Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/37343/GB, 31 januari 2024, beroep
Uitspraakdatum:31-01-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/37343/GB
    
            
Betreft    [Klager]
Datum    31 januari 2024


Uitspraak van de beroepsrechter van de RSJ op het beroep van

[Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure
De Minister voor Rechtsbescherming heeft op 6 november 2023 klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de Penitentiaire Inrichting Lelystad afgewezen.

Klagers raadsman, mr. I. Baardman, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing. Op 4 december 2023 heeft mr. M. Broere zich als raadsman in deze zaak gesteld.

 

2. De ontvankelijkheid
Op grond van artikel 73, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet moet het met redenen omklede beroepschrift uiterlijk op de zevende dag na die waarop de betrokkene kennis heeft gekregen van de beslissing waartegen hij beroep instelt worden ingediend.

Klager heeft de bestreden beslissing op 7 november 2023 ontvangen. Het beroepschrift dateert van 13 november 2023 en is op het secretariaat van de RSJ ontvangen op 15 november 2023. Voor een advocaat die namens een gedetineerde beroep instelt, geldt volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie dat het beroepschrift uiterlijk op de zevende dag na die waarop de betrokkene kennis heeft gekregen van de beslissing waartegen hij beroep indient, op het secretariaat van de RSJ moet zijn ontvangen. De achterliggende gedachte is dat een advocaat de beschikking heeft over een snel communicatiemiddel als e mail. Ten aanzien van de ontvangst van het beroepschrift van een gedetineerde, die afhankelijk is van de postverwerking binnen de inrichting, kan het voorgaande anders liggen. 

Gelet op het voorgaande heeft klager niet tijdig beroep ingesteld. Uit het dossier blijkt niet dat daarvoor een goede reden bestond. De beroepsrechter zal klager daarom niet-ontvankelijk verklaren in zijn beroep.

 

3. De uitspraak
De beroepsrechter verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.


Deze uitspraak is op 31 januari 2024 gedaan door mr. C. Fetter, beroepsrechter, bijgestaan door mr. S.F.J.H. Niederer, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven