Onderwerp: Bezoek-historie

Wijziging tenaamstelling en aanlegfase Hedwigepolder
Geldigheid:11-03-2024 t/m 31-12-2099Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Geachte,

Bij brief van 8 februari 2024 is namens de provincie Zeeland door adviesbureau BRO verzocht om:

  • Verlenging van de vergunning op grond van de Wet Natuurbescherming (voorheen de Natuurbeschermingswet 1998) voor het ontwikkelingen van een intergetijdengebied (estuariene natuur) in de Hertogin Hedwigpeolder.

  • Wijziging van de tenaamstelling van die vergunning.

 

Eerdere besluitvorming

Bij besluit van 10 februari 2014 is aan Waterwegen en Zeekanalen (thans: de De Vlaamse Waterweg nv), op grond van artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nb-wet 1998), een vergunning met kenmerk DGNR-RRE/14000842 verleend voor het project Realisering estuariene natuur in de Hertogin Hedwigepolder. Deze vergunning is onder meer verleend onder de voorwaarde dat de werkzaamheden waar het gaat om de aanlegfase uiterlijk 31 december 2020 moeten zijn beëindigd (voorschrift 21).

Bij besluit van 15 juli 2016 is een wijzigingsbesluit met kenmerk DGAN-NB/16093725 afgegeven op grond waarvan een drietal voorschriften (namelijk de voorschriften 13, 14 en 15) zijn gewijzigd.

Op grond van het overgangsrecht zoals vastgelegd in artikel 9.4, eerste lid, van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) gelden vergunningen als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Nb-wet 1998 als vergunningen als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb.

Bij besluit van 18 december 2020 (kenmerk: DGNVLG / 20323792) heb ik onder meer de looptijd van de vergunning gewijzigd en bepaald dat:

27. Voor zover deze vergunning betrekking heeft op de werkzaamheden ten behoeve van de realisering van estuariene natuur in de Hertogin Hedwigepolder en de aanleg van recreatieve voorzieningen waar onder de Panoramaheuvel is zij geldig tot en met 31 december 2024. Voor zover deze vergunning betrekking heeft op de aanwezigheid van het nieuw ingerichte intergetijdengebied is zij geldig voor onbepaalde tijd.

 

Verzoek om verlenging

U geeft aan dat de werken langer duren dan bij de wijziging van de vergunning in 2020 was voorzien. De resterende werkzaamheden omvatten het afronden van het grondwerk op de panoramaheuvel (voorzien in 2024), het realiseren van een uitkijk/radartoren met spiraalpad op de panoramaheuvel, het bereikbaar maken van de panoramaheuvel door het realiseren van twee ontsluitingen en een parkeerterrein op/aan de dijk (voorzien in 2025/2026). Daarnaast loopt de onderhoudstermijn voor het reeds uitgevoerde grondwerk tot begin 2026. U verzoekt om verlenging van de aanlegfase tot en met 31 december 2026.

U geeft aan dat werkzaamheden niet wijzigen ten opzichte van het besluit van 2020. U geeft aan dat de werkzaamheden geconcentreerd zijn aan de zuidwestzijde van het projectgebied. Er is geen sprake van verstoring van natuurwaarden in het gebied, zodat geen nieuwe passende beoordeling noodzakelijk is.

 

Verzoek om wijziging vergunninghouder

Tot nu toe was vergunninghouder: De Vlaamse Waterweg nv. Dat is een agentschap van de Vlaamse overheid dat de waterwegen in Vlaanderen beheert. De realisatie van de uitkijk-/radartoren en bijbehorende toegankelijkheids-voorzieningen gebeurt evenwel in opdracht van de Provincie Zeeland. De Vlaamse Waterweg nv en de Provincie Zeeland zijn het eens over wijziging van de tenaamstelling van de vergunning. U heeft een gezamenlijk verklaring ingediend van de Vlaamse Waterweg nv en Provincie Zeeland van 8 februari 2024.

 

Bevoegdheid tot vergunningverlening

Per 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden en is de Wet natuurbescherming vervallen. Door overgangsrecht geldt de verleende onherroepelijke vergunning als bedoeld in artikel 2.7, lid 2 Wnb voortaan als een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit als bedoeld in artikel 5.1, lid 1, onder e, van de Omgevingswet. Dit volgt uit artikel 2.4, lid 1 van de Aanvullingswet natuur Omgevingswet.

De bevoegdheid voor de vergunning die in 2014 was verstrekt en in 2020 is gewijzigd en verlengd was gebaseerd op het feit dat verzoeker de Vlaamse overheid was ('activiteiten van buitenlandse mogendheden'). Nu de provincie Zeeland vergunninghouder wordt, vervalt die grondslag. Evenwel, nu provincie en Vlaamse waterweg nv gezamenlijk verzoeken om de tenaamstelling te wijzigen van een reeds verleende vergunning, is dat wel de bevoegdheid van het rijk, als bevoegd gezag van de verleende vergunning. Bovendien is dit project een direct gevolg van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest betreffende de uitvoering van de ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium (Middelburg, 21-12-2005). Het Rijk heeft de afspraak met het Vlaams Gewest gemaakt over het grensoverschrijdende natuurgebied. Op basis van het convenant voert de provincie uit, in opdracht van het rijk. De te verkrijgen monitoringsgegevens zullen ook betrokken worden in de verantwoording van LNV aan de Europese Commissie over de tenuitvoerlegging van het Natuurpakket Westerschelde.

Beoordeling

De activiteiten worden voortgezet overeenkomstig de uitgangspunten en inhoud van de eerder bij de aanvraag van de vigerende vergunning ingediende passende beoordeling en de aanvullende informatie die bij de eerdere verlengingen is verstrekt. Deze onderbouwing is destijds door het bevoegde gezag geaccepteerd en heeft mede ten grondslag gelegen aan de vigerende vergunning. Een nieuwe passende beoordeling kan redelijkerwijs geen nieuwe gegevens en inzichten opleveren over de significante gevolgen van de activiteiten.

De wijziging tenaamstelling brengt de juridische situatie in overeenstemming met hetgeen is afgesproken tussen De Vlaamse Waterweg nv en de provincie Zeeland.

Er vindt in dit besluit geen nieuwe inhoudelijke beoordeling van natuureffecten plaats, zodat op deze procedure niet de Uniforme Openbare Voorbereidingsprocedure van toepassing is.

 

Monitoring

Het optreden van effecten en het realiseren van de natuurdoelstellingen als gevolg van de inrichting van het intergetijdengebied dient door middel van monitoring door of vanwege de vergunninghouder te worden gevolgd, zo is bepaald in de vergunning. Omdat de vergunninghouder wijzigt, gaat de monitoringsverplichting over naar de provincie Zeeland. U heeft desgevraagd aangegeven dat met De Vlaamse Waterweg is afgesproken dat de provincie Zeeland zorg zal dragen voor de monitoring in het Nederlandse deel van het intergetijdengebied. Hiertoe heeft Provincie Zeeland een overeenkomst gesloten met een consortium en is de monitoring vorig jaar van start gegaan. Door wijziging van de tenaamstelling komt de monitoringsverplichting ook formeel bij de Provincie Zeeland te liggen en dat is in overeenstemming met de afspraken die hierover gemaakt zijn.


Besluit

Ik besluit daarom de vergunning van 10 februari 2014 met als kenmerk DGNR-RRE/14000842, eerder gewijzigd bij besluit van 15 juli 2016 met kenmerk DGAN-NB/16093725 en bij besluit van 18 december 2020 met kenmerk: DGNVLG / 20323792, als volgt te wijzigen:

 

1. Als houder van deze vergunning wordt aangemerkt Provincie Zeeland.

[…]

27. Voor zover deze vergunning betrekking heeft op de werkzaamheden ten behoeve van de realisering van estuariene natuur in de Hertogin Hedwigepolder en de aanleg van recreatieve voorzieningen, waaronder de Panoramaheuvel is zij geldig tot en met 31 december 2026. Voor zover deze vergunning betrekking heeft op de aanwezigheid van het nieuw ingerichte intergetijdengebied is zij geldig voor onbepaalde tijd.

De overige voorschriften en beperkingen blijven onverkort van kracht.


Hoogachtend,

De Minister voor Natuur en Stikstof,

namens deze:

MT-lid Directoraat-Generaal Natuur en Visserij

Bezwaar

Tegen dit besluit staat op grond van de Algemene wet bestuursrecht voor een belanghebbende de mogelijkheid open een bezwaarschrift in te dienen. Een bezwaarschrift moet binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit worden ingediend bij:

De Minister voor Natuur en Stikstof

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Afdeling Juridische Zaken

Postbus 40219

8004 DE Zwolle

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste de volgende elementen bevatten:

  1. de naam en het adres van de indiener;

  2. de dagtekening;

  3. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is, en

  4. de gronden van bezwaar.

Het is raadzaam een kopie van dit besluit bij het bezwaarschrift te voegen.

Publicatie Besluit

De Minister van Natuur en Stikstof maakt dit besluit openbaar op grond van artikel 3.1 van de Wet Open Overheid. Het zal onder anonimisering van de persoonsgegevens geplaatst worden op https://puc.overheid.nl/natuurvergunningen.

Naar boven