De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),
en meer in het bijzonder:
de artikelen 35, 50, eerste lid, onderdelen a, c en d, 52, aanhef en onder e, 53, aanhef en onder b, van de Wmg,
alsmede de beleidsregel:
- Prestaties en tarieven medisch-specialistische zorg, kenmerk BR/REG-24102a (hierna: de beleidsregel), met inbegrip van wijzigingsbesluit, kenmerk WB/REG-2025-01, alsmede wijzigingsbesluit, kenmerk WB/REG-2025-02;
en de nadere regel:
- Regeling medisch-specialistische zorg, kenmerk NR/REG-2403a (hierna: de regeling), met inbegrip van wijzigingsbesluit, kenmerk WB/REG-2025-01, alsmede wijzigingsbesluit, kenmerk WB/REG-2025-02;
besloten dat:
door aanbieders van:
-
medisch-specialistische zorg;
-
zintuiglijk gehandicaptenzorg;
-
geriatrische revalidatiezorg;
-
gespecialiseerde mondzorg zoals kaakchirurgen plegen te bieden;
aan:
-
zorgverzekeraars en
-
(niet-)verzekerden2
de volgende prestaties in rekening mogen worden gebracht:
-
Dbc-zorgproducten zoals opgenomen in de Zorgproducten Tabel behorend bij de Regeling medisch-specialistische zorg;
-
Overige zorgproducten zoals opgenomen in de bijlage 'Overzicht overige zorgproducten' bij de Regeling medisch-specialistische zorg;
alsmede de volgende tarieven:
-
de tarieven genoemd in de 'Tarieventabel dbc-zorgproducten en overige zorgproducten', die als bijlage deel uitmaakt van deze beschikking. In deze bijlage staan in een afzonderlijk tabblad de per 1 januari 2025 gewijzigde tarieven opgenomen, waartegen de mogelijkheid van bezwaar en beroep open staat. Daarnaast bevat deze bijlage ter informatie en ter volledigheid een ander tabblad waarin alle per 1 januari 2025 geldende tarieven (dus zowel de gewijzigde als de ongewijzigde) staan opgenomen.
Voorwaarden, voorschriften en/of beperkingen
Ten aanzien van het hierboven gestelde gelden de navolgende voorwaarden, voorschriften en/of beperkingen:
1. De tarieven die op grond van deze beschikking in rekening worden gebracht, zijn integrale tarieven.
2. Een zorgaanbieder, hierboven genoemd onder een van de nummers 1 tot en met 4, die valt onder de definitie van solist, brengt de in deze beschikking genoemde (integrale) tarieven slechts in rekening, indien hij in het bezit is van een door de NZa afgegeven individuele beschikking als bedoeld in artikel 16 van de beleidsregel, respectievelijk artikel 31, lid 3, van de regeling.
3. De (integrale) tarieven die op grond van deze beschikking in rekening worden gebracht, zijn maximumtarieven, als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onder c, van de Wmg, voor zover betrekking hebbend op geleverde zorgprestaties in het gereguleerde segment (A-segment), en zijn vrije tarieven, als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onder a, van de Wmg, voor zover betrekking hebbend op geleverde zorgprestaties in het vrije segment (B-segment).
4. De maximumtarieven die op grond van deze beschikking voor prestaties in het gereguleerde segment in rekening worden gebracht (met uitzondering van de add-on geneesmiddelen, ozp-stollingsfactoren en een beperkte set prestaties die op grond van de tarieven in de eerste lijn van een tarief worden voorzien), kunnen met ten hoogste 10% worden verhoogd indien hieraan een schriftelijke overeenkomst tussen de betreffende zorgaanbieder en zorgverzekeraar ten grondslag ligt. Een max-max tarief wordt alleen in rekening gebracht aan:
-
de ziektekostenverzekeraar met wie de zorgaanbieder het verhoogde maximumtarief is overeengekomen, of
-
de verzekerde die een zorgverzekering heeft gesloten bij een zorgverzekeraar met wie de zorgaanbieder het verhoogde maximumtarief is overeengekomen.
5. Op tarieven die betrekking hebben op dbc-zorgproducten die vóór 1 januari 2025 zijn geopend, maar na 1 januari 2025 in rekening worden gebracht (de zgn. overloop dbc's ), is de tariefbeschikking vastgesteld op 18 september 2023, met kenmerk TB/REG-24602-02 inclusief de daarin opgenomen voorwaarden, voorschriften en beperkingen, van toepassing.
6.Dbc-zorgproducten voor gespecialiseerde brandwondenzorg (dbc-zorgproductcodes 979004001 t/m 979004017) worden uitsluitend in rekening gebracht door instellingen die een beschikbaarheidbijdrage als bedoeld in artikel 56a van de Wmg voor brandwondenzorg hebben ontvangen voor het beschikbaar hebben van deze specifieke vorm van zorg.
7. Declaratiebepalingen (voorschriften, voorwaarden of beperkingen) opgenomen in de beleidsregel, respectievelijk de regeling, zijn - voor zover niet in deze beschikking genoemd - onverkort van toepassing op zorgaanbieders die op grond van deze beschikking prestaties en tarieven in rekening brengen.
Intrekking voorgaande beschikking
De Prestatie- en tariefbeschikking medisch-specialistische zorg, kenmerk TB/REG-25610-01, vastgesteld op 23 april 2024 in het kader van het releasepakket RZ25a, wordt ingetrokken.
Inwerkingtreding
Deze beschikking treedt in werking op 1 januari 2025 en vervalt op 1 januari 2026.
Met inachtneming van artikel 20, tweede lid, aanhef en onderdeel b, van de Wmg, zal kennisgeving van de terinzagelegging van deze tariefbeschikking worden gedaan in de Staatscourant.
Deze beschikking bevat één bijlage, te weten: 'Tarieventabel dbc-zorgproducten en overige zorgproducten geldend per 1 januari 2025, v20241001'.
Bezwaar en beroep
Indien u het niet eens bent met dit besluit dan kunt u binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij de Nederlandse Zorgautoriteit. U kunt uw bezwaar indienen: via de website (www.nza.nl/bezwaar) of per post. Het is niet mogelijk uw bezwaar via de e-mail in te dienen.
Adres:
Nederlandse Zorgautoriteit
t.a.v. unit Juridische Zaken
Postbus 3017
3502 GA UTRECHT
(In de linkerbovenhoek van de envelop vermeldt u: Bezwaarschrift)
Het bezwaar dient volgens artikel 6:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht schriftelijk en ondertekend te worden ingediend en dient ten minste de volgende gegevens bevatten:
-
naam en adres van de indiener;
-
de dagtekening;
-
een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt;
-
de gronden (onderbouwing) van het bezwaar.
Wij verzoeken u een kopie van dit besluit bij te voegen.
Hoogachtend,
Nederlandse Zorgautoriteit
I. Gaillard MSc
unitmanager Tweedelijns Somatische Zorg
Toelichting
In deze beschikking is aangegeven welke zorgaanbieders met ingang van 1 januari 2025 gerechtigd zijn de Wmg-prestaties en -tarieven, zoals genoemd in deze beschikking, in rekening te brengen. Daarmee is de reikwijdte van deze beschikking afgebakend. Met de invoering per 1 januari 2015 van integrale tarieven voor medisch-specialistische zorg is het declaratierecht van dbc-zorgproducten en overige zorgproducten voorbehouden aan twee soorten zorgaanbieders, te weten: instellingen en solisten.
Instellingen
Verreweg de meeste zorgaanbieders die onder de reikwijdte van de Prestatie- en tariefbeschikking medisch-specialistische zorg vallen, zijn instellingen en in die hoedanigheid te duiden als instellingen voor medisch-specialistische zorg. Hieronder vallen in de eerste plaats de algemene en categorale ziekenhuizen, de universitaire medische centra (umc's) en de zelfstandige behandelcentra (zbc's). Maar ook de onderstaande categorieën zorgaanbieders worden beschouwd als instellingen die medisch-specialistische zorg leveren:
-
instellingen voor medisch-specialistische revalidatiezorg;
-
instellingen voor gespecialiseerde long(revalidatie)zorg;
-
epilepsie-instellingen;
-
trombosediensten;
-
klinisch-genetische centra;
-
radiotherapeutische centra;
-
dialysecentra;
-
(huisartsen)laboratoria voor (eerstelijns) diagnostisch onderzoek.
Volledigheidshalve kan hierbij nog worden opgemerkt dat (algemene, categorale en universitaire) ziekenhuizen, zbc's, medisch-specialistische revalidatie-instellingen en instellingen voor gespecialiseerde (long)revalidatiezorg naast medisch-specialistische zorg ook (vormen van) eerstelijnszorg kunnen leveren, zoals paramedische zorg, optometrische zorg of orthoptische zorg. Om aanbieders van medisch-specialistische zorg (= tweedelijns zorg) in staat te stellen ook deze (vormen van) eerstelijns zorg in rekening te brengen, zijn bestaande eerstelijns prestaties opgenomen in de bekostigingssystematiek voor de medisch-specialistische zorg. Daarom bevat de tarieventabel, die als bijlage is gekoppeld aan deze beschikking, ook prestaties en tarieven voor eerstelijns zorg.
Ook de gespecialiseerde mondzorg die door kaakchirurgen, veelal in ziekenhuizen of zbc's, wordt geleverd, wordt gerekend tot de medisch-specialistische zorg. Daarmee vallen ook instellingen die gespecialiseerde mondzorg leveren zoals kaakchirurgen plegen te bieden onder de reikwijdte van deze beschikking. Zie ook de laatste alinea van deze toelichting (Instellingen waarin kaakchirurgen werken).
Naast de aanbieders van medisch-specialistische zorg zijn er nog twee andere categorieën van zorgaanbieders die onder de reikwijdte van deze beschikking vallen, te weten:
Solisten
Solisten zijn zorgaanbieders die ook onder de reikwijdte van de Prestatie- en tariefbeschikking medisch-specialistische zorg vallen, maar alleen als zij in het bezit zijn van een individuele tariefbeschikking. Solisten kunnen zo'n beschikking bij de NZa aanvragen. Als een solist voldoet aan de criteria voor verstrekking van een individuele tariefbeschikking, gaat de NZa in beginsel over tot afgifte van deze beschikking. Hierin is vastgelegd dat de zorgaanbieder (solist) op wiens naam de individuele tariefbeschikking is afgegeven, gerechtigd is om gebruik te maken van de prestaties en tarieven waar in de Prestatie- en tariefbeschikking medisch-specialistische zorg naar wordt verwezen. Meer informatie over solisten binnen de medisch-specialistische zorg vindt u in hoofdstuk IV van de Beleidsregel Prestaties en tarieven medisch-specialistische zorg.
Instellingen en het declaratierecht
Het recht om integrale tarieven voor medisch-specialistische zorg te declareren, is exclusief voorbehouden aan instellingen die over een toelatingsvergunning als bedoeld in artikel 4 van de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) beschikken. Enige uitzondering op deze hoofdregel zijn solisten die over een individuele tariefbeschikking van de NZa beschikken.
De Wet toetreding zorgaanbieders is met ingang van 1 januari 2022 in werking getreden. Deze nieuwe wet vervangt grote delen van de Wet toelating zorginstellingen (Wtzi). Omdat het declaratierecht voor msz-prestaties is voorbehouden aan instellingen en voor wat betreft het begrip 'instelling' in de regelgeving van de NZa, zoals deze gold tot en met 2021, aansluiting is gezocht bij de Wtzi, is de NZa-regelgeving met ingang van 1 januari 2022 op dit onderdeel in overeenstemming gebracht met de Wtza. Dat betekent dat instellingen voor medisch-specialistische zorg met ingang van 1 januari 2022 niet langer over een Wtzi-toelating, maar over een Wtza-vergunning dienen te beschikken om deze zorg rechtsgeldig in rekening te kunnen brengen.
Indien een instelling op het tijdstip van inwerkingtreding van de Wtza (1 januari 2022) in het bezit was van een toelating op grond van artikel 5, eerste lid, van de Wet toelating zorginstellingen, zoals dat artikel luidde direct voorafgaand aan dat tijdstip, geldt die Wtzi-toelating als een toelatingsvergunning op grond van de Wtza, indien deze instelling op grond van het bepaalde bij of krachtens artikel 4 van de Wtza over een toelatingsvergunning dient te beschikken.
Instellingen waarin kaakchirurgen werken
De meeste kaakchirurgen zijn werkzaam in een ziekenhuis en declareren de door hen geleverde zorg via het ziekenhuis (de instelling). Maar een beperkt aantal kaakchirurgen werkt in een ander type instelling. Een instelling (organisatorisch verband) die (dat) gespecialiseerde mondzorg levert zoals kaakchirurgen plegen te bieden, geldt op grond van de aanwijzing3 van de minister van VWS d.d. 21 mei 2014, kenmerk 371987-120847-MC, als een instelling voor medisch-specialistische zorg. Een gespecialiseerd of bijzonder tandheelkundig centrum niet zijnde een ziekenhuis, waar behalve tandartsen en/of mondhygiënisten, ook één of meer kaakchirurgen werkzaam zijn, moet dus - ook als er in totaal minder dan 10 zorgverleners als bedoeld in artikel 1 van de Wtza in deze instelling werkzaam zijn - beschikken over een toelatingsvergunning krachtens de Wtza om rechtsgeldig MKA-chirurgische (overige) zorgproducten in rekening te kunnen brengen.
Bijlage
Tarieventabel dbc-zorgproducten en overige zorgproducten geldend per 1 januari 2025, v20241001