Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 24/44104/GV, 8 november 2025, beroep
Uitspraakdatum:08-11-2025

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          24/44104/GV

Betreft [klager]

Datum 8 november 2024

 

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

De – zo begrijpt de beroepscommissie – Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (hierna: verweerder) heeft op 21 oktober 2024 klagers verzoek om strafonderbreking afgewezen.

Klagers raadsvrouw, mr. D.N.A. Brouns, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De beoordeling

Klager is sinds 9 april 2011 gedetineerd. Hij ondergaat een gevangenisstraf van 21 jaar met aftrek, wegens – kort gezegd – doodslag en poging daartoe, handelen in strijd met de Opiumwet en afpersing. De datum waarop klager (voorwaardelijk) in vrijheid wordt gesteld, is momenteel bepaald op 4 juni 2025.

De regelgeving

In artikel 34 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling) staat dat strafonderbreking kan worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer, dat niet kan worden volstaan met een andere vorm van verlof. Op grond van artikel 36 van de Regeling kan strafonderbreking worden verleend voor het bijwonen van de bevalling van de levenspartner van de gedetineerde.

In artikel 21, derde lid, van de Regeling staat dat incidenteel verlof niet wordt verleend wanneer de gedetineerde binnen een maand na de beoogde verlofdatum in aanmerking komt voor invrijheidstelling of re-integratieverlof en het beoogde bezoek in dat kader kan worden afgelegd.

Klagers verzoek

Klager heeft verzocht om strafonderbreking voor de duur van zes weken in verband met de geboorte van zijn kind. Hij wil graag voorafgaand aan, tijdens en na de bevalling bij zijn partner zijn om haar te ondersteunen. Vanwege de stilgeboorte van hun vorige kindje, een stressvol ivf-traject, medische zorgen rondom zijn partner en het ontbreken van passende en andere zorg voor klagers partner, zou het in de rede liggen om aan klager strafonderbreking te verlenen.

De bevalling

Incidenteel verlof wordt op grond van artikel 21 van de Regeling niet verleend wanneer het beoogde bezoek binnen een maand na de beoogde verlofdatum in het kader van re‑integratieverlof kan worden afgelegd. In de toelichting op artikel 34 van de Regeling staat dat nu het incidenteel verlof van complementaire aard is, al helemaal geldt dat ook geen strafonderbreking kan worden verleend wanneer kan worden volstaan met regimesgebonden verlof of algemeen verlof (de beroepscommissie begrijpt in de huidige context: re‑integratieverlof).

Uit het vrijhedenadvies van 11 oktober 2024 volgt dat de vrijhedencommissie negatief heeft geadviseerd met betrekking tot klagers verzoek om strafonderbreking. Klager komt namelijk in aanmerking voor (kortdurend en) langdurend re-integratieverlof. Hij heeft goedkeuring voor maandelijks langdurend re-integratieverlof en uit nadere inlichtingen van het personeel van de inrichting is gebleken dat klager in november 2024 in aanmerking kan komen voor langdurend re-integratieverlof voor de duur van zeven nachten. Het verlof kan worden ingezet op het moment dat de bevalling is begonnen.

De beroepscommissie is gelet op het voorgaande van oordeel dat klager de bevalling van zijn partner zou kunnen bijwonen in het kader van een langdurend re-integratieverlof. Dat klager zijn langdurend re-integratieverlof voor een ander doel had willen inzetten, acht de beroepscommissie van onvoldoende zwaarwegend belang. Verweerder heeft klagers verzoek om strafonderbreking ten aanzien van het bijwonen van de bevalling daarom in redelijkheid mogen afwijzen.

Ondersteuning voor en na de bevalling

Hoewel klagers wens om voor een langere periode aanwezig te zijn bij zijn partner en zijn pasgeboren baby begrijpelijk is, is de beroepscommissie van oordeel dat niet voldoende is gebleken van de noodzaak tot het verlenen van strafonderbreking voor een periode die langer is dan het langdurend re-integratieverlof waarvoor klager in aanmerking komt.

Verweerder heeft de situatie van klager en zijn partner voorgelegd aan de medisch adviseur bij de afdeling Individuele Medische Advisering (hierna: de medisch adviseur). Die heeft aangegeven geen aanleiding te zien om een advies uit brengen, omdat de zwangerschap en bevalling geen medische aangelegenheid zijn. Ook in de situatie van klagers partner is daarvan geen sprake, volgens de medisch adviseur. De beroepscommissie ziet geen reden om aan deze inlichtingen te twijfelen.

Het is daarnaast onvoldoende aannemelijk geworden dat klagers partner slechts op klagers hulp is aangewezen. Klagers partner krijgt, na een mogelijk verblijf in het ziekenhuis, kraamzorg. Dat familie en vrienden ver weg zouden wonen, acht de beroepscommissie van onvoldoende zwaarwegend belang om op grond daarvan te oordelen dat de noodzaak bestaat om aan klager strafonderbreking te verlenen.

Verweerder heeft er overigens op gewezen dat, zouden er na de bevalling medische complicaties ontstaan, een nieuw verzoek om strafonderbreking kan worden ingediend. De medisch adviseur kan in dat geval een advies geven over de vraag of op dat moment (wel) de (medische) noodzaak bestaat voor het verlenen van strafonderbreking.

Conclusie

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep dan ook ongegrond verklaren.

 

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is op 8 november 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. G.C. Bos, voorzitter, mr. L.C.P. Goossens en mr. J.R.K.A.M. Waasdorp, leden, bijgestaan door mr. A. Back, secretaris.

 

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven