Nummer
|
23/34169/GA
|
|
|
|
|
|
|
Betreft
|
[klager]
|
Datum
|
8 november 2024
|
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen het niet nemen van een beslissing op zijn verzoek om – via een laptop op cel – de mogelijkheid te krijgen om zijn gratieverzoek op te stellen en om online jurisprudentie en andere juridische bronnen te raadplegen.
De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Nieuwegein heeft op 30 mei 2023 het beklag gegrond verklaard voor wat betreft de tijdigheid van de beslissing en ongegrond verklaard voor wat betreft de inhoud van de beslissing (NM-2023-341). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.
Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld, voor zover het beklag ongegrond is verklaard.
De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de PI Nieuwegein (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
Op 3 oktober 2023 heeft mr. M. de Reus zich gesteld als raadsman van klager. Aan hem zijn de dossierstukken toegezonden.
2. De beoordeling
Verzoek van klager
Klager verzoekt om dit beroep samen te behandelen met twee andere beroepen van klager: 23/39542/GA en 23/36386/GA. Deze zaken verschillen inhoudelijk van elkaar en van de zaak die nu aan de orde is. De beroepscommissie ziet daarom geen redenen om deze zaken tegelijk te behandelen. De beroepscommissie wijst het verzoek dan ook af.
De procedure
Klager heeft op 22 september 2022 verzocht om een laptop op cel ten behoeve van zijn te voeren gerechtelijke procedures. Klager heeft beklag ingesteld tegen het niet op dit verzoek beslissen door de directeur. De beklagrechter bij de PI Nieuwegein heeft op 16 februari 2023 de directeur opgedragen om binnen twee weken een (nieuwe) beslissing te nemen op het verzoek van klager om – al dan niet via een laptop op cel – de mogelijkheid te krijgen om juridische informatie te kunnen raadplegen.
Klager heeft op 9 maart beklag ingesteld tegen het (opnieuw) uitblijven van een beslissing op zijn verzoek.
De directeur heeft op 20 maart 2023 – dus nadat klager beklag heeft ingesteld – per brief aan klager laten weten dat de inrichting bezig is met het zoeken naar een manier om aan de wensen van klager te kunnen voldoen, maar dat dit op korte termijn niet mogelijk is. Er is klager aangeboden om twee keer een half uur via het RIC informatie ter onderbouwing van zijn gratieverzoek op te zoeken. Het aanbieden van een laptop was niet meer aan de orde, omdat klager andere mogelijkheden aangeboden kreeg.
Klager heeft deze brief niet opgevat als een beslissing, maar enkel als een informatieve brief. Op 30 mei 2023 heeft de beklagcommissie bij de PI Nieuwegein geoordeeld dat de directeur weliswaar te laat heeft beslist op klagers verzoek, maar dat de inhoud van de brief voldoende duidelijk en gemotiveerd is. Klager heeft beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
Inhoudelijke beoordeling
De beroepscommissie is met de beklagcommissie van oordeel dat de brief van de directeur een beslissing is op klagers verzoek. Uit de brief van de directeur volgt een afwijzende beslissing op het verzoek om een laptop (‘niet meer aan de orde’). De directeur geeft hierbij aan wel op zoek te zijn naar een andere mogelijkheid om klager (via de bibliotheek) toegang te geven tot de websites.
Deze beslissing is genomen na de klacht van klager en vóór de uitspraak van de beklagcommissie. De beklagcommissie dient in zo’n geval alleen te beoordelen of de directeur binnen een redelijke termijn heeft beslist. Klager had desgewenst een nieuwe klacht tegen de genomen beslissing kunnen indienen (vergelijk RSJ 1 september 2023, 23/31635/GA).
De beroepscommissie is van oordeel dat de beklagcommissie de beslissing van de directeur dan ook ten onrechte inhoudelijk heeft beoordeeld. Daarom zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen voor zover in beroep aan de orde. De beroepscommissie volstaat hiermee, omdat het beklag voor het overige al gegrond is verklaard en het beroep zich daar (dus) niet tegen richt.
3. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover in beroep aan de orde.
Deze uitspraak is op 8 november 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit
mr. W.S. Korteling, voorzitter, mr. F.H.J. van Gaal en mr. A.M.G. Smit, leden, bijgestaan door mr. L.A.E. Rijnja, secretaris.
secretaris voorzitter