Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/32100/GA, 15 december 2023, beroep
Uitspraakdatum:15-12-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/32100/GA
    
            
Betreft    [klager]
Datum    15 december 2023


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel, voor de duur van veertien dagen, in afwachting van bericht van de selectiefunctionaris omtrent klagers overplaatsing naar een andere inrichting, ingaande op          24 mei 2022.

De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Achterhoek te Zutphen heeft op 8 februari 2023 het beklag ongegrond verklaard (OH-2022-167). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. P.T.P. van der Made, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de directeur van de PI Achterhoek (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
De beklagcommissie heeft onvoldoende rekening gehouden met het feit dat klager voorafgaand aan de bestreden beslissing reeds vijftien dagen in afzondering heeft verbleven in verband met een ordemaatregel van 9 mei 2022 en een disciplinaire straf van 10 mei 2022. De directeur had de overplaatsing eerder moeten voorbereiden. Het is onvoldoende duidelijk op welk moment vanuit de inrichting is beslist dat klager niet langer kon blijven en op welk moment hiernaar gehandeld is.

Klager verzoekt om aan hem een tegemoetkoming toe te kennen.

Standpunt van de directeur
De directeur verwijst naar het verweer in de beklagprocedure.

 

3. De beoordeling
Aan klager is op 24 mei 2022 een ordemaatregel opgelegd van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel, voor de duur van veertien dagen. Klager kon door toedoen van zijn gedrag niet worden teruggeplaatst naar de afdeling, nadat een aan hem opgelegde disciplinaire straf was beëindigd. Aan klager is een ordemaatregel opgelegd, zodat kon worden uitgezocht of hij overgeplaatst kon worden. De plaatsing in afzondering heeft feitelijk drie dagen geduurd, want op 27 mei 2022 is klager overplaatst naar de PI Vught.

Op grond van artikel 23, eerste lid, onder a en artikel 24 van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) is de directeur bevoegd om een gedetineerde in afzondering te plaatsen indien dit in het belang is van de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting dan wel van een ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming noodzakelijk is. 

Omdat terugplaatsing van klager naar zijn eigen afdeling niet aan de orde was en eerst onderzoek diende plaats te vinden of een overplaatsing naar een andere inrichting mogelijk was, heeft de directeur naar het oordeel van de beroepscommissie kunnen beslissen klager een ordemaatregel op te leggen. De omstandigheid dat klager tot aan de bestreden beslissing al vijftien dagen in afzondering had verbleven in het kader van een aan hem opgelegde disciplinaire straf, leidt niet tot een ander oordeel. Klager was lopende de tenuitvoerlegging van deze, aan de ordemaatregel voorafgegane disciplinaire straf, niet bereid om uit te leggen waarom hij niet langer in de inrichting kon blijven en wilde geen overplaatsingsverzoek indienen. Verder geldt dat de afzondering uiteindelijk drie dagen heeft geduurd en begrijpt de beroepscommissie uit het verweer van 3 augustus 2022 van de directeur voor de beklagcommissie dat klager is afgezonderd in een gemeubileerde cel met televisie. 

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de beslissing van de directeur niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen.

 

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.


Deze uitspraak is op 15 december 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. D.R. Sonneveldt, voorzitter, mr. A. Jongsma en mr. S.C.M. Wouda-van Velzen, leden, bijgestaan door mr. L.A.E. Rijnja, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven