Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/32455/GM, 23 januari 2024, beroep
Uitspraakdatum:23-01-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/32455/GM
    
            
Betreft    [klager]
Datum    23 januari 2024


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure
Klager heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat hij geen stomazorg heeft gekregen op 24 en 25 december 2022.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw, mr. M.W. Bouwman, het ondersteunend hoofd zorg en een verpleegkundige, namens de inrichtingsarts, gehoord op de digitale zitting van 7 december 2023.

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Op 24 december 2022 was de stoma van klager kapotgegaan. Het personeel heeft voor klager gebeld naar de medische dienst maar er is niemand geweest, waardoor hij op 25 december 2022 zijn familiebezoek moest afbellen, terwijl klager al kosten had gemaakt. Klager is niet akkoord gegaan met het aangeboden bedrag van €100,- tijdens het bemiddelingsgesprek en ook ter zitting heeft klager aangegeven een hogere tegemoetkoming te willen ontvangen. 

Standpunt van de inrichtingsarts
Helaas is niet meer te achterhalen waarom klager op 24 en 25 december 2022 niet de stomazorg heeft ontvangen die hij op dat moment nodig had. Op 26 december 2022 is klager geholpen door de medische dienst. De inrichtingsarts betreurt deze gang van zaken en begrijpt dat dit zeer vervelend is geweest voor klager. Tijdens het bemiddelingsgesprek verzocht klager om een buitenproportioneel bedrag waar niet mee akkoord is gegaan. Om klager toch tegemoet te willen komen in zijn verzoek om een vergoeding is hij hierover op een later moment nogmaals gesproken en is hem een bedrag van €100,00 aangeboden. Klager gaf echter te kennen dit bedrag te laag te vinden, hij eiste een bedrag van €250,00 en wilde anders de klacht doorzetten naar de RSJ.

 

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt als onweersproken vast dat klager niet de benodigde stomazorg heeft gekregen op 24 en 25 december 2022. Daardoor heeft klager zijn familiebezoek voor de kerst moeten afbellen. Volgens de rapportage in het medisch dossier bij 26 december 2022 had klager eerder om hulp gevraagd omdat de stoma al twee dagen loszat en zou er een ring voor de stoma worden gebracht, maar is dit niet gebeurd. Nu ook voor de medische dienst onduidelijk is hoe dit heeft kunnen gebeuren, is de beroepscommissie van oordeel dat de inrichtingsarts tekort is geschoten in het verlenen van adequate medische zorg.  

Gelet op het voorgaande moet het handelen van de inrichtingsarts worden aangemerkt als in strijd met de norm zoals bedoeld in artikel 71f, derde lid, onder a. of b., van de Penitentiaire beginselenwet. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren. De beroepscommissie ziet aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen. Zij zal deze vaststellen op €125,-. 

 

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €125,-. 


Deze uitspraak is op 23 januari 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. D.W.J. Vinkes, voorzitter, drs. K.M.P.A.M. Habryka en drs. N.C.J.A.M. Kochx, leden, bijgestaan door mr. K. Kiela, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven