Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/36933/GA, 25 april 2024, beroep
Uitspraakdatum:25-04-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          23/36933/GA

                                   

Betreft [klager]

Datum 25 april 2024

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen:

a.         de beslissing van 11 september 2023 om hem op de Afdeling Intensief Toezicht (AIT) te plaatsen (IJ-2023-1027);

b.         een ordemaatregel van uitsluiting van activiteiten, voor de duur van veertien dagen, om te onderzoeken of klager in een groep aan activiteiten kan deelnemen, ingaande op 11 september 2023 (IJ-2023-1053).

De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Krimpen aan den IJssel heeft op 18 oktober 2023 de klachten ongegrond verklaard. De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. T.S. van der Horst, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klagers raadsman gehoord op de digitale zitting van 2 februari 2024. Klager had eveneens digitaal aan de zitting kunnen deelnemen. Klagers raadsman heeft aangegeven dat hij daar geen gebruik van wilde maken. De directeur heeft schriftelijk laten weten niet op de zitting te verschijnen.

 

2. De beoordeling

De beroepscommissie heeft het beroepschrift en de overige stukken in het dossier bestudeerd. Op basis van deze stukken en van wat ter zitting is besproken, is de beroepscommissie van oordeel dat de beklagcommissie de klachten terecht ongegrond heeft verklaard. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard. In aanvulling op de uitspraak van de beklagcommissie overweegt de beroepscommissie het volgende.

 

Ten aanzien van de plaatsing op de AIT

De directeur heeft op 11 september 2023 informatie ontvangen van het Gedetineerden Recherche Informatiepunt (GRIP) over een mogelijke arrestatie in het criminele circuit. De Nationale Politie heeft in dat kader verzocht om klagers gedragingen in de inrichting extra te monitoren. Gelet hierop is besloten om klager op de AIT te plaatsen.

Uit de stukken komt naar voren dat klager – ten tijde van de bestreden beslissing – verdachte was in het […]-proces en dat hij is geplaatst op de lijst van gedetineerden met een vlucht- en maatschappelijk risico. In de mededeling aan gedetineerden met een vlucht- en maatschappelijk risico van 15 juni 2023 staat dat klager een belangrijke rol heeft in een crimineel samenwerkingsverband en dat hij jarenlang in het buitenland onder de radar heeft kunnen leven om uit handen van de Nederlandse justitie te blijven. Klager wordt gezien als de rechterhand van […] en hij was de overlegpartner in alle zaken voor hem. Klager had contact met en/of stuurde schutters aan ten behoeve van liquidaties.

Gelet op het in het GRIP-rapport van 11 september 2023 gestelde criminele samenwerkingsverband en de daarbij voorstelbare risico’s die zo’n samenwerkingsverband met zich meebrengt, is de beroepscommissie van oordeel dat de informatie uit het GRIP-rapport dusdanig concreet is dat de directeur niet zonder meer aan deze informatie voorbij kon gaan. De beroepscommissie begrijpt dat de verregaande monitoring niet kon worden vormgegeven op een reguliere afdeling. Dat komt de beroepscommissie in deze situatie niet onredelijk voor.

 

Ten aanzien van de ordemaatregel

Hoewel het gebruikelijk en wenselijk is dat op voorhand wordt onderzocht met wie een gedetineerde al dan niet samen kan worden geplaatst, is dat in dit geval kennelijk niet gebeurd en heeft de directeur het noodzakelijk geacht dit alsnog te doen, alvorens klager in een groep te laten deelnemen aan activiteiten. De daartoe opgelegde ordemaatregel komt de beroepscommissie in het belang van de orde, rust en veiligheid in de inrichting niet onredelijk of onbillijk voor (vergelijk RSJ 21 november 2023, 23/32620/GA).

 

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

 

 

Deze uitspraak is op 25 april 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. Jongsma, voorzitter, mr. A.M.G. Smit en mr. B. van der Werf, leden, bijgestaan door mr. M. Olde Keizer, secretaris.

 

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven