Nummer 24/39435/GA
Betreft [Klager]
Datum 30 juli 2024
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van
de directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Nieuwegein (hierna: de directeur)
1. De procedure
[Klager] (hierna: klager) heeft beklag ingesteld tegen de afwijzing van zijn verzoek om voor studiedoeleinden een computer of laptop in te mogen voeren.
De beklagrechter bij de PI Nieuwegein heeft op 1 maart 2024 het beklag gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €80,- en de directeur opgedragen om binnen zes weken na heden een nieuwe beslissing te (doen) nemen op het verzoek van klager (NM-2023-1383). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.
De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.
De beroepscommissie heeft de heer [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de PI Nieuwegein, klager en zijn raadsvrouw mr. T. Arkesteijn, gehoord op de digitale zitting van 30 mei 2024. Mr. L. van der Linden, secretaris bij de RSJ, was als toehoorder aanwezig.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van de directeur
De nieuwe beslissing is inderdaad te laat genomen. Het beroep ziet niet op dat gedeelte van de uitspraak; de directeur legt zich neer bij het toekennen van een tegemoetkoming van €30,- voor te laat beslissen. Het gaat de directeur om de resterende tegemoetkoming van €50,-; het is vanwege veiligheidsrisico’s niet mogelijk om klager te voorzien van een laptop waarop hij zijn studie kan volgen. Alle denkbare mogelijkheden zijn onderzocht.
IWJ-computer (Internet Werkplek voor Justitiabelen)
De programma’s die klager nodig heeft om zijn opleiding te kunnen volgen, kunnen om te beginnen niet worden toegevoegd aan de zogeheten whitelist van de IWJ-computer en zijn dus niet beschikbaar. Aan de whitelist worden alleen websites toegevoegd die zijn beoordeeld door een aparte afdeling van de afdeling ICT. Er kunnen geen programma’s worden geïnstalleerd, vanwege het vaste openbare karakter van de werkplek.
LWJ-computer (Leer Werkplek voor Justitiabelen)
Een LWJ-computer is een computer zonder internetverbinding, waarop geen programma’s kunnen worden gedownload. De inrichting van deze werkplekken is vastgesteld door de ICT-organisatie van Justitie en daar heeft de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) geen zeggenschap over. Voor het downloaden van programma’s (en het uitvoeren van updates) is een internetverbinding noodzakelijk. Tevens is het werken op deze werkplek met een USB-stick onmogelijk, omdat alle USB-toegangen onklaar zijn gemaakt. Omdat klager moet downloaden, updaten en/of met een USB-stick moet werken, is ook dit geen reële mogelijkheid.
DSJ-laptop (de beroepscommissie begrijpt: Digitaal Strafdossier Justitiabele)
Een DSJ-laptop is een laptop die wordt toegewezen door het Openbaar Ministerie (OM) aan gedetineerden met bijvoorbeeld een zeer omvangrijk strafdossier. Ook deze laptop beschikt niet over een internetverbinding. Om die reden is een DSJ-laptop, net als een LWJ-laptop, niet geschikt voor de opleiding die klager zou willen volgen. Er kunnen namelijk geen programma’s op worden gedownload, omdat voor het downloaden van deze programma’s een internetverbinding noodzakelijk is. DJI gaat bovendien niet over de toewijzing van een DSJ-laptop.
Zelf ingevoerde laptop
Klager heeft geopperd zelf een laptop aan te schaffen. Een laptop staat niet vermeld op de landelijke lijst van voorwerpen die op cel toegestaan zijn. Het invoeren van een eigen laptop is vanwege veiligheidsrisico’s ook absoluut niet toegestaan. Als klager zelf een laptop zou aanschaffen en invoeren, zou niet te achterhalen zijn wat er met deze laptop is gebeurd. Daarnaast is het invoeren van een eigen laptop in het kader van voortgezet crimineel handelen tijdens detentie zeer onwenselijk. De informatiebeveiligingsfunctionaris heeft bij andere locaties van DJI geïnformeerd naar opties of mogelijkheden, maar hier kwamen enkel negatieve reacties op. Er zijn, kortom, landelijk geen mogelijkheden.
Extern aangekochte laptop
Klager heeft tot slot de mogelijkheid geopperd om de PI Nieuwegein een laptop bij een externe winkel aan te laten schaffen. Deze zou dan onklaar kunnen worden gemaakt, zodat klager hem kan gebruiken voor zijn opleiding. Ook deze optie is niet haalbaar volgens de dienst die PI’s van externe laptops voorziet. Deze laptops zijn enkel beschikbaar voor medewerkers en worden niet verstrekt aan gedetineerden. Voor gedetineerden zijn alleen IWJ-computers bedoeld.
Standpunt van klager
Klager verwijst naar RSJ 24 maart 2021, R-19/5489/GA, waaruit volgt dat het mogelijk is om een laptop op cel te hebben. De directeur heeft in de beslissing een andere uitspraak van de beroepscommissie (RSJ 7 juli 2023, 22/29978/GA) – zonder enige motivering – gekopieerd. In die uitspraak gaat het om zware specialistische software. De programma’s die klager voor zijn studie nodig heeft, zijn geen zware specialistische programma’s. De beklagrechter heeft overwogen dat er weinig risico’s zijn in het gebruik van de programma’s. De afspraak met het hoofd veiligheid hield in dat klager op de afdeling onderwijs toegang zou krijgen tot een desktop met de benodigde programma’s. Na het gesprek bij de beklagrechter volgden opeens de e-mailberichten van de juridisch medewerker van 18 en 23 januari 2024 waarin staat dat er veel risico’s kleven aan de programma’s die klager wil gebruiken, terwijl eerder is geconstateerd dat er weinig risico’s zijn. Een antivirusprogramma zal geen virussen vinden in de programma’s. De risico’s van het gebruik zijn niet concreet onderzocht, het blijft op dit punt bij een bewering van de directeur. De inrichting stelt verder dat een onklaar gemaakte internetverbinding kan worden hersteld. Klager heeft echter juist aangegeven dat geen internetverbinding nodig is. Tot slot heeft de directeur ten aanzien van de invoer van een externe laptop niet aangegeven dit te gaan onderzoeken (en op welke termijn).
3. De beoordeling
Omvang van het beroep
De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard voor zover de nieuwe beslissing te laat is genomen en omdat de nieuwe beslissing (opnieuw) onvoldoende concreet is onderbouwd. Er is een tegemoetkoming van €30,- aan klager toegekend voor het te laat nemen van de beslissing. Daarnaast is aan klager een tegemoetkoming van €50,- toegekend voor het door klager ondervonden ongemak, nu nog steeds niet een voldoende zorgvuldig gemotiveerde beslissing is genomen. Verder is de directeur opgedragen om een nieuwe beslissing te (doen) nemen. De beroepscommissie vat het beroep van de directeur op als enkel te zijn gericht tegen de gegrondverklaring van de klacht voor zover de beklagrechter heeft geoordeeld dat de directeur zijn nieuwe beslissing (opnieuw) onvoldoende heeft gemotiveerd, voor zover aan klager hiervoor een tegemoetkoming van €50,- is toegekend en hij daarbij is opgedragen een nieuwe beslissing te nemen.
Inhoudelijk
Uit artikel 48, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet volgt dat een gedetineerde het recht heeft op het volgen van onderwijs en het deelnemen aan andere educatieve activiteiten voor zover deze zich verdragen met de aard en de duur van de detentie en de persoon van de gedetineerde. Deze bepaling impliceert dat de directeur gehouden is tot het maken van een individuele belangenafweging.
Klager wenst een opleiding tot web- en appdesigner te volgen. Voor het volgen van de opleiding is een laptop met software noodzakelijk. De aanvraag van klager is door de directeur afgewezen.
Uit de stukken komt naar voren dat de directeur meerdere soorten computers en laptops heeft onderzocht, te weten de IWJ-computer, de LWJ-computer, de DSJ-laptop, een zelf ingevoerde laptop en een extern aangekochte laptop. De directeur heeft toegelicht waarom deze computers en laptops geen van alle geschikt zijn. De LWJ-computer en DSJ-laptop beschikken niet over een internetverbinding, waardoor de noodzakelijke programma’s voor klagers studie niet kunnen worden gedownload. Een extern aangekochte laptop wordt niet aan gedetineerden verstrekt. Het invoeren van een eigen laptop wordt vanwege veiligheidsrisico’s niet toegestaan. Aan de voor de studie van klager benodigde software (Java, Xampp voor databases en Visual studio) kleven veiligheidsrisico’s. De directeur heeft uitgelegd dat de software op het moment van downloaden niet per se heel risicovol is, maar dat de software daarna aangewend kan worden voor doeleinden waarvoor deze niet is bestemd. De zorgen van de directeur zijn gelegen in het herstellen van onklaar gemaakte wifi poorten en het doen van aanpassingen in de software die voor de inrichting niet (eenvoudig) zichtbaar zijn. Binnen de inrichting bestaat niet de expertise om te monitoren wat er met deze software op termijn mogelijk is en welke aanpassingen in de software kunnen worden gedaan.
De beroepscommissie overweegt dat op de directeur een onderzoekplicht rust. Het is aan de directeur om te onderzoeken of er mogelijkheden zijn om aan klager toegang te verschaffen tot de voor zijn opleiding benodigde software. Naar het oordeel van de beroepscommissie volgt uit de stukken en het verhandelde ter zitting dat de directeur de mogelijke opties voor het invoeren van een laptop dan wel gebruik van een laptop uitvoerig en nauwkeurig heeft onderzocht. De directeur heeft voldoende gemotiveerd waarom deze opties, anders dan door het hoofd veiligheid tijdens de beklagzitting gesuggereerd, geen van alle reëel zijn. Het veiligheidsrisico – gelegen in (mogelijk) oneigenlijk gebruik van de software of de hardware zelf en gelegen in het feit dat de PI/DJI niet de mensen in dienst heeft om te controleren of (na installatie of bij het updaten) geen oneigenlijk gebruik wordt gemaakt van de programma’s of applicaties – is voldoende aannemelijk geworden. Ook landelijke navraag heeft geen oplossing opgeleverd. De beroepscommissie is alles afwegend van oordeel dat de directeur een zorgvuldige belangenafweging heeft gemaakt, waarbij klagers belang is afgewogen tegen het algemene belang van het handhaven van de veiligheid in de inrichting. Het belang van klager is door de directeur voldoende onderkend door de mogelijke opties onderzoeken.
Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de beslissing van de directeur om de aanvraag voor een laptop of computer met benodigde software af te wijzen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen voor zover daartegen beroep is ingesteld en het beklag alsnog ongegrond verklaren. De grondslag van de door beklagrechter toegekende tegemoetkoming van €50,- (van de in totaal €80,-) komt daarmee te vervallen.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover in beroep aan de orde en verklaart het beklag alsnog ongegrond.
Deze uitspraak is op 30 juli 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit
mr. J.T.W. van Ravenstein, voorzitter, mr. B. van der Werf en dr. S.L. van Woerden, leden, bijgestaan door mr. P.L. Kraaijenbrink, secretaris.
secretaris voorzitter