Nummer: 08/2923/GB
Betreft: [klager] datum: 27 januari 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.M.C. van Gorkum, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 11 november 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Grave ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 21 mei 2008 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring
(h.v.b.) Grave. Op 12 september 2008 is hij geselecteerd voor de gevangenis Grave, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager meent dat er geen bezwaren zijn hem in een beperkt beveiligde inrichting te plaatsen. De houding van klager in de inrichting is correct. Aan hem zijn geen disciplinaire straffen of
ordemaatregelen opgelegd.
De politie heeft geen bezwaren. Alleen de Officier van Justitie adviseert negatief en meent dat er sprake is van recidive- en vluchtgevaar. De Officier van Justitie komt tot deze conclusie omdat klager het feit waarvan hij wordt verdacht ontkent, hij
is
veroordeeld voor langdurig dealen en een huis heeft in Nigeria, waar hij geregeld komt. Klager meent dat er geen sprake is van recidive- en vluchtgevaar. Hij heeft een Nederlandse vrouw en een kind. Hij zal niet naar Nigeria vluchten. Klager zal verder
geen strafbare feiten plegen, omdat hij erg is geschrokken van hetgeen is gebeurd. Klager heeft expliciet aangegeven als garantie dat hij niet zal vluchten, zijn paspoort in te willen leveren.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager wil graag in aanmerking komen voor plaatsing in een b.b.i., maar is geplaatst in een gesloten inrichting. Van de Officier van Justitie is gebleken dat klager een
ontkennende veroordeelde is die langdurig heeft gedeald, connecties en een huis heeft in Nigeria en daar ook regelmatig verblijft. De politie heeft papieren in beslag genomen waaruit bleek dat klager van plan was een aantal dagen na zij arrestatie nog
naar Nigeria af te reizen. Omdat niet valt uit te sluiten dat klager inderdaad zich aan zijn detentie gaat onttrekken en hij in hoger beroep nog niet veroordeeld is, kan de selectiefunctionaris zich vinden in de argumenten van de Officier van
Justitie.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Grave is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.3. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.
4.4. In de toelichting op dit artikel (Staatscourant 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving
een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.
4.5. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Uit de stukken is voldoende aannemelijk
geworden, dat ten aanzien van klager kan worden gevreesd dat hij zal ontvluchten. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 27 januari 2009
secretaris voorzitter