Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 24/39032/GB, 17 juni 2024, beroep
Uitspraakdatum:17-06-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    24/39032/GB
    
            
Betreft    [klager]
Datum    17 juni 2024


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure
Klager heeft een verzoek gedaan tot overplaatsing naar de gevangenis van de Penitentiaire Inrichtingen (PI) Middelburg.

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft dat verzoek op 7 februari 2024 afgewezen.

Klagers raadsman, mr. T.S. van der Horst, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Voor zover verweerder stelt dat klager eerder problemen heeft veroorzaakt binnen een inrichting en dat het zijn eigen schuld is dat hij door een medegedetineerde is aangevallen, miskent verweerder dat de eerdere overplaatsing vanuit de PI Krimpen aan den IJssel naar het Justitieel Complex Zaanstad nodig was omdat hij het personeel had geïnformeerd over ondermijnende zaken. In dat kader werd in het selectieadvies aangegeven dat klager aan het personeel belangrijke informatie had verstrekt over vermeende misstanden op de afdeling. Gelet op de positieve en verantwoordelijke rol van klager, kan hem bezwaarlijk worden verweten dat hij moest worden overgeplaatst. 

Dat klager in de PI Vught opnieuw in conflict is gekomen met een medegedetineerde en dat hij zelfs fysiek is aangevallen, moet voor verweerder juist reden zijn om hem uit veiligheidsoverwegingen over te plaatsen naar een andere inrichting. Verweerder is verantwoordelijk en daarbij past niet de stelling dat klager zelf maar moet zorgen dat hij niet in conflict komt met medegedetineerden. Klager is niet de agressor, maar het slachtoffer van het handelen door een medegedetineerde. Aangezien die gedetineerde nog in de PI Vught verblijft en niet kan worden uitgesloten dat hij veel aanzien geniet bij medegedetineerden, meent klager dat hij niet langer veilig is in de PI Vught. Klager durft aan sommige activiteiten niet meer deel te nemen. 

Een verblijf in een individueel programma is geen redelijk alternatief voor een overplaatsing naar een andere inrichting. Een interne overplaatsing levert daarentegen geen volledige veiligheid op, aangezien verschillende activiteiten niet unit-gebonden zijn. Klagers veiligheid kan alleen met een externe overplaatsing worden gegarandeerd. 

Dat er vanuit de inrichting op 9 april 2024 is aangegeven dat klager niet meer in een individueel programma verblijft en dat inmiddels – met het verstrijken van twee maanden – niet meer blijkt van een actueel veiligheidsrisico, kan de afwijzing van het verzoek om overplaatsing niet rechtvaardigen. Overigens is de suggestie dat klager en zijn belager elkaar niet meer kunnen treffen onjuist. Gedetineerden van unit zes en unit zeven treffen elkaar geregeld. Daardoor moet klager op veel momenten op zijn hoede zijn en ervaart hij grote emotionele druk. 

Tot slot moet het schrijven van verweerder van 15 mei 2024 buiten beschouwing worden gelaten, nu dat niet binnen de door de beroepscommissie gestelde termijn – uiterlijk 29 april 2024 – is ingediend.  

Klager verzoekt om aan hem een tegemoetkoming toe te kennen.

Standpunt van verweerder
Klager is eerder een aantal keer overgeplaatst in verband met de orde, rust en veiligheid binnen inrichtingen. Het multidisciplinair overleg (MDO) van de PI Vught heeft ook om deze reden negatief geadviseerd. Daarnaast wordt gesteld dat de directeur van de PI Vught interne maatregelen kan treffen om klagers veiligheid te waarborgen. 

Op 9 april 2024 is er vanuit de PI Vught te kennen gegeven dat klagers belager na het incident is overgeplaatst naar een andere unit en dat klager momenteel overal aan deelneemt. Daarnaast zijn er geen zichtbare situaties waarbij klagers veiligheid in twijfel wordt gebracht en klager geeft niet aan dat er nog iets zou spelen. 

Uit een laatste update rondom klagers verblijf in de PI Vught komt naar voren dat klager zich aan de gemaakte afspraken houdt en gebruikmaakt van de aangeboden activiteiten. Zijn gedrag is de laatste tijd verbeterd en hij focust zich meer op zijn eigen re-integratie. Klager neemt deel aan de arbeid en heeft laten zien dat hij zich kan aanpassen aan de regels die gelden op de arbeid. 

 

3. De beoordeling
Klager verblijft op dit moment in de gevangenis van de PI Vught. Hij wil graag worden overgeplaatst naar de gevangenis van de PI Middelburg, omdat deze inrichting is gelegen in een arrondissement grenzend aan het arrondissement van vestiging, zijn moeder hem dan vaker kan bezoeken en omdat hij zich niet meer veilig voelt in de PI Vught. 

Op grond van artikel 25, zevende lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling) wordt een gedetineerde die tot een gevangenisstraf is veroordeeld, in beginsel in het arrondissement van vestiging geplaatst. Als in dat arrondissement geen gevangenis is aangewezen of als daar geen plaats beschikbaar is, dan wordt de gedetineerde in een aanpalend arrondissement geplaatst. Gedetineerden die in het plusprogramma verblijven krijgen voorrang.

Klagers vestigingsadres ligt in het arrondissement Rotterdam, in Dordrecht. De PI Middelburg ligt in een aanpalend arrondissement, terwijl de PI Vught niet in het arrondissement van vestiging en ook niet in een aanpalend arrondissement ligt. Klagers verzoek vindt dus steun in de Regeling, hoewel de afstand tussen Dordrecht en de PI Vught kleiner is dan de afstand tussen Dordrecht en de PI Middelburg. 

Klager is afkomstig uit Dordrecht en daarom zou hij in beginsel in het arrondissement Rotterdam moeten worden geplaatst. Niet ter discussie staat dat dat geen mogelijkheid is, nu in de inrichtingen in Rotterdam gedetineerden verblijven die een bedreiging vormen voor klager. 

Hoewel klagers verzoek om overplaatsing naar een inrichting in een aanpalend arrondissement steun vindt in de Regeling, is de beroepscommissie van oordeel dat verweerder voldoende heeft toegelicht dat valt te verwachten dat een overplaatsing de situatie voor klager niet zal oplossen, nu klager al meerdere keren is overgeplaatst vanwege zijn houding en omgang met medegedetineerden. Dit heeft verweerder uitgebreid uiteengezet in de overgelegde selectiebeslissing van 22 augustus 2023, nu daaruit duidelijk volgt dat klagers detentieverloop (mede door hemzelf) niet soepel verloopt. 

In het selectieadvies van de PI Vught staat daarnaast dat het MDO negatief heeft geadviseerd, omdat een overplaatsing van klager zorgt voor problemen in de volgende inrichting. Uit dat advies volgt verder dat klagers veiligheid gewaarborgd kan worden door het aanbieden van een individueel programma of een verplaatsing naar een andere afdeling. De beroepscommissie is met klagers raadsman van oordeel dat een individueel programma niet wenselijk is, maar op basis van de stukken begrijpt zij dat klager inmiddels intern is overgeplaatst naar een andere afdeling en dat hij aan alle activiteiten deelneemt. Het is niet aannemelijk geworden dat klagers veiligheid in de PI Vught op dit moment niet gewaarborgd kan worden. 

Dat klagers moeder vanwege dagelijkse bezigheden veel aanwezig is in de provincie Zeeland en dat zij klager in de PI Middelburg vaker zou kunnen bezoeken, weegt naar het oordeel van de beroepscommissie niet op tegen het voorgaande. 

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.


Deze uitspraak is op 17 juni 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. Jongsma, voorzitter, mr. F. Sieders en drs. M.R. van Veen, leden, bijgestaan door mr. M. Olde Keizer, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven