Onderwerp: Bezoek-historie

75 jaar Militair Juridische Dienst: opening bijzonder appel

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Bijdrage – Toespraak

Openingstoespraak bijzonder appel ter gelegenheid van 75 jaar Militair Juridische Dienst

Kolonel mr. F.A. Kooloos

 

Generaals, directeur Juridische Zaken, mr. Alink, hoofd Militair Juridische dienst Krijgsmacht generaal mr. De Haan, professors Gill en Zwanenburg, Officier van Justitie mr. Van der Zee, familie De Graaff, hoofden juridische zaken van de Koninklijke Marine, Koninklijke Luchtmacht en Koninklijke Marechaussee, dienstvakgenoten en oud-dienstvakgenoten. Ik heet u allen hartelijk welkom hier op Bronbeek om samen het 75-jarig jubileum van de Militair Juridische Dienst te vieren. Het is fijn dat u zo massaal bent gekomen. Gefeliciteerd met onze verjaardag, zingen gaan we nog doen!

Een speciaal woord van welkom voor Commandant Landstrijdkrachten. Generaal Swillens, uw aanwezigheid hier onderstreept de waarde die u hecht aan ons dienstvak en dat geeft ons een goed gevoel. Zelfs de Koning is in gedachten bij ons en heeft warme gevoelens voor ons dienstvak, maar daar staan we later bij stil.

Ook een speciaal woord van welkom voor familie De Graaff, kinderen van de oprichter van ons dienstvak, brigadegeneraal prof. mr. De Graaff. Wij zijn uw vader nog steeds zeer erkentelijk en brengen hem vandaag ook eer. Mooi dat u daar bij kunt zijn.

Commandant Bronbeek, kolonel Van Kuijck en uw mensen. Dank dat we vandaag hier te gast mogen zijn op Bronbeek en voor alle ondersteuning.

Op 1 mei 1949 is ons dienstvak opgericht. Toen lag de focus van het werk op het militair straf-en tuchtrecht. Generaal Spijk zal vanmiddag dieper ingaan op onze geschiedenis. Inmiddels is ons dienstvak uitgegroeid tot maar liefst 62 beroepsmilitairen, 24 reserve-militairen en worden we ondersteund door vier burger medewerkers. De advisering over operationeel recht en bestuursrecht is toegenomen. Waar vroeger de 1e divisie een jurist had, heeft nu elke brigade er minstens twee. Ik kan de tijd van de divisie nog herinneren. Als plaatsvervangend compagniescommandant – toen nog geen jurist – werd ik geconfronteerd met een geval van aanranding binnen de compagnie. Wat te doen? Ik belde de divisie-jurist en vroeg of we de betrokken sergeant moesten schorsen, daar had ik wel eens van gehoord, schorsen. 'Ik zou het gewoon doen' antwoordde hij. Als enige jurist van een hele divisie kon hij ook niet anders, zeg ik erbij tot zijn verdediging. Tsja, dan zie je dat er inmiddels toch wel iets is veranderd op het gebied van advisering en die nu toch veel intensiever is geworden. Als jurist mooi om dat te constateren, als militair kun je je ook anders denken over de 'juridisering'.

Nu wordt er ook wel eens geklaagd over juristen. Er zouden volgens sommigen namelijk twee soorten juristen zijn , de ja- en nee-jurist, en met name over de laatste wordt geklaagd. Maar als het erop aankomt, wil en kan geen commandant meer zonder. Zeker tijdens inzet zijn wij het vaak geweest die hebben aangegeven wat allemaal wél kon, en dat was best veel. Er zit na al die gewapende inzetten niemand in de gevangenis. We waren en zijn enabeler en normbewaarder tegelijkertijd en hebben ons in de afgelopen 75 jaar bewezen, ook op andere rechtsgebieden. Dat is iets om trots op te zijn en om te vieren.

Van het verleden kort naar het heden en de toekomst. Ons dienstvak staat op dit moment -naast het reguliere werk- voor extra serieuze uitdagingen. De kans is reëel dat onze krijgsmacht binnen afzienbare tijd betrokken raakt in een grootschalig gewapend conflict. Onze gereedstelling voor dit conflict loopt gevaar door fijnmazige, soms te knellende, of verouderde wet- en regelgeving en trage besluitvormingsprocessen. Onze democratische rechtstaat die we koesteren lijkt met al zijn waardevolle normen en waarborgen juist daardoor kwetsbaar. Kwetsbaar voor vijandelijke regimes die zich niet gebonden voelen aan het recht, waar sprake is van eenhoofdige leiding en die slagvaardig kunnen gereedstellen.

Ik pleit er zeker niet voor om aan die regimes een voorbeeld te nemen, maar onze rol als enabeler is nu belangrijker dan ooit. Wetgeving zal gemaakt moeten worden of aangepast, een zware taak voor DJZ en andere departementen. Wij moeten hen daarbij helpen. Een mooi voorbeeld is recente aanpassing van de Regeling wapens en munitie krijgsmachtpersoneel, waardoor we nu met extra ingehuurde burger schietinstructeurs het dienjaar kunnen opleiden. Een compliment aan de Directie Juridische Zaken dat u hieraan heeft meegewerkt.

Binnen het CLAS zal soms de nodige ruimte moeten worden gezocht in huidige wetgeving, waarbij een beroep wordt gedaan op onze academische kwaliteiten. Het zoeken naar een enkele (beperkende) rechtsregel kan een computer ook: computer says no. Natuurlijk moeten wij rolvast zijn en ook grenzen aangeven. We zijn allemaal wel eens die ja of nee jurist. Wij moeten er wel alles aan doen, al dan niet onder voorwaarden, om oplossingen te bieden, en dat probeert u ook. Dit is nu meer dan in het verleden nodig om -wie zal het zeggen wanneer- de Russen en/of andere tegenstanders te kunnen weerstaan.

Hierover nu geen lezing, generaal De Haan zal over dit onderwerp straks meer zeggen als u gezeten bent in de Kumpulan.

 

 

Na de openingstoespraak werd tijdens een herdenking stilgestaan bij hen die ons zijn ontvallen. Vervolgens sprak de Commandant Landstrijdkrachten de aanwezigen toe. Daarna werd de mars die ter gelegenheid van het jubileum voor het dienstvak is gecomponeerd voor het eerst ten gehore gebracht. Tot slot was er tijdens het bijzonder appel ruimte voor een ludieke demonstratie van een krijgsraad te velde (tegenwoordig: mobiele rechtbank).

Naar boven