Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 24/41488/SGA, 28 juni 2024, schorsing
Uitspraakdatum:28-06-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    24/41488/SGA
    
            
Betreft    [verzoeker]
Datum    28 juni 2024


Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van

[verzoeker] (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure
De directeur van de Penitentiaire Inrichting Nieuwegein (hierna: de directeur) heeft op 
22 juni 2024 beslist om verzoeker te degraderen naar het basisprogramma.

Verzoeker vraagt om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek, van het klaagschrift (beklagkenmerk nm2024-701) en van de nadere toelichting van verzoekers raadsvrouw, mr. J.J. Serrarens, van 26 juni 2024 op het schorsingsverzoek.

 

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

Door en namens verzoeker is aangevoerd dat hij een bevestigingsonderzoek wilde laten uitvoeren en hij het hiervoor benodigde geld op een rekeningcourant heeft staan die de inrichting heeft geblokkeerd. Het werd hem niet toegestaan dit geld te gebruiken omdat dit alleen mag worden ingezet voor re-integratiedoeleinden. Verzoekers bevestigingsonderzoek voldoet daaraan. De uitkomst daarvan – verzoeker verwacht een negatieve score op cannabis – kan immers leiden tot voortzetting van zijn verblijf in het plusprogramma, waar hij meer mogelijkheden heeft aan zijn re-integratiedoelen te werken. 

Uit de inlichtingen van de directeur komt naar voren dat de uitslag van verzoekers urinecontrole en het daarna uitgevoerde herhalingsonderzoek positief was op cannabis. Verzoeker heeft vervolgens een bevestigingsonderzoek aangevraagd, maar dit is hem geweigerd omdat hij (op dat moment) onvoldoende saldo op zijn rekening had om het onderzoek te betalen, aldus de directeur. 

De voorzitter overweegt als volgt.
In de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden is in bijlage 1 een aantal gedragingen opgesomd – waaronder drugsgebruik – dat is aangemerkt als ‘ontoelaatbaar’ gedrag en leidt tot directe degradatie. De voorzitter is op basis van de stukken onweersproken gebleken dat verzoeker naar aanleiding van de positieve uitslagen op zijn urinecontrole en herhalingsonderzoek een bevestigingsonderzoek wilde laten uitvoeren en daarvoor voldoende saldo had, zij het op een andere (voor hem geblokkeerde) rekening. De directeur heeft niet toegelicht wat de reden is dat verzoeker geen gebruik mocht maken van het geld op deze rekening voor een bevestigingsonderzoek.  

Gelet op het voorgaande is de bestreden degradatiebeslissing naar het oordeel van de voorzitter zodanig onredelijk en onbillijk dat het verzoek zal worden toegewezen en de tenuitvoerlegging van de beslissing zal worden geschorst met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

 

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.


Deze uitspraak is op 28 juni 2024 gedaan door mr. D. Riani el Achhab, voorzitter, bijgestaan door mr. L. van der Linden, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven