Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/35610/GV, 5 april 2024, beroep
Uitspraakdatum:05-04-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/35610/GV
    
            
Betreft    [klager]
Datum    5 april 2024


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure
De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 18 augustus 2023 klagers verzoek om langdurend re-integratieverlof, dat op 25 mei 2023 is ontvangen, afgewezen.

Klagers raadsman, mr. W.B.O. van Soest, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing (daar waar de raadsman heeft geschreven dat klagers verzoek om kortdurend re integratieverlof is afgewezen, leest de beroepscommissie verbeterd dat langdurend re integratieverlof is afgewezen). 

Bij beslissing van 5 januari 2024 heeft verweerder, omdat hem gebleken is dat de berekening van klagers gedrag tijdens detentie destijds op onjuiste informatie was gebaseerd, de beslissing van 18 augustus 2023 ingetrokken en vervangen. Verweerder heeft het verzoek om langdurend re-integratieverlof dat op 25 mei 2023 is ontvangen evenwel opnieuw afgewezen.

(Bij dezelfde beslissing van 5 januari 2024 heeft verweerder ook op een verzoek van klager om kortdurend re-integratieverlof dat op 24 november 2023 is ontvangen beslist. Verweerder heeft dit verzoek, uitsluitend onder bewaking en begeleiding van de Dienst Vervoer & Ondersteuning DV&O, toegewezen. Aan het beroep dat klager tegen dit deel van de beslissing van 5 januari 2024 heeft ingediend, is zaaknummer 24/38419/GV toegekend. In die zaak zal de beroepscommissie op een later moment uitspraak doen.)

Klagers opvolgend raadsman, mr. A.S. Sewgobind, heeft namens klager de gronden in beroep aangevuld.

De beroepscommissie heeft klager, zijn opvolgend raadsman en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.



2. De beoordeling
Omdat de beslissing van 18 augustus 2023 is ingetrokken, heeft klager geen belang meer bij de beoordeling van zijn beroep daartegen. De beroepscommissie zal klager daarom niet-ontvankelijk verklaren in zijn beroep.

 

3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.


Deze uitspraak is op 5 april 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. D. van der Sluis, voorzitter, F. van Dekken en mr. L.C.P. Goossens, leden, bijgestaan door mr. M. Olde Keizer, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven