Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen.
Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdeel e, van de Wmg, stelt de NZa beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid tot het vaststellen van een vereffeningbedrag als bedoeld in artikel 56b van de Wmg.
Gelet op artikel 59, aanhef en onder c en e van de Wmg, heeft de minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) met brieven van 15 juli 2013 en 13 november 2020, met respectievelijk kenmerk 130899-106615-MC en 1776599-213723-PZo, ten behoeve van de voorliggende beleidsregel een tweetal aanwijzingen op grond van artikel 7 van de Wmg, aan de NZa gegeven. Deze aanwijzingen zijn gepubliceerd in de Staatscourant onder nummer 20624 en 60466.
Hoofdstuk 3 Vergoeding ambulancezorg
Artikel 8 Opbouw vergoeding ambulancezorg
De vergoeding voor ambulancezorg is opgebouwd uit vijf onderdelen: een loonkostenvergoeding, wagenparkvergoeding, productievergoeding, vrije marge en restvergoeding.
Artikel 9 Loonkostenvergoeding
De loonkostenvergoeding bestaat uit zes onderdelen: S&B-vergoeding, flexibilisering S&B-vergoeding, vergoeding ouderenbeleid, opleidingsvergoeding, overige loonkosten en vergoeding MICU-chauffeur.
Artikel 10 De S&B-vergoeding
De S&B-vergoeding wordt genormeerd op basis van parameteraantallen (diensten) uit het Referentiekader S&B. De NZa classificeert alle individuele standplaatsen in een regio naar 'paraatheidsdienst' of 'aanwezigheidsdienst'. Hiervoor gebruikt de NZa de inwoneraantallen en gewogen omgevingsadressendichtheid (OAD) 2023 van het RIVM. Bij de classificatie hanteert de NZa een dagindeling gebaseerd op 3 blokken (van 0 tot 8 uur, van 8 tot 16 uur, van 16 tot 24 uur). In het dagdeel 8-16u worden alle standplaatsen gefinancierd op basis van paraatheidsdienst. Voor de overige tijdsblokken geldt:
-
Standplaatsen met een inwonersklasse van 3 en hoger én een gewogen OAD klasse van 3 en hoger worden op basis van paraatheidsdienst gefinancierd.
-
Alle overige standplaatsen worden op basis van aanwezigheidsdienst gefinancierd.
-
Afhankelijk van de uitkomst van de classificatie van de standplaats vermenigvuldigt de NZa het aantal ambulances per dagdeel, zoals in het Referentiekader S&B opgenomen, met de in onderstaande tabel vermelde loonkostenbedragen. Een optelling van deze bedragen vormt de S&B-vergoeding, tenzij lager overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).
Klasse-indeling inwoneraantal
Klasse
|
Van
|
tot
|
1
|
0
|
15.000
|
2
|
15.000
|
42.500
|
3
|
42.500
|
95.000
|
4
|
95.000
|
160.000
|
5
|
160.000
|
-
|
Klasse-indeling omgevingsadressendichtheid
Klasse
|
Van
|
tot
|
1
|
0
|
350
|
2
|
350
|
750
|
3
|
750
|
1250
|
4
|
1250
|
2500
|
5
|
2500
|
-
|
Loonkostenbedragen S&B-vergoeding per dagdeel
|
Werkdagen
|
Zaterdagen
|
Zondagen
|
Dagdeel
|
00-08
|
08-16
|
16-24
|
00-08
|
08-16
|
16-24
|
00-08
|
08-16
|
16-24
|
Paraat
|
322.914
|
267.374
|
292.814
|
69.383
|
60.536
|
67.305
|
81.973
|
81.973
|
81.973
|
AWD
|
165.718
|
-
|
273.082
|
36.734
|
-
|
63.235
|
47.159
|
-
|
77.372
|
Artikel 11 Flexibilisering S&B-vergoeding
RAV en representerende zorgverzekeraar(s) kunnen in uitzonderingssituaties gezamenlijk een loonkostenvergoeding overeenkomen voor het oplossen van specifieke knelpunten in de ambulancezorg. De aanvraag voor budgetuitbreiding is tweezijdig. Een eenzijdige aanvraag voor deze vergoeding wordt niet in behandeling genomen.
Artikel 12 Vergoeding ouderenbeleid
De vergoeding ouderenbeleid is gelijk aan de vergoeding ouderenbeleid jaar (t-1), tenzij lager overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).
Artikel 13 Opleidingsvergoeding
De opleidingsvergoeding wordt berekend als 3,89% van de maximaal berekende S&B-vergoeding (artikel 9, lid 1), tenzij lager overeengekomen in overleg tussen de RAV en representerende zorgverzekeraar(s).
Artikel 14 Overige loonkosten
Onder deze component kunnen RAV en representerende zorgverzekeraar(s) voor budgetjaar (t) een bedrag overeenkomen ten behoeve van de overige loonkosten. Voor de capaciteit per dienst (tijdsblok) uit het Referentiekader S&B kan het volgende bedrag overeengekomen worden, tenzij lager overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).
Opslag overige loonkosten per dienst:
Werkdagen
|
16.630
|
Zaterdagen
|
3.412
|
Zondagen
|
3.841
|
Artikel 15 Vergoeding MICU-chauffeur
De vergoeding MICU-chauffeur is gelijk aan de vergoeding MICU-chauffeur jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).
Artikel 16 Wagenparkvergoeding
De wagenparkvergoeding wordt genormeerd op basis van het aantal ambulances. De vergoeding per ambulance bedraagt €52.257. De wagenparkvergoeding wordt berekend op basis van het aantal ambulances in het jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).
Artikel 17 Productievergoeding
De productievergoeding bestaat uit 4 onderdelen: productievergoeding kilometers, productievergoeding inzetten, productievergoeding afhijsingen brandweer, productievergoeding overtocht per (veer)boot.
Artikel 18 Productievergoeding kilometers
-
De productievergoeding kilometers wordt genormeerd op basis van het aantal kilometers van alle inzetten gezamenlijk. Inzettingen met piketauto's en MICU's vallen hier niet onder.
-
De vergoeding voor materiële kosten per kilometer bedragen €0,36437.
-
De vergoeding voor brandstofkosten per kilometer bedragen €0,30272.6
-
De productievergoeding kilometers wordt berekend op basis van het aantal kilometers in het budget ambulancezorg jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).
Artikel 19 Productievergoeding inzetten
De productievergoeding inzetten wordt genormeerd op basis van het totaal aantal inzetten. Het totaal aantal inzetten (dat voor de vergoeding ambulancezorg wordt gehanteerd) is gelijk aan de som van het aantal A0-/A1-/A2-inzetten, B-inzetten en mobiele zorgconsult inzetten, exclusief de loze inzetten. De vergoeding per inzet bedraagt €23,82. De productievergoeding inzetten wordt berekend op basis van het aantal inzetten in het budget ambulancezorg jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s). Het aantal inzetten wordt overeengekomen in het overleg tussen RAV en de zorgverzekeraar(s). Indien geen overeenkomst tot stand komt, gelden de bepalingen in artikel 5.
Artikel 20 Productievergoeding afhijsingen brandweer
De component productievergoeding afhijsingen brandweer bevat de kosten voor in opdracht van de RAV door de brandweer uitgevoerde hijswerkzaamheden van de patiënt. Deze component is gelijk aan de component productievergoeding afhijsingen brandweer van het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s). Deze component wordt berekend op basis van het aantal overeengekomen afhijsingen en het overeengekomen bedrag per afhijsing. Bij geen overeenkomst gelden de bepalingen van de vaststelling van het definitief budget zoals beschreven in artikel 5.
Artikel 21 Productievergoeding overtocht per (veer)boot of ambulancehelikopter
-
De component productievergoeding overtocht per (veer)boot of ambulancehelikopter bevat de kosten voor in opdracht van de RAV door derden uitgevoerde overtochten per (veer)boot van de patiënt en eventueel ambulance, of overtocht per ambulancehelikopter ter vervanging hiervan. Deze component is gelijk aan de component productievergoeding overtocht per (veer)boot of ambulancehelikopter van het budgetjaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s). Deze component wordt berekend op basis van het overeengekomen aantal overtochten en het overeengekomen bedrag per overtocht van dit soort. Bij het ontbreken van een overeenkomst gelden de bepalingen van de vaststelling van het definitief budget zoals beschreven in artikel 5.
-
(Veer)boten waarvan de inzet vergoed wordt onder deze component zijn niet ingericht voor het vervoer van patiënten maar worden ingezet om de patiënt en eventueel de ambulance over water te vervoeren.
-
Ambulancehelikopters waarvan de inzet vergoed wordt onder deze component mogen alleen ingezet worden naar Texel.
§4 Vrije marge ambulancezorg
Artikel 22
De vrije marge is bedoeld voor innovatie, verbetering van de zorgkwaliteit en verbetering van de prestaties en wordt door de RAV en de zorgverzekeraars gezamenlijk overeengekomen en bedraagt ten hoogste 4,5% van de S&B-vergoeding.
Artikel 23
De restvergoeding bestaat uit de componenten beschreven in deze paragraaf.
Artikel 24
Voor de volgende componenten die zijn opgenomen in de restvergoeding zijn de kosten gelijk aan de kosten uit het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s):
-
Huisvesting
-
Piketauto's
-
Directie en administratie
-
Rentevergoeding
-
Controleprotocol
-
Afschrijving dubieuze debiteuren
Artikel 25 Initiële scholing
Onder deze component kunnen RAV en representerende zorgverzekeraars(s) voor jaar (t) een bedrag overeenkomen ten behoeve van de initiële scholing voor de instroom van ambulancemedewerkers. Initiële scholingskosten voor verpleegkundig centralisten zijn ook opgenomen in deze post. Voor de capaciteit per dienst (tijdsblok) uit het Referentiekader S&B kan het volgende bedrag overeengekomen worden, tenzij lager overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s). Opslag per aanwezigheids- of paraatheidsdienst:
-
Werkdagen: €17.112,-
-
Zaterdag en zondag: €3.422,-
Artikel 26 Overige kosten
-
Onder deze component kunnen RAV en representerende zorgverzekeraar(s) voor jaar (t) een bedrag overeenkomen ten behoeve van de overige kosten. Deze post dient ter vergoeding van kosten waar de budgetonderdelen zonder maximumvergoeding, geen ruimte voor bieden.
-
In afwijking van het eerste lid kunnen onder deze component tijdelijk de kosten voor ambulancezorg met psychiatrische hulpverlening worden afgesproken indien de overige budgetparameters waarvoor een maximum geldt, daarvoor geen ruimte bieden.
Artikel 27 Wijziging aanbod acute zorg
-
Deze post bevat de aanvullende middelen in verband met tijdelijke of structurele wijzigingen in het aanbod van acute medisch specialistische zorg. RAV en representerende zorgverzekeraar(s) kunnen hiervoor gezamenlijk een aanvraag indienen. Deze aanvraag bevat extra middelen voor zowel loon- als materiële kosten, en rentekosten.
-
Voor de aanvraag gelden de volgende criteria:
-
Er is daadwerkelijk sprake van een (op handen zijnde) wijziging in het aanbod van acute medisch specialistische zorg in de veiligheidsregio van de RAV.
-
De zorgplicht van de zorgverzekeraar wordt geborgd met uitbreiding van ambulancezorg. Dit blijkt uit een doorrekening van het RIVM, waarin het effect van de voorgestelde uitbreiding van de ambulancezorg op de aanrijdtijden vergeleken wordt met de situatie zonder de voorgestelde uitbreiding van ambulancezorg.
-
De voorgestelde oplossing is besproken in het Regionaal Overleg Acute Zorgketen (ROAZ)
-
De aanvraag voor budgetuitbreiding heeft alleen betrekking op spoedvervoer binnen de regio.
-
De aanvraag voor budgetuitbreiding is tweezijdig. Eén enkele eenzijdige aanvraag voor een RAV wordt niet in behandeling genomen. Bij meerdere eenzijdige aanvragen voor een RAV gelden de bepalingen zoals genoemd in artikel 5 van deze beleidsregel.
-
De aangevraagde budgetuitbreiding is voor wat betreft de loonkosten maximaal het bedrag zoals berekend met de parameter loonkostenbedragen S&B uit artikel 10 van deze beleidsregel.
-
Bij de aangevraagde budgetuitbreiding wordt voor wat betreft de materiële kosten aangesloten bij de bepalingen in de artikelen 16, 17 en 23 uit deze beleidsregel.
-
Budgetuitbreiding is niet mogelijk als voor het betreffende specialisme en de betreffende locatie aan het ziekenhuis een beschikbaarheidbijdrage spoedeisende hulp of beschikbaarheidbijdrage acute verloskunde is toegekend.
-
De RAV komt pas voor budgetuitbreiding in aanmerking als de bestaande budgetafspraken het maximum van de beleidsregelruimte binnen het loonkostenbudget benutten.
-
De extra middelen worden door de RAV alleen gebruikt voor ambulancezorg.
-
De aanvraag bevat een plan van aanpak, waaruit blijkt dat aan bovenstaande criteria is voldaan. Het plan van aanpak bevat in ieder geval de volgende onderwerpen:
-
situatiebeschrijving waaruit de (op handen zijnde) wijziging in het aanbod van acute medisch specialistische zorg blijkt;
-
borging van de bereikbaarheid van acute zorg middels uitbreiding van ambulancezorg;
-
analyse van het RIVM, waaruit het effect op de aanrijdtijden van de voorgestelde oplossing blijkt;
-
planning;
-
afspraken
Artikel 28 Vergoeding gebruikerskosten AED's
Deze post bevat de vergoeding van de gebruikerskosten van de automatische externe defibrillatoren (AED's) door AED-eigenaren en een vergoeding voor de administratieve afhandeling hiervan door RAV's. De nota's die horen bij de direct aan de inzet gebonden kosten worden door de RAV rechtstreeks uitbetaald aan de AED-eigenaar, niet zijnde een zorgaanbieder in de zin van de Wmg. De RAV en representerende zorgverzekeraar komen een bedrag overeen voor de kosten die de RAV maakt voor het afhandelen van de ontvangen nota's.
Artikel 29 Zorgcoördinatie
Deze post bevat de financiële middelen voor het uitvoeren van zorgcoördinatie ter voorbereiding op structurele regionale inrichting. De aanvraag voor deze post is tweezijdig. Een eenzijdige aanvraag voor deze post wordt niet in behandeling genomen.
§6 Ambulance inzetten luchthaven Schiphol
Artikel 30
In sommige gevallen vervoert de Airport Medical Services (AMS) patiënten vanaf Schiphol naar een dichtbij gelegen zorgaanbieder over de openbare weg. Deze inzetten worden aangemeld bij de RAV Kennemerland. Deze inzetten zijn als zodanig niet opgenomen in het Referentiekader S&B. De financiering van deze inzetten is daardoor niet verwerkt in een budget van een RAV. Voor de ambulance-inzetten vanaf het terrein luchthaven Schiphol gelden de volgende prestaties:
-
I001 – Beladen vervoerskilometer
-
I010 – Spoedeisende ambulancezorg (A0-/A1-/A2-inzet)
Hoofdstuk 4 Vergoeding meldkamer
Artikel 31
De vergoeding voor de meldkamer is opgebouwd uit de volgende drie onderdelen: loonkostenbedragen meldkamercentralisten, overige loonkosten en materiële kosten meldkamersystemen.
Artikel 32 Loonkostenbedragen meldkamercentralisten
-
De loonkostenbedragen voor meldkamercentralisten worden weergegeven als een bedrag per bezette meldtafel per dagdeel. Het benodigde aantal bezette meldtafels per dagdeel wordt bepaald in onderling overleg tussen RAV en representerend(e) zorgverzekeraar(s). Er is onderscheid tussen het bedrag per bezette meldtafel voor een verpleegkundig centralist ten opzichte van een niet-verpleegkundig centralist.
-
Het totale budget voor de loonkostenbedragen meldkamercentralisten wordt bepaald door het aantal bezette meldtafels per dagdeel te vermenigvuldigen met het loonkostenbedrag per dagdeel. De som van deze bedragen vormt de vergoeding voor loonkosten van meldkamercentralisten, tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerend(e) zorgverzekeraar(s).
Loonkostenbedragen per meldtafel voor verpleegkundig centralisten (VC) en niet-verpleegkundig centralisten (NVC)
|
Werkdagen
|
Zaterdagen
|
Zondagen
|
Dagdeel
|
00-08
|
08-16
|
16-24
|
00-08
|
08-16
|
16-24
|
00-08
|
08-16
|
16-24
|
VC
|
183.113
|
154.759
|
167.746
|
39.176
|
34.660
|
38.116
|
46.092
|
46.092
|
46.092
|
NVC
|
151.991
|
123.637
|
136.625
|
32.791
|
28.275
|
31.730
|
38.903
|
38.903
|
38.903
|
Artikel 33 Overige loonkosten
Onder de component overige loonkosten kunnen RAV en representerend(e) zorgverzekeraar(s) voor budget van jaar (t) een bedrag overeenkomen ten behoeve van de overige loonkosten. Voor het aantal meldkamerdiensten wordt uitgegaan van het overeengekomen aantal bezette meldtafels. Dit wordt vermenigvuldigd met onderstaand normbedrag, tenzij lager overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerend(e) zorgverzekeraar(s).
Opslag overige loonkosten per dienst van verpleegkundig centralisten (VC) en niet-verpleegkundig centralisten (NVC)
|
VC
|
NVC
|
Werkdagen
|
10.871
|
10.815
|
Zaterdagen
|
2.230
|
2.219
|
Zondagen
|
2.511
|
2.498
|
Artikel 34 Materiële kosten meldkamersystemen
-
Voor de posten die zijn opgenomen in de materiële kosten meldkamersystemen zijn de kosten gelijk aan de kosten voor de desbetreffende post uit het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).
-
De materiële kosten meldkamersystemen zijn opgebouwd uit de volgende posten:
-
Kosten voor AVLS-GIS;
-
Kosten voor het triagesysteem;
-
Kosten voor de planmodule voor B-ritten;
-
Kosten voor het landelijk beheer ICT;
-
Kosten voor rittensturing en-analyse software;
-
Verbindingskosten;
-
Overige materiële kosten;
-
Rentekosten
Hoofdstuk 5 Prestaties en tarieven
Artikel 35
-
Voor ambulancezorg worden de volgende prestaties gehanteerd: beladen vervoerskilometer, niet-spoedeisende ambulancezorg (B-inzet), stand-by, MICU-vervoer, spoedeisende ambulancezorg (A0-/A1-/A2-inzet), verrekenbedrag, maandelijks verrekenbedrag en onderlinge dienstverlening.
-
De opdrachtverstrekking door de meldkamer bepaalt of er sprake is van spoedeisende ambulancezorg of niet-spoedeisende ambulancezorg.
Artikel 36 I001 Beladen vervoerskilometer
Het aantal beladen kilometers is het aantal kilometers met de patiënt in de ambulance, berekend, aan de hand van een postcodelabel, met een hieraan gekoppelde routeplanner. Bij de berekening wordt uitgegaan van de snelste route tussen de locatie waar de patiënt wordt opgehaald en de locatie waar de patiënt wordt afgeleverd. Het I001-tarief is een tarief per beladen kilometer voor alle spoedeisende en niet-spoedeisende ambulance-inzetten.
Artikel 37 I002 Niet-spoedeisende ambulancezorg (B-inzet)
-
Niet-spoedeisende ambulancezorg (een B-inzet) is een inzet in opdracht van de meldkamer die vooraf is aangevraagd bij de meldkamer en waarbij geen sprake is van een spoedclassificatie. Het I002-tarief is een tarief per inzet en inclusief het tarief voor de meldkamer.
-
Onder niet-spoedeisende ambulancezorg valt ook interklinisch vervoer. De kosten van het interklinisch vervoer zijn voor de zorgverzekeraar, wanneer er sprake is van vervoer in verband met:
-
Wbmv-functies (ex. Art. 2 en 8 Wet bijzondere medische verrichtingen) (zogenaamde topklinische zorg), of
-
topreferente zorg, of
-
overname van een patiënt door een andere zorgaanbieder, of
-
een second opinion op verzoek van de patiënt.
-
Indien geen sprake is van één van bovengenoemde redenen tot vervoer, dan is er sprake van onderlinge dienstverlening tussen zorgaanbieders (uitbesteding van zorg) en zijn de kosten voor vervoer voor de uitsturende zorgaanbieder.
-
Onder niet-spoedeisende ambulancezorg valt ook intraklinisch vervoer. De kosten voor dit vervoer zijn voor de uitsturende zorgaanbieder, tenzij er sprake is van vervoer in verband met:
-
Wbmv-functies (ex. Art. 2 en 8 Wet bijzondere medische verrichtingen) (zogenaamde topklinische zorg), of
-
topreferente zorg.
Artikel 38 I003 Stand-by
Het stand-by houden van een ambulance in verband met de openbare orde dan wel openbare veiligheid wordt gedaan in opdracht van de meldkamer en valt in het reguliere dienstrooster. Het I003-tarief geldt per uur wachttijd en kan niet worden gedeclareerd voor wachttijd bij een zorgaanbieder voor het ophalen van een patiënt. Voor uurdelen geldt het tarief naar evenredigheid.
Artikel 39 I006 MICU-vervoer
MICU-vervoer is het vervoer van een patiënt met een IC-indicatie tussen zorgaanbieders met een MICU-ambulance, begeleid door een MICU-team conform de richtlijnen van de NVIC en NVK. Het vervoer vindt plaats op verzoek van een MICU-coördinatiecentrum. Het I006-tarief geldt per inzet van een MICU-ambulance. De kosten voor de MICU-chauffeur worden apart bekostigd via de post 'Vergoeding MICU-chauffeur'. De kosten van de MICU-ambulance wordt gedekt via de wagenparkvergoeding. De kosten voor de MICU-trolley, materialen/apparatuur en MICU-coördinatie zijn geen onderdeel van deze prestatie en worden gedekt door de zorgprestaties voor 'Begeleiding MICU-vervoer' vanuit de medisch specialistische zorg.
Artikel 40 I010 Spoedeisende ambulancezorg (A0-/A1-/A2-inzet)
Een A0-/A1-/A2-inzet is een inzet in opdracht van de meldkamer waarbij sprake is van spoedclassificatie. De meldkamer stelt de classificatie vast. Het I010-tarief is een tarief per declarabele inzet en is inclusief het tarief voor de meldkamer.
Artikel 41 I020 Verrekenbedrag
Prestatie I020 wordt gebruikt om bij een negatief opbrengstresultaat het tekort aan opbrengsten bij de zorgverzekeraars in rekening te brengen met inachtneming van de tussentijdse verrekeningen die hebben plaatsgevonden met betrekking tot jaar (t).
Artikel 42 I021 Maandelijks verrekenbedrag
Prestatie I021 wordt gebruikt om een verwacht negatief opbrengstresultaat maandelijks bij de zorgverzekeraars in rekening te brengen. De hoogte van het tarief maakt onderdeel uit van de aanvraag voor het verrekenbedrag in het najaar van jaar (t-1). De NZa stelt de hoogte van het tarief daarbij vast op aangevraagd tarief gedeeld door 12 en rekent de bedragen toe aan de betrokken zorgverzekeraars op basis van de meest recente beschikbare marktaandelen.
Artikel 43 I022 Onderlinge dienstverlening
Prestatie I022 wordt gebruikt door de onderaannemer die in opdracht van de RAV, ambulancezorg verleent. Voor deze prestatie geldt een vrij tarief als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdeel a, van de Wmg. De onderaannemer en de RAV maken hiervoor zelf een tariefafspraak. De RAV blijft bij onderlinge dienstverlening verantwoordelijk voor de ambulancezorg en brengt de door de NZa vastgestelde prestaties die ter dekking van het budget dienen, in rekening bij de zorgverzekeraar of zorgaanbieder.
Artikel 44 Prestatiecodes en tarieven
Bij de declaratie van de prestaties genoemd onder artikel 35 tot en met 43 zijn de volgende tarieven en prestatiecodes van toepassing:
Prestatiecode
|
|
Verrichting code
|
Tarief
|
I
|
001
|
Beladen vervoerskilometer
|
196001
|
Zie tariefbeschikking
|
I
|
002
|
Niet-spoedeisende ambulancezorg (B-inzet)
|
196002
|
Zie tariefbeschikking
|
I
|
003
|
Stand-by (per uur)
|
196003
|
Zie tariefbeschikking
|
I
|
006
|
MICU-vervoer
|
196006
|
Zie tariefbeschikking
|
I
|
010
|
Spoedeisende ambulancezorg (A0-/A1-/A2-
inzet)
|
196010
|
Zie tariefbeschikking
|
I
|
020
|
Verrekenbedrag
|
|
Zie individuele tariefbeschikking
|
I
|
021
|
Maandelijks verrekenbedrag
|
|
Zie individuele tariefbeschikking
|
I
|
022
|
Onderlinge dienstverlening
|
190064
|
Zie tariefbeschikking
|
Artikel 45 Declaratiebepalingen
-
Bij een retourinzet kunnen het tarief per inzet en het beladen vervoerskilometertarief voor zowel de heen als terug inzet worden gedeclareerd. Er is sprake van een retourinzet als de ambulance een patiënt naar de behandelplaats brengt en deze, na een bepaalde wachttijd ter plaatse, weer terug brengt.
-
Indien tijdens een inzet meerdere patiënten in één ambulance worden vervoerd kan aan elke patiënt het evenredige deel van 150% van het enkelvoudig inzet- en kilometerbedrag worden gedeclareerd.
-
Het stand-by tarief wordt in rekening gebracht aan de aanvrager van het stand-by houden van een ambulance.
Toelichting
Artikel 1
De definities van intraklinisch vervoer en interklinisch vervoer zijn aangepast in lijn met de memorie van toelichting van de Wet ambulancezorgvoorzieningen. Hiermee wordt niet meer gesproken van een ‘klinische patiënt’, maar van een ‘patiënt’. Dit moet verwarring over wat precies een ‘klinische' patiënt is, verhelpen. Dit zal effect hebben op niet-spoedeisend vervoer tussen zorgaanbieders binnen dezelfde groep, of tussen verschillende locaties van een zorgaanbieder waar andere soorten zorg geleverd worden. Zoals vervoer tussen een ziekenhuislocatie en een Wlz-locatie, of een ziekenhuislocatie en revalidatielocatie. Voorheen ging de rekening van dit vervoer naar de zorgverzekeraar, nu moet de uitsturende zorgaanbieder voor deze niet-spoedeisende ambulanceritten betalen.
Artikel 6, lid 2
De opbrengsten onder dit artikel bevatten niet de gedeclareerde verreken- en vereffeningsbedragen (dus niet prestatie I020 en I021.
Artikel 6, lid 3
Het vereiste om opbrengsten per zorgverzekeraar aan te leveren komt te vervallen, omdat deze gegevens niet langer nodig zijn voor het berekenen van lokale marktaandelen. Zie ook de toelichting bij artikel 7.
Artikel 7
Op verzoek van zorgverzekeraars is onderzocht of een andere verdeelsleutel voor de definitieve opbrengstverrekening gepast is. Uit dit onderzoek kwamen geen bezwaren naar voren en blijkt het gebruiken van landelijke aantallen verzekerden als basis voor een verdeelsleutel een goed alternatief. Dit zorgt voor een andere verdeling van de opbrengstverrekening tussen zorgverzekeraars, terwijl de administratieve last voor rav’s afneemt.
Artikel 11
RAV en representerende zorgverzekeraar(s) kunnen een vergoeding overeenkomen ten behoeve van uitzonderlijke, incidentele uitbreiding van de loonkosten indien RAV en representerende zorgverzekeraar(s) constateren dat de S&B-vergoeding van artikel 10 en/of de vergoeding loonkosten van artikel 32 ontoereikend is. Deze middelen zijn alleen tweezijdig aan te vragen. De NZa voert geen toets uit op deze middelen en afspraken.
Deze aanvullende middelen kunnen door de RAV aangewend worden voor bijvoorbeeld de loonkosten van een extra standplaats of ambulance. In lokaal overleg kunnen bijvoorbeeld de volgende afspraken worden gemaakt:
-
De RAV vult de bestaande capaciteit volgens het Referentiekader S&B in;
-
Voordat tot extra inzet van middelen wordt overgegaan wordt een (onafhankelijke) analyse uitgevoerd die inzicht biedt in de
-
Afwijking tussen S&B-capaciteit en werkelijk geleverde capaciteit;
-
Reeds genomen maatregelen voor verbetering van het responspercentage;
-
Samenwerkingsafspraken met lokale (keten)partijen gericht op verbetering van de aanrijtijden;
-
Samenwerkingsafspraken met de buurregio's;
-
Effecten van de punten a t/m d op het responspercentage.
-
Zorgverzekeraar(s) en RAV maken afspraken over inzet, rede, doel, evaluatie, financiën en looptijd.
Artikel 27, lid 2
Aanbieders en representatieve zorgverzekeraars zijn het eens over de noodzaak van de extra benodigde middelen en over het plan van aanpak. Over de hoogte van het bedrag kunnen zorgaanbieder en zorgverzekeraar wel van mening verschillen, wat resulteert in twee eenzijdige aanvragen. Hierbij honoreert de NZa in principe de laagste aanvraag. De NZa kan hiervan afwijken indien de vigerende beleidsregel hiertoe aanleiding geeft en/of indien op basis van nadere motiveringen de ingediende aanvraag door de NZa als onrealistisch wordt beoordeeld.
De 'Aanvullende middelen in verband met tijdelijke of structurele wijzigingen in het aanbod van acute medisch specialistische zorg' worden via het door de NZa beschikbaar gestelde budgetformulier aangevraagd.
De budgetuitbreiding wordt door partijen opgenomen op de regel overige kosten bij de aanvraag van het definitief budget (zie artikel 6 van deze beleidsregel). Hier dient tevens het plan van aanpak te worden ingediend.
Artikel 37, lid 2
Onder overname van een patiënt valt geen tijdelijke overname, zoals bijvoorbeeld bij een dagbehandeling. Een dagbehandeling niet in het kader van Wbmv- of topreferente zorg zien we als uitbesteding van zorg. De kosten van het vervoer komen voor rekening van de zorgaanbieder die de zorg uitbesteedt.
Artikel 37, lid 4
Zorgaanbieders die onderdeel uitmaken van één groep ziet de NZa als één zorgaanbieder. Vervoer tussen locaties van deze groep worden daarmee gezien als intraklinisch vervoer. Dit is onder andere het geval bij een (juridische) fusie of een overname.