Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 24/38927/JB, 5 juli 2024, beroep
Uitspraakdatum:05-07-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    24/38927/JB
    
            
Betreft    [klager]
Datum    5 juli 2024


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager], geboren op […] (hierna: klager)

1. De procedure


Klager heeft een verzoek gedaan tot overplaatsing naar de Rijks Justitiële Jeugdinrichting (RJJI) Den Hey-Acker te Breda en de RJJI   De Hartelborgt te Spijkenisse.

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft dat verzoek op 5 februari 2024 afgewezen.

Klagers raadsvrouw, mr. C. Stroobach, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager, mr. L.C. Fleskens, waarnemer van zijn raadsvrouw, en (via een videoverbinding) […], namens verweerder, gehoord op de zitting van 11 juni 2024 in de rechtbank Midden-Nederland te Utrecht.
De beroepscommissie heeft vervoer voor klager geregeld, zodat hij op de zitting kon worden gehoord. Klagers raadsvrouw heeft aangegeven dat hij geen gebruik wilde maken van deze mogelijkheid.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie op het beroepschrift en de overige stukken.

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Bij de afwijzing van klagers overplaatsingsverzoek is geen rekening gehouden met zijn persoonlijke omstandigheden. Aan hem is toegezegd dat hij gefaseerd zou kunnen worden teruggeplaatst naar een reguliere groep na afronding van zijn leertraject. Indien zijn verblijf op de Individuele Trajectafdeling (ITA) toch noodzakelijk wordt geacht, dan geeft hij de voorkeur aan overplaatsing naar een inrichting met een ITA, zoals RJJI Den Hey-Acker of JJI Teylingereind te Sassenheim, waar hij zich veiliger voelt en beter behandeld kan worden.

Het belang van klager bij een veilige omgeving en het voorkomen van verdere conflicten weegt zwaar. Hij ervaart tot op heden een gebrek aan veiligheid in JJI Lelystad. Het feit dat zijn ITA plaatsing is verlengd, is hiervan een teken. Hij heeft aanhoudende conflicten met meerdere jongeren, wat leidt tot voortdurende gevoelens van onrust en onveiligheid. Dit kan klager niet goed concreet maken, maar hij voelt dit echt. Ondanks dat de mentor van klager en de inrichting op de hoogte zijn van deze situatie, is er tot op heden geen verbetering opgetreden en zijn er geen afdoende maatregelen genomen. Dit is zorgwekkend gezien klagers jeugdige leeftijd en kan schadelijk zijn voor zijn ontwikkeling. De mentor en de inrichting hebben weliswaar rapportages opgesteld over de dreiging rond klager, maar er zijn geen concrete maatregelen genomen om het dreigingsniveau te verlagen. Klager vreest voor zijn veiligheid. Het is niet de bedoeling dat de situatie voortduurt, totdat er een geweldsincident gebeurt. Daarnaast vreest hij voor stagnatie van zijn behandeling. Het gaat minder goed met klager, vanwege de problemen die hij ervaart met andere jongeren. In eerdere inrichtingen was ook wel sprake van incidenten, maar dit was niet op een ITA.

Of het gevoel van onveiligheid vanuit klager komt of anderen en of dit gevoel gerechtvaardigd is, is niet doorslaggevend. Het behoud van een veilige omgeving en het voorkomen van verdere conflicten en stress zijn voor klager essentieel voor zijn verdere ontwikkeling en uiteindelijke resocialisatie. Een overplaatsing zou resulteren in het wegnemen van de dreiging van andere jongeren. Verweerder heeft geen goede argumenten om klager niet naar de RJJI Den Hey Acker over te plaatsen.

Standpunt van verweerder
RJJI De Hartelborgt beschikt niet over een ITA. RJJI Den Hey-Acker beschikt wel over een ITA, maar kent een lange wachtlijst van ongeveer een half jaar. In totaal zijn er slechts twaalf ITA plaatsen beschikbaar. Klager is in eerste instantie binnengekomen op de crisisafdeling van de RJJI Den Hey-Acker. Uitgangspunt in zo’n situatie is dat bij een definitieve plaatsing wordt gekozen voor een andere locatie, zodat er een nieuwe start gemaakt kan worden met de behandelaars. Op 13 februari 2024 is besloten de ITA-indicatie met een halfjaar te verlengen.

Een overplaatsing naar een andere inrichting is niet in klagers belang. Hij wordt (nog) niet groepsgeschikt geacht. Zijn verzoek om overgeplaatst te worden naar een reguliere afdeling kan om die reden niet worden ingewilligd. Daarbij heeft klager al in meerdere inrichtingen verbleven en is hij veelvuldig betrokken geweest bij incidenten waarbij agressie/geweld is gebruikt richting personeel en groepsgenoten. Klager is bekend met een gedragsstoornis, waardoor hij een groep ontwrichtende werking heeft op de afdeling. Bij incidenten met de groepsgenoten waarbij hij zich onveilig voelt, is hij in de meeste gevallen zelf de agressor. De groepsleiding is hiervan op de hoogte en zorgt ervoor dat er zo min mogelijk confrontaties plaats kunnen vinden. Eerder ging het niet goed met klager, omdat hij zijn medicatie niet innam. Meerdere keren hebben incidenten geleid tot correctieplaatsingen en uiteindelijk tot plaatsing op de ITA. Klager heeft eerder in zowel RJJI De Hartelborgt en RJJI Den Hey-Acker als in JJI Teylingereind verbleven. Deze laatste inrichting noemt klager in zijn beroepschrift (zonder onderbouwing), maar hier ziet het overplaatsingsverzoek niet op. Verweerder heeft deze optie daarom buiten beschouwing gelaten.

De verwachting is dat klager bij een overplaatsing tegen dezelfde problemen blijft aanlopen of dat hij zal terugvallen in voor hem bekende negatieve patronen, waarbij hij in bijna alle gevallen de uitlokker/agressor is. Klager zet in JJI Lelystad stappen in de goede richting, al was op 5 juni 2024 nog sprake van een incident met een groepsgenoot. De positieve ontwikkeling is te zien aan een positieve gedragsverandering die hij laat zien, maar ook bijvoorbeeld zijn motivatie bij het onderwijs en het feit dat hij zich meer openstelt waardoor behandeling mogelijk is.

Of klager in het kader van zijn verzoekschrift schriftelijk of mondeling is gehoord, is niet bekend.

 

3. De beoordeling
Klager verblijft op dit moment in de JJI Lelystad. Hij wil graag worden overgeplaatst naar de RJJI Den Hey-Acker of de RJJI De Hartelborgt, omdat hij onveiligheid en dreiging ervaart van groepsgenoten op de ITA in de JJI Lelystad.

Volgens artikel 19, derde lid, in samenhang met artikel 18, derde lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen stelt verweerder de betrokkene in de gelegenheid schriftelijk of mondeling zijn overplaatsingsverzoek toe te lichten, tenzij hij het verzoek aanstonds kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond acht. 
In het uitgebreid gemotiveerde verzoekschrift heeft klagers raadsvrouw niet zonder meer verzocht om het overplaatsingsverzoek mondeling toe te lichten, maar gemeld: “Indien gewenst zijn cliënt en zijn raadsvrouw uiteraard bereid dit verzoek nader mondeling toe te lichten en verzoeken u dan ook expliciet daartoe in de gelegenheid te worden gesteld.” Verweerder heeft geen uitsluitsel kunnen geven over de vraag of klager in de gelegenheid is gesteld om zijn verzoekschrift mondeling of schriftelijk toe te lichten. Het staat – ondanks dat dit wel wenselijk is – in ieder geval niet vermeld in de bestreden beslissing. 
In dit geval is naar het oordeel van de beroepscommissie geen sprake van vormverzuim, nu klagers raadsvrouw het aan het oordeel van verweerder heeft overgelaten of een nadere, mondelinge toelichting op het verzoekschrift wenselijk was. Verweerder heeft zich naar aanleiding van het uitgebreid gemotiveerde verzoekschrift en de in reactie daarop verkregen inlichtingen van JJI Lelystad kennelijk voldoende voorgelicht geacht om op het verzoekschrift te kunnen beslissen.  

De beroepscommissie is verder van oordeel dat de afwijzing van klagers overplaatsingsverzoek niet onredelijk of onbillijk is. De beroepscommissie overweegt hierover als volgt.

In de eerste plaats geldt dat klager een zogeheten ITA-status heeft en op grond daarvan nog niet kan worden overgeplaatst naar een reguliere afdeling. Omdat de RJJI De Hartelborgt niet over een ITA beschikt, kan klager niet naar deze inrichting worden overgeplaatst.

Overplaatsing naar de (ITA van de) RJJI Den Hey-Acker is in principe wel mogelijk. De JJI Lelystad – waar klager nu verblijft – vindt het echter niet in zijn belang dat hij wordt overgeplaatst. Uit het advies van de JJI Lelystad aan verweerder, waarin wordt beschreven hoe het met klager gaat, blijkt dat klager inderdaad onveiligheid en dreiging ervaart. Dit ontstaat echter vaak vanuit klager zelf. Belangrijk is dat de JJI Lelystad hierin geen onmogelijkheid of beperking ziet om invulling te geven aan de behandeling van klager en zich inzet om zijn veiligheid te waarborgen. Het op de ITA aangeboden beheers- en behandelklimaat en de ‘relationele prikkeldemping’ in de vorm van een beperkt dagprogramma helpen hem om incidenten en conflicten met groepsleiders en groepsgenoten te voorkomen. De JJI Lelystad ziet bij klager dan ook dat hij inmiddels een redelijk positieve ontwikkeling doormaakt en, mede dankzij medicatie, steeds beter in staat is om met zijn impulsiviteit om te gaan. De JJI Lelystad verwacht dat de ingezette positieve ontwikkeling wordt tenietgedaan en klager weer in oude patronen vervalt, als hij wordt overgeplaatst.

Klager stelt dat de dreiging van andere jongeren wordt weggenomen als hij wordt overgeplaatst. Verweerder heeft echter, aan de hand van het advies van de JJI Lelystad, in redelijkheid kunnen stellen dat dit, kort gezegd, het probleem niet oplost. De oplossing ligt in behandeling van klager en dat is mogelijk in de inrichting waar hij nu verblijft. Een overplaatsing zal klagers gevoel van onveiligheid waarschijnlijk niet wegnemen.

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beroep ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 


Deze uitspraak is op 5 juli 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. M. Iedema, voorzitter, M. Bakker MSc en mr. S. Woudman-Bijl, leden, bijgestaan door mr. M.G. Bikker, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven