Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/36089/GM, 4 maart 2024, Beroep
Uitspraakdatum:04-03-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/36089/GM
    
            
Betreft    klager    Datum    4 maart 2024


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

klager (hierna: klager)

 

 

1. De procedure
Klager heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingspsychiater van het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) van het Justitieel Complex (JC) Zaanstad (hierna: de inrichtingspsychiater). Klager beklaagt zich over de afbouw van zijn medicatie (diazepam).

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw, mr. L.M. Oldenburg, en [....], psychiater, gehoord op de digitale zitting van                13 februari 2024.

 

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klager heeft twee gesprekken gehad over de afbouw van medicatie die hij al dertig jaar gebruikt. Hij is het niet eens met de afbouw. Het geeft hem spanning en angst en hij kan niet goed functioneren. Klager heeft geen geheugenverlies. Hij heeft de medicatie nodig. Het doet hem goed. Hij heeft helemaal geen hoge dosis. Verslaving en gewenning heeft hij al dertig jaar. Klager gebruikt de medicatie sinds zijn zestiende. De medicatie is destijds voorgeschreven door de GGZ in verband met zijn angststoornis. Klager wil weer terug naar de oude dosis.
De raadsvrouw is ervan op de hoogte dat het standpunt in beroepszaken is dat het beleid wordt gevolgd om verslavende medicatie zoals diazepam af te bouwen. Zie bijvoorbeeld RSJ 24 oktober 2022, 22/27904/GM. Klager stelt dat hij deze medicatie al jarenlang in penitentiaire inrichtingen krijgt voorgeschreven en dat nu voor de eerste keer sprake is van afbouw van de medicatie. Kennelijk is dat voor de arts die de medicatie heeft voorgeschreven eerder geen probleem geweest. Klager wordt nu dubbel gestraft, omdat hij in het PPC moet afbouwen terwijl hij over enkele maanden vrijkomt. De psychiater heeft niet naar klager geluisterd. Op het moment van afbouwen was hij niet angstig. De vraag is waarom het afbouwen dan toch wordt doorgezet.

Standpunt van de inrichtingspsychiater
De psychiater heeft met klager gesproken en hem tussendoor op de afdeling gezien. Zij was verbaasd dat hij een dosis van 30 mg diazepam kreeg. Ze heeft klager uitgelegd dat dat niet goed voor hem was en dat op termijn geheugenverlies kan optreden en regulatieproblemen kunnen verergeren. Klager gaf in eerste instantie toe dat hij geheugenverlies had en was het eens met de afbouw. Daarna reageerde hij boos en angstig. Hij had nachtmerries en last van de beslissing van de psychiater. De psychiater heeft het afbouwproces doorgezet. Dat is succesvol gebleken, want klager zit nu op een dosis van nog maar 7,5 mg per dag. De afbouw heeft enkele maanden geduurd. De psychiater vindt het belangrijk om juist nu in detentie tot afbouw over te gaan. Klager krijgt begeleiding en hij kan zo nodig behandeld worden. Klager krijgt naast diazepam ook wisselend quetiapine voor het inslapen en Risperdal. De psychiater heeft nog contact opgenomen met klagers behandelend psychiater van buiten de PI. Deze gaf aan niet over afbouw te hebben nagedacht en het voorschrijven van de medicatie te hebben overgenomen uit detentie. De behandelend psychiater kon wel achter het afbouwen van de medicatie staan. Ook de afdeling waar klager verblijft vond het een goed idee. De psychiater is verbaasd dat klager de klacht heeft doorgezet, omdat hij het eens was met de afbouw. Ze herkent niet wat klager zegt en ziet zijn bezwaren ook niet terug in het dossier. Er is op dit moment veel boosheid bij klager. Hij is bekend met emotie- en regulatieproblemen, maar daar is diazepam niet voor bedoeld. 

 

 

3. De beoordeling
Waartegen is het beroep gericht?
Volgens het ingediende beroepschrift is het beroep gericht tegen een uitspraak van de beroepsrechter (de beroepscommissie begrijpt: de beslissing van de medisch adviseur van 5 september 2023). De beroepscommissie zal dit verbeterd lezen en het beroepschrift zo uitleggen dat het is gericht tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts.

Inhoudelijk
Het is de beroepscommissie ambtshalve bekend dat binnen de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) een beleid wordt gevoerd dat erop is gericht het gebruik van benzodiazepines zoals diazepam af te bouwen en deze middelen vanwege het risico op gewenning slechts met grote terughoudendheid te verstrekken. De beroepscommissie heeft al eerder geoordeeld dat dit beleid in zijn algemeenheid juist geacht moet worden (RSJ 11 maart 2016, 15/3381/GM). Dit is slechts anders zijn indien er een dringende noodzaak bestaat een gedetineerde benzodiazepines voor te schrijven.

Gelet op de stukken en wat ter zitting naar voren is gekomen, is de beroepscommissie van oordeel dat klagers diazepam zorgvuldig is afgebouwd. Vaststaat dat klager al jarenlang in een relatief hoge dosis diazepam gebruikte, terwijl niet is gebleken van een dringende noodzaak voor die hoge dosis. De geleidelijke afbouw van diazepam past binnen het zojuist bedoelde beleid ten aanzien van het gebruik van benzodiazepines binnen detentie. De beroepscommissie acht het verantwoord en zorgvuldig om in geval van klager de medicatie juist in een veilige en gestructureerde omgeving gedurende detentie af te bouwen. Klager is in gesprekken uitleg gegeven, hij is gemonitord door het personeel van de afdeling en er is aandacht geweest voor klachten die tijdens het afbouwen kunnen optreden. 

Gelet op het voorgaande kan het handelen van de inrichtingspsychiater niet worden aangemerkt als in strijd met de norm zoals bedoeld in artikel 71f, derde lid, onder a. of b., van de Penitentiaire beginselenwet. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

 

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.


Deze uitspraak is op 4 maart 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, drs. B.A. Geurts en drs. K.M.P.A.M. Habryka, leden, bijgestaan door mr. S. Jousma, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven