Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/37995/JA, 10 juni 2024, beroep
Uitspraakdatum:10-06-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          23/37995/JA

               

Betreft  [klaagster]

Datum  10 juni 2024

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klaagster], geboren op [geboortedatum] (hierna: klaagster)

 

1. De procedure

Klaagster heeft beklag ingesteld tegen de beslissing om ‘fase geel’ (nogmaals) te bevriezen.

De beklagcommissie bij de Rijks Justitiële Jeugdinrichting (RJJI) De Hunnerberg te Nijmegen heeft op 11 december 2023 het beklag ongegrond verklaard (H-2023-318). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klaagsters raadsman, mr. K.H.T. van Gijssel, heeft namens klaagster beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft mw. […], juridisch medewerker bij de RJJI De Hunnerberg, gehoord op de zitting van 30 april 2024 in de rechtbank Midden-Nederland te Utrecht.

De beroepscommissie heeft vervoer voor klaagster geregeld, zodat zij op de zitting kon worden gehoord. Klaagster heeft aangegeven dat zij geen gebruik wilde maken van deze mogelijkheid. Klaagsters raadsman is niet op de zitting verschenen en heeft bij telefonische navraag laten weten de zitting te zijn vergeten.

De voorzitter heeft een zittingsverslag opgesteld, dit – samen met enkele aanvullende stukken die mw. […] op de zitting had overgelegd – met partijen gedeeld en klaagsters raadsman in de gelegenheid gesteld om daarop te reageren. Klaagsters raadsman heeft daar niet op gereageerd.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klaagster

De beklagcommissie heeft te terughoudend getoetst. Klaagsters verloven/PIJ-maatregel hebben vertraging opgelopen, omdat haar status van oranje naar geel is gegaan (de beroepscommissie begrijpt: andersom). Er is sprake van een verkeerde behandeling. Dat dit niet goed is te controleren, komt juist vanwege het ontbreken van informatie en argumentatie ten aanzien van die beslissingen. Bij gebrek daaraan dient in het voordeel van klaagster te worden beslist.

Standpunt van de directeur

Algemeen

De verschillende fases zijn gericht op ‘kennen en herkennen’ (oranje), ‘erkennen en benoemen’ (geel) en ‘toepassen’ (groen). Er wordt toegewerkt naar zelfstandigheid. De jeugdige wordt getoetst op verschillende vlakken. Aan de hand daarvan wordt beoordeeld welke privileges de jeugdige aankan. Dit wordt besproken in de jongerenbespreking. De grenzen tussen de verschillende fases zijn niet scherp. Soms krijgt een jeugdige alvast wat privileges uit de volgende fase. Het is maatwerk. De directeur is er dan ook van overtuigd dat aan klaagster wel een passende behandeling is aangeboden. Namens de directeur zijn stukken overgelegd waarin meer staat over hoe jeugdigen in deze werkwijze worden beoordeeld. Deze zijn bijgevoegd bij het zittingsverslag.

Er wordt niet door één iemand beslist of een jeugdige in fase oranje blijft. Daar zijn verschillende medewerkers bij betrokken, waarbij de problematieken van klaagster bekend zijn. Privileges zijn overigens geen directe rechten. Het gaat om extraatjes, zoals sieraden mogen dragen op de afdeling. Bij terugval in onwenselijk gedrag wordt geëvalueerd of toegekende privileges nog gepast zijn. Als een jeugdige eerder heeft aangetoond bepaald goed gedrag te kunnen tonen, waardoor een privilege is verkregen, en die jeugdige valt terug in slecht gedrag, dan wordt het gesprek aangegaan om te kijken wat de meest passende oplossing is.

Over klaagster

Klaagster zat in fase oranje, maar had inmiddels wat privileges uit fase geel. Die privileges zijn op 24 augustus 2023 bevroren (dat is de beslissing waartegen de klacht is gericht). Dat betekende dus dat klaagster de extra privileges uit fase geel tijdelijk niet meer had.

Op 10 augustus 2023 is al met klaagster gesproken over haar gedrag (onder andere hoe zij reageert op de groepsleiding, wisselingen in haar humeur en niet aangesproken willen worden op haar gedrag). Twee weken voor de bestreden beslissing is dus al duidelijk gemaakt dat klaagsters gedrag niet gewenst was. Het verslag van 10 oktober 2023 is namens de directeur overgelegd. Dit is bijgevoegd.

Het is onduidelijk welke privileges uit fase geel die klaagster had precies zijn ‘bevroren’. Het verlof staat daar in elk geval los van. Gedrag weegt natuurlijk ook mee bij het toekennen van verlof, maar op een andere manier. Het is dan ook niet zo dat klaagsters behandeltraject door deze beslissing vertraging heeft opgelopen.

 

3. De beoordeling

De beroepscommissie is van oordeel dat de beklagcommissie de beslissing van de directeur terecht terughoudend heeft getoetst, omdat in dit kader alleen kan worden beoordeeld of sprake is van een schending van het recht op een passende behandeling (op grond van artikel 65, eerste lid, aanhef en onder n, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, in verbinding met artikel 77 van het Reglement justitiële jeugdinrichtingen).

Gelet op wat de directeur ter zitting heeft toegelicht, is niet aannemelijk geworden dat klaagsters verloven/PIJ-maatregel (onterechte) vertraging hebben opgelopen, doordat zij enige tijd enkele privileges niet meer had. Weliswaar is niet duidelijk geworden om welke privileges het precies ging, maar dat is naar het oordeel van de beroepscommissie is in dit geval ook niet zo belangrijk. Klaagster heeft enige privileges enige tijd niet gehad, maar kon die bij voortschrijdend goed gedrag wel (weer) krijgen/houden. Het verlof stond er volgens de directeur in elk geval los van. Klaagster(s raadsman) heeft dat niet tegengesproken.

Alleen al gelet op het voorgaande is niet aannemelijk geworden dat klaagster geen passende behandeling heeft gehad (door het bevriezen van fase geel). De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen met aanvulling van de gronden.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

 

Deze uitspraak is op 10 juni 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. J.M.C. Louwinger-Rijk, voorzitter, M. Bakker MSc en drs. F.W. Post, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.

 

secretaris         voorzitter

Naar boven