Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 24/39161/GB, 27 juni 2024, beroep
Uitspraakdatum:27-06-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    24/39161/GB
    
            
Betreft    [klager]
Datum    27 juni 2024


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure
Klager heeft een verzoek gedaan tot overplaatsing naar de terroristenafdeling (TA) van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught.

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft dat verzoek op 9 februari 2024 afgewezen.

Klager heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klager komt in de locatie De Schie altijd in de problemen. Hij heeft al ruim twee jaar niet kunnen koken en kunnen sporten. Ook mag hij niet luchten en is al bijna drie jaar lang sprake van een handboeienregime. Klager verblijft in een individueel regime en er is sprake van een verstoorde werkrelatie met het personeel. In de PI Vught, waar klager eerder heeft verbleven, deden deze problemen zich niet voor.

Standpunt van verweerder
De TA van de PI Vught is voor klager ongeschikt. In de TA van de locatie De Schie kan, in tegenstelling tot in de TA van de PI Vught, een beheersmatige en individuele benadering worden geboden. Dit is, gelet op klagers gedrag, noodzakelijk. Het enkele feit dat klager zich niet kan vinden in het strenge regime in de TA van de locatie De Schie, is onvoldoende zwaarwegend om zijn overplaatsingsverzoek toe te wijzen.

 

3. De beoordeling
Klager verblijft op dit moment in de TA van de locatie De Schie te Rotterdam. Hij wil graag worden overgeplaatst naar de TA van de PI Vught, omdat hij in de TA van de locatie De Schie veel problemen ervaart door het strenge regime en door de verstoorde werkrelatie met het personeel.

De beroepscommissie maakt uit de stukken op dat klager in de TA van de locatie De Schie wordt ervaren als een dwingende en provocerende persoonlijkheid. Hij schuwt fysieke agressie niet om zijn woorden kracht bij te zetten. Zo heeft er een incident plaatsgevonden, waarbij klager het personeel fysiek ernstige schade heeft toegebracht. Vanwege deze houding en het onvoorspelbare gedrag, verblijft klager al vrijwel zijn gehele verblijf in de locatie De Schie in een handboeienregime.

Door de locatie De Schie is, naar aanleiding van klagers verzoek, contact opgenomen met de PI Vught. Vanuit de PI Vught is te kennen gegeven dat klager, gelet op zijn individuele en beheersmatige benadering, niet overgeplaatst kan worden naar de TA van de PI Vught. Er is bij klager sprake van onvoorspelbaar, risicovol en vooral gewelddadig gedrag. Ook beïnvloedt hij zijn omgeving op een negatieve en gewelddadige manier. Klager wenst niet in gesprek te gaan met gedragsdeskundigen, waardoor geen professionele inschatting kan worden gemaakt over hoe en wanneer klager explosief en gewelddadig gaat reageren. Om die reden is het noodzakelijk dat klager op een afdeling verblijft waar hij individueel en beheersmatig kan worden benaderd. In de TA van de PI Vught is dat (op dit moment) niet mogelijk. De vrijhedencommissie heeft, gelet op voorgaande informatie, negatief geadviseerd over overplaatsing van klager.

Het komt de beroepscommissie niet onredelijk voor dat, gelet op klagers gewelddadige en onvoorspelbare gedrag, een individuele en beheersmatige benadering noodzakelijk wordt geacht. Nu in de TA van de PI Vught een dergelijke benadering niet kan worden gerealiseerd, is de beroepscommissie met verweerder van oordeel dat een overplaatsing naar de TA van de PI Vught niet in de rede ligt. Hoewel klager zich niet kan verenigen met het regime waarin hij verblijft, acht de beroepscommissie dit van onvoldoende zwaarwegend belang. Dat geldt temeer nu uit de stukken volgt dat dit regime een reactie is op klagers gedrag.

Als klager het niet eens is met de omstandigheid dat bepaalde activiteiten hem niet zouden worden aangeboden, dan kan hij zich wenden tot de beklagcommissie bij de locatie De Schie. Dat vormt echter geen reden om hem over te plaatsen. Alle inrichtingen moeten wat dit betreft voldoen aan de eisen uit de Penitentiaire beginselenwet.

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 


Deze uitspraak is op 27 juni 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. A. Jongsma, voorzitter, mr. F. Sieders en drs. M.R. van Veen, leden, bijgestaan door mr. A. Back, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven