Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/26078/GA, 28 februari 2024, Beroep
Uitspraakdatum:28-02-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    22/26078/GA
    
            
Betreft    [klager]
Datum    28 februari 2024


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

 

 

1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen de beslissing van de directeur om de door klager gemaakte kosten voor tandheelkundige zorg niet langer te vergoeden, terwijl zijn behandeling nog niet was afgerond.

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Alphen te Alphen aan den Rijn heeft op 
7 februari 2022 het beklag ongegrond verklaard (AR 2021/969). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. J.P.C.M. van Es, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de directeur van de PI Alphen in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

 

2. De beoordeling
Klager verbleef eerst in de PI Alphen in het kader van de intramurale fase van de aan hem opgelegde maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel). Daar kreeg hij tandheelkundige behandelingen aan zijn gebit. Hij kreeg een prothese, maar hield daar pijnklachten aan over. Op 9 augustus 2021 werd hij overgeplaatst naar de Forensisch Psychiatrische Kliniek in het kader van de extramurale fase van de ISD-maatregel. Dit had tot gevolg dat de zorgverzekering van klager niet langer was opgeschort en dat de door hem gemaakte tandheelkundige kosten onder zijn eigen zorgverzekering vielen. Dit is geregeld in het Vademecum Verstrekkingenpakket medische zorg van de Dienst Justitiële Inrichtingen. 

Uit het standpunt van de directeur – de beroepscommissie heeft geen aanleiding om aan de juistheid daarvan te twijfelen – volgt dat de PI Alphen akkoord is gegaan met het vergoeden van de kosten voor wijzigingen/reparaties aan de prothese van klager, ook al verbleef hij niet meer in de PI Alphen. Klager besloot echter (in overleg met zijn ‘externe’ tandarts) om een volledig nieuwe prothese te nemen. De kosten die klager hiervoor maakte, wil de directeur niet betalen, omdat deze niet vallen onder de afspraak die met klager was gemaakt.

De beroepscommissie acht dit niet onredelijk. Op grond van het genoemde Vademecum Verstrekkingenpakket medische zorg was de directeur vanaf de aanvang van de extramurale fase van de ISD-maatregel niet verplicht om de kosten van de door klager benodigde tandheelkundige zorg te vergoeden. Dat de directeur dit voor bepaalde kosten toch bleef doen, is in het voordeel van klager geweest. Kennelijk heeft de directeur de tandheelkundige kosten – bij wijze van compromis – zelfs tot 16 december 2021 betaald. Klager stelt dat hij de kosten (wegens een schuld) niet bij zijn zorgverzekeraar kan declareren, maar heeft dit niet (met stukken) onderbouwd. Bovendien kan dit niet zonder meer betekenen dat de tandheelkundige kosten dan voor rekening van de directeur moeten komen. Het feit dat de behandeling van klager nog niet was afgerond, betekent dat evenmin.

Gelet op het voorgaande heeft de beklagrechter het beklag terecht ongegrond verklaard. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagrechter zal worden bevestigd met aanvulling van de gronden. 

 

 

3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden.


Deze uitspraak is op 28 februari 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. M. Iedema, voorzitter, mr.dr. R.S.T. Gaarthuis en mr. L.C.P. Goossens, leden, bijgestaan door mr. M.G. Bikker, secretaris.
 
 
secretaris    27voorzitter
 

Naar boven