Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1673/TR, 24 oktober 2008, beroep
Uitspraakdatum:24-10-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/1673/TR

betreft: [klager] datum: 24 oktober 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.W.H.M. Wolters, namens

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen de beslissingen van 13 mei 2008 en 4 juli 2008 van de Staatssecretaris van Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissingen.

Ter zitting van de beroepscommissie van 25 september 2008, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord klaagsters raadsman mr. D.W.H.M. Wolters, en namens de Staatssecretaris, [...].

Klaagster heeft afstand gedaan van het recht om ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klaagsters verzoek om incidenteel verlof voor het bezoeken van haar partner in het FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen tweemaal afgewezen.

2. De feiten
Klaagster is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak d.d. 1 maart 2002 van het gerechtshof Arnhem ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Bij beslissing van 20 januari 2003 is zij geplaatst in de Dr. Henri
van der Hoevenkliniek te Utrecht. Bij beslissing van 3 maart 2006 is klaagster overgeplaatst naar het centrum voor forensisch psychiatrische zorg Oldenkotte te Rekken. Op 22 april 2008 is vanuit Oldenkotte verzocht om aan klaagster incidenteel verlof
te
verlenen. Bij beslissing van 13 mei 2008 heeft de Staatssecretaris dit verzoek afgewezen. Op 24 juni 2008 is wederom verzocht om haar incidenteel verlof te verlenen. Bij brief van 4 juli 2008 heeft de Staatssecretaris het verzoek afgewezen.

3. De standpunten
Namens klaagster is het navolgende aangevoerd. Wat betreft de ontvankelijkheid van het beroep wordt verwezen naar de uitspraken van de beroepscommissie 06/1517/TR, 02/396/GV en 08/1606/GV. Tegen de afwijzing van een verzoek tot (incidenteel) verlof
dient beroep open te staan. Niet duidelijk is of klaagster tijdig kennis heeft gekregen van de eerste beslissing.
De Staatssecretaris blijft vasthouden aan het verleden, terwijl er in de afgelopen maanden sprake is van een duidelijke verbetering van klaagsters conditie. Zij is de afgelopen acht maanden nagenoeg incidentvrij geweest. Er is sprake van een positieve
stijgende lijn. De wettelijke aantekeningen bevestigen dit. Zowel de inrichting, waar klaagster verblijft, als de Van Mesdagkliniek, waar haar partner verblijft, heeft ingestemd met het onderlinge bezoek. In de uitspraak van de rechtbank Arnhem d.d. 6
maart 2008 wordt aangegeven dat over een jaar getoetst zal worden of de inrichting daadwerkelijk met de behandelvoornemens aan de slag is gegaan en wordt aan de behandelaars in overweging gegeven om klaagsters vertrouwen te winnen door tempo in de
behandeling te houden ook wat betreft begeleid verlof.
Met instemming van beide tbs-inrichtingen is reeds een uitgebreide belregeling tot stand gekomen. Zowel klaagster als haar partner is tbs opgelegd in verband met een delict gepleegd in de relatiesfeer. Als zij verder met elkaar willen, is
relatietherapie geïndiceerd.
Klaagster wil graag herenigd worden met haar vriend. Zij hebben de wens om overgeplaatst te worden naar de GGz Eindhoven.

De Staatssecretaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De beslissingen van 13 mei 2008 en 4 juli 2008 zijn niet voor beroep vatbaar. Verwezen wordt naar 06/1517/TR. Voorts is het beroep tegen de beslissing van 13 mei 2008 te laat ingesteld en is klaagster ook om die reden niet-ontvankelijk.
Uitgangspunt is het toetsingskader verlof ter beschikking gestelden. De Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting is niet van toepassing op klaagster. Volgens artikel 27 van de Regeling dient er overigens sprake te zijn van een duurzame relatie en
dat is in deze zaak niet het geval.
Het behandelverloop van klaagster kenmerkt zich door een reeks incidenten en het ontbreken van behandelovereenstemming. Van 9 januari 2007 tot 8 januari 2008 is er een machtiging begeleid verlof verleend, maar gelet op de instabiele conditie van
klaagster, is hiervan weinig gebruik gemaakt. De nieuwe aanvragen voor begeleid verlof zijn afgewezen in verband met het behandelverloop en het risico op incidenten. Het adviescollege verloftoetsing tbs (AVT) heeft geadviseerd om het begeleid verlof
niet te verlenen, omdat het AVT het niet verantwoord acht. Het feit dat klaagster enkele maanden geen incidenten zou hebben veroorzaakt, doet daar niet aan af. Deze periode is te kort om te kunnen spreken van een stabiele situatie, waarin mogelijk
ruimte zou kunnen zijn voor verlof. Klaagsters partner is vanwege veelvuldige problemen, waaronder problemen met klaagster, overgeplaatst. Het afleggen van bezoek aan elkaar is contra geïndiceerd.

4. De beoordeling
Het beroep richt zich tegen de beslissingen van de Staatssecretaris om klaagsters verzoek om incidenteel verlof voor bezoek aan haar vriend c.q. partner in de Van Mesdagkliniek af te wijzen. Naar het oordeel van de beroepscommissie is hier geen sprake
van een beslissing van de Staatssecretaris die een beperking van een wettelijk recht inhoudt, daar noch in de Bvt noch in andere wet- of regelgeving, die op klaagster van toepassing is, een recht op verlofverlening is neergelegd. Derhalve is niet
voldaan aan het gestelde in artikel 69, eerste lid, Bvt en kan klaagster niet in haar beroep worden ontvangen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klaagster niet-ontvankelijk in het beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J.C. van Kamp, voorzitter, mr. dr. E.J. Hofstee en mr. drs. T.A.M. Louwe, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 24 oktober 2008

secretaris voorzitter

Naar boven