Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/35221/GA, 21 november 2023, beroep
Uitspraakdatum:21-11-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/35221/GA
    
            
Betreft    [klager]
Datum    21 november 2023


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen de beslissing om klager gedurende het dagprogramma niet te laten beschikken over een beveiligde laptop waarop hij zijn strafdossier kan raadplegen.

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Sittard heeft op 19 juli 2023 het beklag ongegrond verklaard (G-2023-604). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. T.S. van der Horst, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en […], juridisch medewerker bij de PI Sittard, gehoord op de digitale zitting van        20 oktober 2023.
Mr. F.H.J. van Gaal, lid van de RSJ, was als toehoorder aanwezig.

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klager heeft de beschikking gekregen over een laptop om zijn strafzaak te kunnen voorbereiden. Overdag moet hij de laptop echter inleveren. Zodoende wordt hij onevenredig beperkt in zijn fundamentele recht om zich adequaat voor te bereiden op zijn strafzaak. De directeur voldoet niet aan de op hem rustende inspanningsverplichting (RSJ 18 maart 2014, 13/3383/GA e.v.). Over het inleveren van de laptop is in de huisregels van de PI Sittard niets bepaald noch in de schriftelijke overeenkomst die klager heeft getekend voor het gebruik van de laptop. Hierin staat dat niemand anders dan klager de laptop mag gebruiken. Klager neemt deze afspraken serieus en is verantwoordelijk voor het naleven daarvan. 

Op de momenten dat klager (vanwege personeelstekort) niet deelneemt aan het dagprogramma is zijn celdeur weliswaar geopend, maar dan zijn medegedetineerden niet op de afdeling aanwezig. Ook in de situatie dat de celdeur van klager wél open is, terwijl hij niet op de afdeling verblijft, kan met een minder ingrijpend alternatief worden volstaan, zoals het inleveren van de laptop bij het personeel. Vanwege risico’s op diefstal doet elke gedetineerde sowieso zijn celdeur dicht als hij niet op de afdeling is. Door personeelstekort wordt klager op verschillende momenten tijdens het dagprogramma ingesloten. Ook dan krijgt hij de laptop desgevraagd niet uitgereikt. In inrichtingen waar klager eerder verbleef, mocht hij de gehele dag over de laptop beschikken. De door de directeur gestelde veiligheidsredenen lijken een gelegenheidsargument te zijn. Omdat één gedetineerde zich niet aan de regels hield, zijn de regels over het gebruik van een laptop aangescherpt. 

De beklagrechter heeft een te beperkte uitleg gegeven van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) door (impliciet) te veronderstellen dat klager niet meer tijd nodig heeft om de dossierstukken eigen te maken dan dagelijks tussen 17:00 en 07:00 uur. Dit is onrealistisch en onredelijk, omdat klager een niet-professionele procesdeelnemer is en vanwege de omvang en complexiteit van de strafrechtelijke dossiers waarin hij als verdachte is aangemerkt. Alles met de hand opschrijven, is onpraktisch en onrealistisch.

Klager geeft de beroepscommissie toestemming voor inzage in de genoemde strafdossiers (zo’n 15.000 pagina’s), indien en voor zover de beroepscommissie de omvang van de dossierstukken wenst te beoordelen. Klager verzoekt hem een tegemoetkoming toe te kennen. 

Standpunt van de directeur
Het is algemeen beleid in de inrichting dat een gedetineerde de aan hem beschikbaar gestelde laptop niet in zijn cel mag houden als de deuren van de afdeling open zijn. Klager kan gebruikmaken van de laptop tussen 16:30 en 07:00 uur. Het staat hem daarnaast vrij om een gedeelte van zijn strafdossier op papier te ontvangen. Ook kan hij een ‘werk usb-stick’ krijgen, zodat hij niet alles hoeft op te schrijven.

Het komt regelmatig voor dat een gedetineerde een laptop in zijn cel mag houden. Daar komt bij dat klager op veel momenten meedoet met het dagprogramma. De laptop wordt, als deze wordt ingenomen, op de teamkamer bewaard. Een penitentiaire inrichtingswerker moet de laptop dan telkens weer ophalen en wegbrengen. Het is dan ook praktisch niet mogelijk om elke beschikbaar gestelde laptop in de gaten te houden op een afdeling waar wel zestig gedetineerden verblijven.

 

3. De beoordeling
Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie heeft de directeur een inspannings¬verplichting om een gedetineerde, in daarvoor in aanmerking komende gevallen, in staat te stellen zich op de behandeling van zijn strafzaak voor te bereiden met behulp van daartoe geëigende middelen, zoals een laptop (RSJ 29 januari 2009, 08/2031/GA en RSJ 18 maart 2014, 13/3383/GA e.v.).

Aan klager is een beveiligde laptop ter beschikking gesteld waarmee hij zijn strafdossiers kan raadplegen. Het staat niet ter discussie dat deze dossiers omvangrijk zijn. Klager moet de laptop overdag inleveren. Volgens de directeur is dit om veiligheidsredenen, aangezien klagers celdeur gedurende het dagprogramma is geopend. Ook spelen praktische aspecten mee.

De directeur heeft zijn beslissing om klager alleen buiten de dagprogramma-uren om te laten beschikken over de laptop, uitsluitend gebaseerd op de algemeen geldende veiligheidsregels (en daarbij meespelende praktische aspecten). Klager stelt echter onweersproken dat de huidige situatie, vanwege de omvang en complexiteit van de strafdossiers, niet toereikend is en dat hij onvoldoende gelegenheid heeft om zijn strafzaak voor te bereiden. Daarbij komt in de (ter zitting) door partijen ingenomen standpunten naar voren dat er gedurende het dagprogramma momenten zijn waarop klager (alleen) op de afdeling verblijft. 

De beroepscommissie is, tegen de achtergrond van het voorgaande, van oordeel dat de directeur zich in dit geval onvoldoende heeft ingespannen om klager in staat te stellen zich voor te bereiden op zijn stafzaak. De algemeen door de directeur gestelde onmogelijkheid om de laptop tijdens het gehele dagprogramma ter beschikking te stellen is op zichzelf beschouwd niet onbegrijpelijk, maar maakt niet inzichtelijk of er specifiek voor klager een ‘tussenweg’ mogelijk is. Niet is gebleken dat de directeur heeft gezocht naar mogelijkheden om klager, bijvoorbeeld op bepaalde vooraf afgesproken momenten, gedurende het dagprogramma gebruik te laten maken van de laptop. Dit had in de gegeven omstandigheden wel op de weg van de directeur gelegen.

Gelet op het voorgaande heeft de directeur zijn beslissing, om klager gedurende het dagprogramma niet te laten beschikken over een beveiligde laptop, onvoldoende gemotiveerd. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren.

De beroepscommissie zal verder de beslissing van de directeur vernietigen en de directeur opdragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.

 

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij vernietigt de beslissing waarover is geklaagd en draagt de directeur op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.


Deze uitspraak is op 21 november 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. F. Sieders, voorzitter, F. van Dekken en drs. M.R. van Veen, leden, bijgestaan door mr. M.G. Bikker, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven