Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/35707/GA, 24 juni 2024, beroep
Uitspraakdatum:24-06-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/35707/GA
    
            
Betreft    [klager]
Datum    24 juni 2024


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen de procedure voor de afname van urinecontrole, omdat hij pas om 8:00 uur naar de Binnenkomst Afdeling Delinquenten (BAD) kan waardoor hij zijn urine moet ophouden.

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Heerhugowaard heeft op 14 augustus 2023 het beklag ongegrond verklaard (ZB-2023-26). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de PI Heerhugowaard (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Het is de tweede keer dat klager voor de urinecontrole rond 8:00 uur tot en met 8:15 uur opgehaald is. Dat is niet de afspraak en procedure. Klager moet rond 7:30 uur opgehaald worden. De regels worden niet nageleefd, wat voor klager een probleem is omdat hij zijn ochtendurine moet ophouden vanaf 6:00 uur.  

Klager verzoekt om het beroep mondeling te mogen toelichten.

Standpunt van de directeur
De directeur blijft bij zijn mondelinge verweer ter beklagzitting. 

 

3. De beoordeling
Klager heeft verzocht het beroep mondeling te mogen toelichten. Dit verzoek is niet onderbouwd, terwijl de stukken voldoende informatie bevatten om het beroep te kunnen beoordelen. De beroepscommissie wijst het verzoek daarom af.

In artikel 3, eerste lid, van de Regeling Urinecontrole penitentiaire inrichtingen (de Regeling) is bepaald dat de afname van urine bij voorkeur ’s ochtends vroeg plaatsvindt. In artikel 3, vierde lid, van de Regeling is bepaald dat indien de gedetineerde niet direct tot afgifte van de urine in staat is, hij gedurende een periode van vier uur alsnog in de gelegenheid wordt gesteld onder direct visueel toezicht urine af te staan. De wet en de Regeling stellen geen eisen aan de plaats waar de urinecontrole afgenomen dient te worden.

Klager klaagt erover dat de urinecontrole pas vanaf 8:00 uur plaatsvindt. Klager begrijpt daarnaast niet waarom de urinecontrole niet op de afdeling kan plaatsvinden. De directie heeft ter zitting van de beklagrechter toegelicht dat het dagprogramma om 7:30 uur start en dat dan ook de urinecontrole begint, welke uiterlijk om 8:30 uur plaatsvindt. Mocht een gedetineerde niet in de ochtend kunnen plassen, dan krijgt hij de mogelijkheid om vier uur later te plassen. Klager hoeft zijn urine niet op te houden, maar krijgt voldoende mogelijkheden om zijn urine af te staan. In deze werkwijze is volgens de directeur niets veranderd. 

Gelet hierop beklaagt klager zich over een algemene in de inrichting geldende regel/procedure. Tegen een algemene regel staat in beginsel geen beklag open tenzij die regel in strijd is met hogere wet- of regelgeving. Daarvan is in dit geval geen sprake. De procedure is niet in strijd met artikel 3 van de Regeling. De stelling dat klager zijn urine moet ophouden, volgt de beroepscommissie, gelet op de toelichting van de directeur, niet. 

Nu er geen sprake is van een beklagwaardige beslissing in de zin van artikel 60 van de  Penitentiaire beginselenwet, zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in zijn beklag.

 

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.


Deze uitspraak is op 24 juni 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. M. Iedema, voorzitter, mr. L.C.P. Goossens en mr. A.M.G. Smit, leden, bijgestaan door mr. K. Kiela, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven