Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 24/42120/STB, 26 juli 2024, schorsing
Uitspraakdatum:26-07-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    24/42120/STB
    
            
Betreft    [verzoeker]
Datum    26 juli 2024


Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van

[verzoeker] (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (hierna: verweerder) heeft op 23 juli 2024 beslist tot voortgezette plaatsing van verzoeker in de voorziening voor langdurige forensisch psychiatrische zorg (LFPZ-voorziening) van FPC Pompestichting te Nijmegen.

Verzoeker vraagt om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van verweerder op het schorsingsverzoek en van het beroepschrift (24/42127/TB).

 

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van verweerder slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beroep is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen.

De voorzitter stelt op basis van de stukken vast dat eerst op 25 januari 2022 is beslist tot plaatsing van verzoeker in de LFPZ-voorziening van FPC Pompestichting en dat thans, na een herbeoordeling, is beslist tot voortzetting van die plaatsing. Verzoeker verblijft echter in afwachting van daadwerkelijke plaatsing in die LFPZ-voorziening tot op heden in CTP Veldzicht. Hij staat op de wachtlijst voor plaatsing in de LFPZ-voorziening van FPC Pompestichting en er is nog geen plaatsingsdatum bekend. Nu op dit moment aldus geen sprake is van tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing en de voorzitter slechts bevoegd is de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen – indien in strijd met een wettelijk voorschrift of zodanig onredelijk of onbillijk dat een spoedeisend belang tot schorsing bestaat – heeft verzoeker op dit moment geen belang bij schorsing. Om die reden kan hij (nog) niet worden ontvangen in zijn verzoek.

Ten overvloede overweegt de voorzitter dat, indien wel al sprake was geweest van tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing, uit de stukken naar voren komt dat zowel de instelling waar verzoeker op het moment van herbeoordelen in het kader van observatie verbleef als de LAP hebben geadviseerd tot voortgezette plaatsing in de LFPZ-voorziening. In deze adviezen is onder meer opgenomen dat geen (structurele) verandering in verzoekers toestandsbeeld is opgetreden, verblijf in een (hoog beveiligde) LFPZ-voorziening nog onverminderd noodzakelijk is voor het beteugelen van het recidiverisico en geen mogelijkheden worden gezien voor een nieuwe behandelpoging of een uitstroomtraject naar een andere instelling waar het noodzakelijke niveau van zorg en beveiliging kan worden geboden.    

 

3. De uitspraak
De voorzitter verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.


Deze uitspraak is op 26 juli 2024 gegeven door mr. A.M.G. Smit, voorzitter, bijgestaan door Y.L.F. Schuren, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven