Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/33041/GA, 13 maart 2024, Beroep
Uitspraakdatum:13-03-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/33041/GA

            
Betreft    [klager]
Datum    13 maart 2024


Uitspraak van de beroepsrechter van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

 

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen:

a.    de omstandigheid dat hij op 19 april 2022 geen beleg aangeboden heeft gekregen 
(VU 2022/525);

b.    de omstandigheid dat hem vanaf 12 april 2022 in het kader van de aan hem opgelegde a-dwangbehandeling medicatie is aangeboden en dat wordt gedreigd met een depot als hij zijn medicatie niet inneemt (VU 2022/526).

 

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught heeft op 23 maart 2023 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klachten. De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepsrechter heeft klager, zijn raadsman mr. H. Külcü en de directeur van de PI Vught in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

 

2. De beoordeling
Voor zover in beroep wordt geklaagd over de termijn voordat de beklagrechter op het beklag heeft beslist, merkt de beroepsrechter op dat het wenselijk is dat voortvarend op een beklag wordt beslist en dat de wettelijke termijn hiervoor in beginsel vier weken is, maar dat de wet, indien dit niet geschiedt, hier geen gevolgen aan verbindt.

Voor zover door klager is geklaagd over de procedure bij de beklagrechter gaat de beroepsrechter hieraan voorbij, nu het beklag in beroep opnieuw ten gronde wordt beoordeeld.

 

Beklag a.
Het niet aanbieden van beleg kan gelijk worden gesteld met een beslissing van de directeur, zoals bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), als sprake is van een beklag met voldoende belang voor de gedetineerde. Daarvan is in beginsel slechts sprake wanneer de directeur volgens de gedetineerde jegens hem “structureel en in belangrijke mate tekortschiet in zijn verzorgende taken” (Kamerstukken II 1994/95, 24 263, nr. 3, p. 76).

Als voldoende belang bij het beklag ontbreekt – wat dus losstaat van de vraag of het feitelijk klopt wat de gedetineerde heeft gesteld – dan moet de gedetineerde niet-ontvankelijk in zijn beklag worden verklaard.

Het gestelde probleem moet zich naar het oordeel van de beroepsrechter (als meest algemene uitgangspunt) in beginsel minimaal drie keer in drie maanden – voorafgaand aan het beklag – hebben voorgedaan, om te kunnen spreken van mogelijk ‘structureel tekortschieten’. Dat is echter mede afhankelijk van de aard en ernst (c.q. belangrijkheid) van het probleem.

Volgens klager heeft hij eenmalig op 19 april 2022 geen beleg aangeboden gekregen. Onder deze omstandigheden kan er naar het oordeel van de beroepsrechter geen sprake zijn geweest van een structurele en belangrijke tekortkoming in de verzorgende taken van de directeur. Klager heeft dan ook onvoldoende belang bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beklag. De beklagrechter heeft klager daarom terecht niet-ontvankelijk verklaard in beklag a.

 

Beklag b.
Naar het oordeel van de beroepsrechter moet hetgeen waarover klager zich beklaagt worden aangemerkt als feitelijk handelen in het kader van de uitvoering van de aan klager opgelegde a-dwangbehandeling. Dit betreft geen beklagwaardige beslissing van de directeur als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw (vergelijk RSJ 22 juli 2020, R-20/7179/GA). De beroepsrechter heeft klager daarom terecht niet-ontvankelijk verklaard in beklag b.

 

 

3. De uitspraak
De beroepsrechter verklaart het beroep inzake beklag a. ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter met wijziging van de gronden.
De beroepsrechter verklaart het beroep inzake beklag b. ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden.


Deze uitspraak is op 13 maart 2024 gedaan door mr. D.R. Sonneveldt, beroepsrechter, bijgestaan door mr. L.M. Uljee, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven