Ga direct naarInhoudofMenu
Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.
Onderstaande relaties zijn gevonden bij “document”. Bij klikken wordt een externe website met een relatieoverzicht geopend op overheid.nl.
Op grond van bijlage VIII, Deel 1, van Verordening (EG) nr. 883/2004 ziet de SVB bij aanvragen om ouderdomspensioen krachtens de AOW af van een dubbele berekening als bedoeld in artikel 52, eerste lid, onder b, Verordening (EG) nr. 883/2004. Dit betekent dat de SVB het recht op AOW uitsluitend vaststelt aan de hand van de nationale wetgeving.
Als de AOW-toeslag samenloopt met een buitenlandse wettelijke uitkering die is gebaseerd op tijdvakken van verzekering van de jongere partner, is de SVB in beginsel gehouden om een dubbele berekening te maken waarbij de hoogst berekende uitkering moet worden betaald. De SVB zou daarom in beginsel een berekening moeten maken van het ‘autonoom pensioen’ genoemd in artikel 52, eerste lid, onder a, Verordening (EG) nr. 883/2004 en van de ‘pro-rata-uitkering’ genoemd in artikel 52, eerste lid, onder b, Verordening (EG) nr. 883/2004. De twee berekeningen leiden echter alleen tot een verschil als sprake is van een buitenlandse wettelijke uitkering die is gebaseerd op verzekering van de jongere partner. Op grond van de AOW moet deze in mindering worden gebracht op de AOW-toeslag, terwijl dit bij de ‘pro rata’ berekening van de verordening niet mag. De SVB kiest ervoor om in een dergelijk geval geen dubbele berekening te maken door een buitenlandse wettelijke uitkering die is gebaseerd op verzekering van de jongere partner niet in mindering te brengen op de AOW-toeslag.
artikel 52, lid 4, en bijlage VIII, Deel 1 Vo. 883/2004
Wijzigingsbesluit Beleidsregels SVB maart 2022
Huidige versie: 1