Onderwerp: Bezoek-historie

Regeling informatieverstrekking vaststelling budget regionale ambulancevoorzieningen - NR/REG-2522
Vaststellingsdatum:09-07-2024Geldigheid:01-01-2025 t/m Versie:vergelijk Status: Toekomstig geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Gelet op artikel 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bevoegd tot het stellen van regels op het gebied van informatieverstrekking voor de vaststelling van het budget.

Gelet op artikel 62 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bevoegd tot het stellen van regels op het gebied van informatieverstrekking voor de uitoefening van het toezicht op de naleving van artikel 16, onderdeel n van de Wmg.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  1. budget: betreft een jaarlijks door de NZa vastgesteld bedrag voor de ambulancezorg. Dit bedrag wordt per regionale ambulancevoorziening vastgesteld.

  2. gebudgetteerde instelling: zorgaanbieder die rechtspersoonlijkheid bezit en op wie de budgetsystematiek van toepassing is.

  3. Jaar (t): het kalenderjaar.

  4. meldkamer: de meldkamer, bedoeld in artikel 25a eerste lid, van de Politiewet 2012.

  5. regionale ambulancevoorziening: de rechtspersoon, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Wet ambulancezorgvoorzieningen.

  6. zorgaanbieder: een zorgaanbieder zoals beschreven in artikel 1, aanhef en onder c, van de Wmg.

Artikel 2. Doel van de regeling

Deze regeling heeft tot doel het stellen van regels over de informatie die regionale ambulancevoorzieningen moeten aanleveren ten behoeve van de vaststelling van het budget. Deze regels hebben betrekking op de inhoud van de informatie zelf, de wijze waarop deze moet worden aangeleverd en de termijnen waarbinnen dat dient te geschieden.

Artikel 3. Reikwijdte

Deze regeling is van toepassing op regionale ambulancevoorzieningen (categorienummer: 240).

Artikel 4. Te verstrekken informatie

  1. Regionale ambulancevoorzieningen zijn - in hun hoedanigheid van gebudgetteerde instelling - overeenkomstig de Beleidsregel regionale ambulancevoorziening van jaar (t) verplicht om jaarlijks ten behoeve van de nacalculatie vóór 1 juli van het jaar (t+1) de opgave van de definitief overeengekomen afspraken van jaar (t) aan de NZa te verstrekken.

  2. Regionale ambulancevoorzieningen zijn - in hun hoedanigheid van gebudgetteerde instelling - overeenkomstig de Beleidsregel regionale ambulancevoorziening van jaar (t) verplicht om jaarlijks ten behoeve van het vaststellen van het opbrengstverschil een definitieve (werkelijke) opgave van de opbrengsten (gedeclareerde tarieven) aan de NZa te verstrekken. De opbrengsten bestaan uitsluitend uit de declaraties van zorgprestaties die ter dekking van het budget dienen. De opbrengsten bevatten niet de verrekenbedragen. Regionale ambulancevoorzieningen zijn verplicht de NZa deze definitieve (werkelijke) opgave van de opbrengsten van jaar (t) vóór 1 juli van het jaar (t+1) te verstrekken.

  3. Voor de definitieve opgaven bedoeld in het eerste en tweede lid moet verplicht gebruik worden gemaakt van het hiertoe bestemde formulier, dat door de NZa beschikbaar wordt gesteld.

  4. De definitieve (werkelijke) opgave is compleet, indien deze ten minste de volgende onderdelen bevat:
    het volledig ingevulde formulier met de volgende bijlagen:

  • een digitale versie van het ondertekenede formulier;

  • een ondertekeningsdocument bij het formulier van de regionale ambulancevoorziening en/of verzekeraar. In het ondertekeningsdocument van de regionale ambulancevoorziening wordt tevens naar de naleving van de artikelen 13 en 19 van de Wet ambulancezorgvoorzieningen gevraagd;

  • een goedkeurende controleverklaring (zie ook artikel 5);

  • een digitale versie van de jaarrekening van jaar (t);

Eventuele extra vermeldingen op het ondertekende formulier zijn niet geldig en worden niet meegenomen in de besluitvorming.

Artikel 5. Controleverklaring

De regionale ambulancevoorzieningen zijn verplicht er zorg voor te dragen dat een accountant als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek de juistheid van de te verstrekken gegevens en inlichtingen bedoeld in artikel 4, tweede lid, bevestigt overeenkomstig de wijze als beschreven in het door de NZa vastgestelde Accountantsprotocol opbrengsten regionale ambulancevoorzieningen van jaar (t). Dit accountantsprotocol ziet toe op zowel het correct opgeven van de totale opbrengst als op de opbrengsten per verzekeraar, opgegeven door de regionale ambulancevoorziening. Het accountantsprotocol is te vinden op het documentenplatform van de NZa (puc.overheid.nl/nza).

Artikel 6. Wijze van verstrekking

De in artikel 4 genoemde formulieren zijn beschikbaar gesteld op het digitale portaal van de NZa (https://aanvragen.nza.nl). Zorgaanbieders dienen de in artikel 4 en 5 bedoelde informatie in te dienen via het formulier op dit portaal.

Artikel 7. Gebrekkige aanlevering

  1. Van een gebrekkige aanlevering is sprake indien de in artikel 4 en 5 bedoelde informatie onjuist, onvolledig, niet, of niet tijdig wordt aangeleverd.

  2. Van een onjuiste of onvolledige aanlevering is sprake, indien de in artikel 4 en 5 bedoelde informatie weliswaar binnen de geldende indieningstermijnen is verstrekt, maar niet heeft plaatsgevonden overeenkomstig de eisen die hieraan zijn gesteld in deze regeling, de Beleidsregel regionale ambulancevoorziening van jaar (t), of in de toepasselijke formulieren. Bij een onjuiste of onvolledige aanlevering stelt de NZa de zorgaanbieder tenminste eenmaal in de gelegenheid - kosteloos en zonder verdere gevolgen - alsnog binnen een nader te stellen termijn over te gaan tot aanlevering van de juiste, respectievelijk volledige, informatie.

  3. Van geen of niet tijdige aanlevering is sprake indien na het verstrijken van de geldende indieningstermijnen geen, of alsnog, een aanlevering van de in artikel 4 en 5 genoemde informatie is ontvangen. Bij de beoordeling of sprake is van een niet tijdige aanlevering is niet relevant of de informatie onjuist, onvolledig of compleet is. Voor deze gevallen wordt een separaat en nader in te vullen handhavingstraject vastgesteld. Daarbij wordt ook bepaald in welk geval welk handhavingsinstrument (aanwijzing, boete, last onder dwangsom, etc.) wordt ingezet.

Artikel 8. Intrekking oude regeling

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze regeling wordt de Regeling informatieverstrekking vaststelling budget regionale ambulancevoorzieningen, met kenmerk NR/REG-2419, ingetrokken.

Artikel 9. Toepasselijkheid voorafgaande regeling

De Regeling informatieverstrekking vaststelling budget regionale ambulancevoorzieningen, met kenmerk NR/REG-2419, blijft van toepassing op gedragingen (handelen en nalaten) van zorgaanbieders die onder de werkingssfeer van die regeling vielen en die zijn aangevangen - en al dan niet beëindigd - in de periode dat die regeling gold.

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeerregel

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025. Deze regeling wordt bekendgemaakt door plaatsing in de Staatscourant op grond van artikel 5, aanhef en onder d, van de Bekendmakingswet. De regeling ligt ter inzage bij de NZa en is te raadplegen op www.nza.nl.

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling informatieverstrekking vaststelling budget regionale ambulancevoorzieningen.

 

Ondertekening

De Nederlandse Zorgautoriteit,

 

 

 

 

mw. drs. G.J.C.M. Engwirda-Kromwijk

voorzitter Raad van Bestuur

 

 

Toelichting

In de jaarlijkse budgetcyclus van ambulancezorg worden (1) de tarieven van zorgprestaties, (2) de maximumbudgetten van de regionale ambulancevoorzieningen (rav) en (3) de definitieve budgetten door de NZa vastgesteld.

1.   Hiervoor zal de NZa het maximumtarief van het voorgaande jaar indexeren met de door VWS gepubliceerde index voor personele kosten en/of materiële kosten.

2.   Deze komen tot stand door de tarieven van zorgprestaties en loonnormbedragen te vermenigvuldigen met de hoeveelheid ambulances en meldtafels die nodig zijn om voldoende ambulancezorg te kunnen leveren.

3.   Onderhavige regeling

In het proces van het vaststellen van de definitieve budgetten vragen we rav en representerend zorgverzekeraars aan te leveren welke kosten dat jaar gemaakt zijn. Dit vragen we op budgetpost niveau. Met deze gegevens wordt het verschil inzichtelijk tussen het vastgestelde budget en de werkelijk gemaakte kosten. Hiermee kunnen tekorten of overschotten worden vereffend tussen rav en de zorgverzekeraars. Dit op grond van artikel 56b van de Wmg.

De onder deze regeling uitgevraagde gegevens omvatten dus alleen de opbrengsten van alle uitgevoerde ritten door rav o.b.v. de NZa vastgestelde prestatiebeschrijvingen. Het omvat dus geen aantallen ritten. De NZa ontvangt dus geen persoonsgegevens, zorgactiviteiten of andere gegevens die tot een persoon herleidbaar zijn, maar schept wel de verplichting voor zorgaanbieders om persoonsgegevens te verwerken tot aggregaten en die vervolgens aan de NZa aan te leveren. De NZa mag deze gegevens opvragen op grond van artikel 62 jo. 68 Wmg.

Naar boven