te worden beperkt tot hetgeen wettelijk verplicht is en strikt onvermijdbaar is in samenhang met de uitvoering van de bij dit besluit tijdelijk toegestane activiteiten.
-
bij rustende grijze en/of gewone zeehonden op de aanwezige (droogvallende) platen, in het Natura 2000-gebied Voordelta minimaal 1.200 meter en in de overige Natura 2000-gebieden minimaal 1.500 meter afstand in acht te nemen. Mocht deze afstand niet realiseerbaar zijn, omdat bijvoorbeeld de geul onvoldoende breedte heeft, dan dient zo rustig mogelijk doorgevaren te worden, waar praktisch mogelijk aan de andere kant van de geul.
-
wanneer tijdens de visactiviteiten exemplaren van rivierprik, zeeprik, spiering en/of fint worden bijgevangen, dan dienen deze exemplaren onmiddellijk weer teruggezet te worden.
-
het aan boord hebben van niet-bemanningsleden (te onderleggen middels een formeel arbeidscontract) en het gebruik van het schip en/of vistuig voor andere doeleinden dan beroepsmatige garnalenvisserij, is binnen voorgenoemde gebieden niet toegestaan;
-
behalve het motorgeluid zijn overige geluid producerende bronnen niet toegestaan;
Technische voorschriften
21. Tijdens de visserij moet de zeeflap vanuit de onderhavige gedoogbeschikking gedurende het gehele jaar worden gebruikt. Toepassing dient plaats te vinden conform de inhoudelijke vereisten van artikel 54 van de Uitvoeringsregeling zeevisserij en de uitvoeringsvorm zoals vastgelegd in artikel 12 van de EG-verordening 3440/84. Toezicht en handhaving op de naleving vindt in de periode van 16 november tot 15 april exclusief plaats op grond van voorgenoemde visserijwet- en regelgeving. Daarbuiten vindt toezicht en handhaving plaats op grond van de onderhavige gedoogbeschikking.
22. Het gebruik van een brievenbusnet in plaats van de zeeflap is enkel binnen het Natura 2000 Waddenzee toegestaan en enkel in de maanden juni, juli en augustus.
23. Voor wat betreft het formaat van de opgeviste garnalen, de maaswijdte en vangstsorteerapparatuur gelden de daarop gerichte bepalingen op grond van de (Europese) visserijwet- en regelgeving, evenwel met in acht name van de hiernavolgende vier bepalingen welke de vertegenwoordiger van de houders van de onderhavige gedoogbeschikking als mitigerende maatregel heeft opgevoerd in de aangeleverde ecologische onderbouwing:
-
het gezamenlijk tuig-gewicht bedraagt maximaal 3.800 kg.
-
er geldt een minimummaaswijdte van 20 mm. in het gehele net en 22 mm. in de kuil van de netten (de laatste 150 rijen van de mazen).
-
er geldt een minimummaat van de zeefwijdte van de spoelsorteertrommel van 6 mm.
-
de maximale maaswijdte van de zeeflap bedraagt 60 mm.
Toezicht & handhaving
24. De houder van de onderhavige gedoogbeschikking neemt de bepalingen inzake VMS en AIS van artikel 102 en artikel 103 van de Uitvoeringsregeling Zeevisserij te allen tijde in acht. Toezicht en handhaving op de naleving vindt plaats op grond van voorgenoemde visserijwet- en regelgeving.
25. De op bijlage 1 behorende bij onderhavige gedoogbeschikking vermelde vaartuigen beschikken over een volledig operationeel 'Black Box'-systeem waarin locatie en vaar- en visserij-activiteit geregistreerd wordt daar waar een door de betreffende houder van de onderhavige gedoogbeschikking ondernomen vaar- en visreis geheel of gedeeltelijk zal plaatsvinden in Natura 2000-gebied en gevist wordt op (onder andere) garnalen. Dit systeem dient binnen de relevante Natura 2000-gebieden gedurende de vaar- en visreis operationeel te zijn.
26. Bij het ontbreken van een signaal vanuit de Black Box kan door de betrokken toezichthouders niet geverifieerd worden of binnen de kader van de onderhavige gedoogbeschikking wordt gewerkt. Bij geconstateerd ontbreken, ontvangt u een eenmalige formele waarschuwing met een hersteltermijn. Na het vervallen van deze termijn en het desondanks ontbreken van voorgenoemd signaal, geldt het voorgenoemd handhavingsbeleid. Hierop is alleen dan een uitzondering mogelijk wanneer u zich kunt beroepen op een situatie zoals benoemd in voorschrift 28.
27. Een wijziging welke van invloed kan zijn op de registratie door de Black Box van de vaar- en/of visactiviteit dient twee weken voor operationeel worden, gemeld te worden aan natuurvergunningen@minlnv.nl.
28. Ingeval van uitval van de Black Box geldt vanuit een eventueel reeds actieve Visserijmonitor het navolgende protocol:
-
Bij constatering op zee: onmiddellijke melding aan het Ministerie van LVVN middels een e-mail aan natuurvergunningen@minlnv.nl. Het vaartuig zal vervolgens via de andere beschikbare systemen gemonitord worden tot de afronding van de betreffende vaar- en visreis.
-
Opvolgend uitvaren na bovenstaande uitval-melding is slechts mogelijk na reparatie en melding van reparatie aan het Ministerie van LVVN middels een e-mail aan natuurvergunningen@minlnv.nl, zodat de andere beschikbare systemen niet meer gemonitord hoeven te worden.
-
Ingeval van verschoonbaar buiten werking blijven van de Black Box (bijvoorbeeld vanwege levertijd van een defect onderdeel) dient hiervan wederom melding gedaan te worden aan het Ministerie van LVVN middels een e-mail aan natuurvergunningen@minlnv.nl. Deze uitzondering geldt voor maximaal vijf werkdagen na ontvangst van de uitval-melding. Het vaartuig zal via de andere beschikbare systemen gemonitord worden tot afmelding van het buiten werking zijn van de Black Box door de houder van de onderhavige gedoogbeschikking bij het Ministerie van LVVN middels een e-mail aan natuurvergunningen@minlnv.nl. Na de voorgenoemde periode van vijf werkdagen is een vaar- en visreis zonder Black Box niet toegestaan.
29. De technische vereisten voor het voorgenoemd systeem staan vermeld in bijlage 3 bij de onderhavige gedoogbeschikking.
30. De reeds eerder ontvangen en door het Ministerie van LVVN geaccordeerde installatie- en toestemmingsverklaringen zullen hun gelding behouden onder de onderhavige gedoogbeschikking, inclusief de verklaringen die in de context van de voorliggende vergunningaanvragen reeds zijn ingestuurd. Enkel met een door het Ministerie van LVVN geaccordeerde set van een installatieverklaring en toestemmingsverklaring kan onderhavige gedoogbeschikking benut worden.
31. De individuele houder van de onderhavige gedoogbeschikking heeft met een reeds eerder afgegeven toestemmingverklaring, de betrokken toezichthouders middels ondertekening daarvan, rechtstreeks toegang gegeven tot alle Black Box data en primaire rapportages (vistijden, vislocaties, vis- en vaarsnelheid en visserijactiviteiten). Ingeval van een bedrijfsovername dient een nieuwe toestemmingsverklaring door de opvolgende houder van de onderhavige gedoogbeschikking ingestuurd te worden. De afgegeven toestemming wordt tevens geacht te zijn gegeven voor het eventueel reeds in de periode van 1 januari 2025 tot 1 juli 2025 gaan benutten van de data in de zogenoemde 'Visserijmonitor'.
32. Ingeval van het in bedrijf nemen van een ander vaartuig dan zoals vermeld op bijlage 1 dan wel een wijziging in het houderschap van deze gedoogbeschikking dan wel een adreswijziging, wordt deze wijziging door of namens de betreffende houder van de onderhavige gedoogbeschikking formeel en schriftelijk ingemeld aan het bevoegd gezag via natuurvergunningen@minlnv.nl.
33. De betreffende wijzigingen zullen middels het toezenden van een formeel administratief wijzigingsbesluit (qua houderschap) en/of nieuwe versie van de relevante bijlagen geformaliseerd worden (vanuit voorgenoemd mailadres). Er zal versiebeheer hierop actief zijn. Dergelijke mutaties zullen met een frequentie van 1 x per maand door het bevoegd gezag worden behandeld en verwerkt (in de vierde week van een kalendermaand).
34. Voor het kunnen vastleggen van de betreffende wijziging zoals benoemd in voorgaand voorschrift is het vereist dat het bevoegd gezag de hierop aangeleverde installatie- en toestemmingsverklaring heeft geaccordeerd. Voor de voorgenoemde toestemmingsverklaring is een standaardformulier 'toestemmingsverklaring' bij het LVVN Team Natuurvergunningen beschikbaar.
35. De in voorgaand voorschrift genoemde installatieverklaring is vormvrij maar dient wel te allen tijde door het ingeschakelde installatiebedrijf voorzien te zijn van een datum.
36. Binnen de kaders van de onderhavige gedoogbeschikking zijn enkel mutaties op de lijst zoals opgenomen in bijlage 1 mogelijk na insturen naar en formeel accorderen door het Ministerie van LVVN. Een mutatie vergt een expliciete schriftelijke wijziging van bijlage 1 behorende bij de onderhavige gedoogbeschikking.
Zone II & III
37. Het is in 'zone II' (zoals vastgelegd in het vigerende Toegangbeperkende Besluit Noordzeekustzone) toegestaan te vissen op garnalen met een traditionele klossenpees met zeeflap of een SeeWing-vistuig met zeeflap. Dit onder verwijzing naar de eerdere argumentatie daartoe in de laatste natuurvergunning en de in de voorliggende vergunningaanvragen aangeleverde additionele argumentatie.
38. Het is in 'zone III' (zoals vastgelegd in het vigerende Toegangbeperkende Besluit Noordzeekustzone) toegestaan te vissen op garnalen met een traditionele klossenpees met zeeflap of een SeeWing-vistuig met zeeflap. In de voorliggende vergunningaanvragen worden deze onderbouwd aangemerkt als 'best beschikbare techniek en visserijpraktijk garnalenvisserij'.
Toezicht & handhaving
-
De op bijlage 1 van onderhavig gedoogbeschikking vermelde rechtspersonen en personen alsmede de in diens opdracht werkzame personen geven, overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht, alle medewerking aan de aangewezen toezichthouder(s).
-
De op bijlage 1 van onderhavig gedoogbeschikking vermelde rechtspersonen en personen voeren een administratie waarin alle op deze gedoogbeschikking betrekking hebbende documenten en bewijsstukken ten aanzien de naleving van de voorschriften en beperkingen van deze gedoogbeschikking zijn opgenomen.
Looptijd/geldigheid
-
De onderhavige gedoogbeschikking is geldig vanaf 1 januari 2025 tot het moment dat een beslissing op uw vergunningaanvraag is genomen, maar uiterlijk tot 1 juli 2025.
Vanuit de betrokken beleidsmedewerkers vanuit het Ministerie van LVVN zal tijdens de diverse contactmomenten met uw vertegenwoordigende organisaties nauwgezet gemonitord worden op een afdoende voortgang van de voorgenoemde verduurzaming.
Hoogachtend,
De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,
namens deze:
MT-lid Natuurvergunningen
Directoraat-Generaal Natuur en Visserij
BIJLAGEN
1. Lijst houders gedoogbeschikking 1 januari 2025 tot 1 juli 2025 Nederlandse garnalenvissers;
2. Kaart en coördinaten van vrijwillig uitgesloten visgronden;
3. Technische eisen Black Box;
4. Kaarten en coördinaten spuikommen Den Oever en Kornwerderzand.