De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),
en meer in het bijzonder:
artikel 35, artikel 50, eerste lid, onderdelen c en d, van de Wmg,
alsmede de beleidsregel:
Beleidsregel verloskunde 2024 en de rechtsopvolgers van deze beleidsregel,
Besloten dat:
- zorgaanbieders van geneeskundige zorg zoals verloskundigen plegen te bieden als bedoeld in artikel 2.4, eerste lid, van het Besluit zorgverzekering, en:
- zorgaanbieders als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, onder 2°, van de Wmg (factormaatschappijen);
aan:
alle ziektekostenverzekeraars en alle (niet-)verzekerden2,
rechtsgeldig in rekening mogen worden gebracht:
de opslagprestaties (kolom B) met bijbehorende maximum tarieven (kolommen C, D en E) genoemd in de tabel van Bijlage 1 die deel uitmaakt van deze beschikking, een en ander met inachtneming van de hieronder genoemde voorwaarden, voorschriften en beperkingen.
Voorwaarden, voorschriften en beperkingen
1. Bijlage 1 behorend bij deze beschikking bevat een tabel (hierna te noemen: de tabel). De in de kolommen C, D en E van de tabel genoemde bedragen zijn maximum tarieven als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdeel c, van de Wmg.
2. De in kolom B van de tabel genoemde opslagprestaties hebben een incidenteel karakter, omdat zij dienen ter correctie van een omissie in de prestatie- en tariefregulering van de verloskundige zorg gedurende een periode van drie jaren, te weten 2019, 2020 en 2021. De opslagprestaties genoemd in kolom B van de tabel hebben dus uitsluitend betrekking op de jaren 2019, 2020 en 2021. De maximum tarieven die bij deze opslagprestaties horen, zijn opgenomen in de kolommen C (2019), D (2020) en E (2021).
3. Een in kolom B van de tabel genoemde opslagprestatie wordt uitsluitend in rekening gebracht voor patiënten, c.q. verzekerden, die in 2019, 2020 of 2021:
- verloskundige zorg hebben ontvangen die inhoudelijk overeenkomt met een of meer van de oorspronkelijke prestatiebeschrijvingen genoemd in kolom A van de tabel;
- op het moment waarop voor hen die verloskundige zorg startte, woonachtig waren in een opslagwijk met één van de postcodes die staan vermeld in Bijlage 2 (Postcodelijst toegevoegde postcodes) behorend bij deze beschikking. Deze postcodelijst omvat de postcodes die per 1 januari 2022 zijn toegevoegd aan de postcodelijst behorende bij de Prestatie- en tariefbeschikking verloskunde 2022.
4. Bepalend voor het rechtsgeldig in rekening kunnen brengen van een in kolom B van de tabel genoemde opslagprestatie is de startdatum van de oorspronkelijke zorgverlening. Die startdatum moet liggen in 2019, 2020 of 2021. De startdatum ligt niet noodzakelijkerwijs in hetzelfde jaar als waarin de declaratie van de zorg (een prestatiebeschrijving met bijbehorende prestatiecode genoemd in kolom A van de tabel) heeft plaatsgevonden. Voor patiënten, c.q. verzekerden, die verloskundige zorg hebben ontvangen waarvan de startdatum in 2018 lag en die doorliep in 2019, mogen de opslagprestaties genoemd in kolom B van de tabel dus niet worden gebruikt. Maar voor patiënten, c.q. verzekerden, die verloskundige zorg hebben ontvangen waarvan de startdatum in 2021 lag en die doorliep in 2022, mogen de opslagprestaties genoemd in kolom B van de tabel wel worden gebruikt, mits voldaan is aan de voorwaarden genoemd in voorschrift 3.
5. Een in kolom B van de tabel genoemde opslagprestatie wordt in rekening gebracht bij de zorgverzekeraar waarbij de patiënt c.q. verzekerde was verzekerd op de datum waarop de verloskundige zorg in 2019, 2020 of 2021 startte en waarvoor de met die opslagprestatie corresponderende oorspronkelijke prestatie uit kolom A in rekening is gebracht. De datum van de opslagprestatie is gelijk aan de startdatum waarop de zorg van de oorspronkelijke prestatie werd geleverd.
6. Een zorgaanbieder die in de respectievelijke jaren 2019, 2020 en 2021 uit hoofde van een contractuele relatie (overeenkomst) met een zorgverzekeraar, of vanwege het ontbreken van zo'n relatie, een lagere vergoeding dan het maximumtarief van een zorgverzekeraar heeft ontvangen voor een in rekening gebrachte prestatiebeschrijving genoemd in kolom A van de tabel, kan jegens diezelfde zorgverzekeraar op grond van deze beschikking (TB/REG-24670-02) geen aanspraak maken op vergoeding van het maximum tarief in kolom C, D of E van de tabel voor de corresponderende opslagprestatie in kolom B van de tabel. Het is aan de zorgverzekeraar om naar rato van de hoogte van de oorspronkelijk (over 2019, 2020 of 2021) uitbetaalde vergoeding de hoogte van het uit te betalen opslagtarief te berekenen.
7. Conform de Beleidsregel 'Wmg-tarieven exclusief de BTW-heffing en afdracht', zijn de in deze beschikking genoemde tarieven en opslagbedragen inclusief BTW-kosten, maar exclusief de BTW-heffing en afdracht door een zorgaanbieder.
Intrekken
Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze tariefbeschikking wordt de Prestatie- en tariefbeschikking incidentele opslag compensatie postcodelijst verloskunde, met kenmerk TB/REG-24670-01, ingetrokken.
Inwerkingtreding
Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de kennisgeving als bedoeld in artikel 20, tweede lid, onderdeel b, van de Wmg, wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2019. Deze beschikking vervalt van rechtswege, dus zonder dat intrekking is vereist, op 1 januari 2026.
Deze beschikking ligt ter inzage bij de NZa en is te raadplegen op www.nza.nl.
Citeertitel
Deze beschikking wordt aangehaald als: Prestatie- en tariefbeschikking incidentele opslag compensatie postcodelijst verloskunde.
Bezwaar
Indien u het niet eens bent met dit besluit, dan kunt u binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij de Nederlandse Zorgautoriteit. U kunt uw bezwaar indienen: via de website (www.nza.nl/bezwaar) of per post. Het is niet mogelijk uw bezwaar via de e-mail in te dienen.
Adres: Nederlandse Zorgautoriteit
t.a.v. unit Juridische Zaken
Postbus 3017
3502 GA UTRECHT
(In de linkerbovenhoek van de envelop vermeldt u: Bezwaarschrift)
Het bezwaar dient volgens artikel 6:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht schriftelijk en ondertekend te worden ingediend en dient ten minste de volgende gegevens te bevatten:
-
naam en adres van de indiener;
-
de dagtekening;
-
een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt;
-
de gronden (onderbouwing) van het bezwaar.
Wij verzoeken u een kopie van dit besluit bij te voegen.
Hoogachtend,
Nederlandse Zorgautoriteit
V. Pelgröm
Unitmanager Tweedelijns Somatische Zorg
Toelichting
In 2019 is in het hooflijnenakkoord huisartsenzorg een aanvullend macrobudget afgesproken op basis waarvan de postcodelijst opslagwijken is verruimd. In 2021 is geconstateerd dat het door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) aanvullend beschikbaar gestelde macrobudget voor achterstandsproblematiek in de huisartsenzorg, niet volledig werd uitgenut. Het vanaf 2019 aanvullend beschikbaar gestelde macrobudget is berekend op basis van de declaratie van de opslag voor 1,5 miljoen 'ingeschreven verzekerden'. Niet alle 'inwoners' zoals deze in de postcodelijst zijn geïncludeerd vanaf 2019 zijn echter 'ingeschreven verzekerden'. Op basis van een door Vektis uitgevoerde analyse blijkt dat de vanaf 2019 vigerende postcodelijst op basis van 1.500.000 inwoners in 2019 heeft geleid tot 1.398.067 'ingeschreven verzekerden'. Door het aantal geïncludeerde inwoners in de postcodelijst op te hogen met 7,3% wordt een postcodelijst bereikt waarbinnen 1.500.000 'ingeschreven verzekerden' zijn opgenomen. Aangezien de verruiming niet het volledig beoogde aantal bij de huisarts ingeschreven verzekerden dekte, is met ingang van 2022 de postcodelijst in de huisartsenzorg herzien. Bij de invoering van de herziene postcodelijst die in 2022 van kracht is gegaan, is in de huisartsenzorg geen mogelijkheid gecreëerd om te corrigeren voor de gederfde inkomsten over 2019 t/m 2021. De NZa heeft er vervolgens (via de Beleidsregel en Tariefbeschikking incidentele opslag compensatie postcodelijst huisartsenzorg) voor gezorgd dat huisartsen de gederfde inkomsten als gevolg van de herziende postcodelijst over 2019 t/m 2021 konden compenseren.
In de eerstelijns verloskunde is dezelfde (verruimde) postcodelijst voor opslagwijken geldig. In de Beleidsregel verloskunde is opgenomen dat de vaststelling van de opslagwijken plaatsvindt conform de systematiek die in de Beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg wordt gehanteerd. Zowel de originele, verruimde als de nadien herziene postcodelijst zijn uit de huisartsenzorg overgenomen en van toepassing geworden op de eerstelijns verloskundige zorg. Bij de aanpassing in 2022 van de postcodelijst in de eerstelijns verloskunde is geen mogelijkheid voor aanbieders van eerstelijns verloskundige zorg gecreëerd om te corrigeren voor de gederfde inkomsten over 2019 t/m 2021. Met de vaststelling en publicatie van de deze beschikking (TB/REG-24670-02) biedt de NZa die mogelijkheid alsnog.
Om de uitvoeringslasten voor zorgverzekeraars zo laag mogelijk te houden, is gekozen voor een vergoedingsvariant met terugwerkende kracht, ook al is dit niet gebruikelijk. Door deze terugwerkende kracht zijn de incidentele opslagprestaties gekoppeld aan het jaar waarin de oorspronkelijke eerstelijns verloskundige prestatie werd geleverd (i.c. 2019, 2020 of 2021).
De hoogte van de opslagtarieven (kolommen C, D en E) behorend bij de incidentele opslagprestaties genoemd in kolom B van de tabel bedraagt 23% van het maximumtarief van de oorspronkelijke prestatie uit 2019, 2020 en 2021 genoemd in kolom A van de tabel. Met dit percentage wordt aangesloten bij het beleid en de berekeningswijze die in de verloskunde wordt gehanteerd voor de opslagen voor verzekerden die in opslagwijken woonachtig zijn.