Nummer 21/24441/GA
Betreft [.....]
Datum 31 oktober 2023
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [.......] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen het niet op 17 oktober 2021 uit quarantaine worden geplaatst.
De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Grave heeft op 23 november 2021 het beklag ongegrond verklaard (GO 2021/581). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.
Klagers raadsman, mr. M.A. Prins, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de directeur van de PI Grave (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
De eerste dag waarop klager in quarantaine verbleef telde al mee. Klager had op 16 oktober 2021 al getest moeten worden. Klager heeft een dag te lang in afzondering verbleven. Ten aanzien van de berekening van de duur van voorlopige hechtenis wordt ook gekeken naar dagen, waarbij de eerste dag al als een volle dag wordt gerekend.
Klager verzoekt om aan hem een tegemoetkoming toe te kennen.
Standpunt van de directeur
De directeur persisteert bij het verweerschrift in beklag.
3. De beoordeling
Volgens de Brief van de Minister voor Rechtsbescherming van 18 juni 2021 (Kamerstukken II 2020/2021, 24 587, nr. 803) werden gedetineerden bij binnenkomst voor vijf dagen in quarantaine geplaatst. De beroepscommissie overweegt dat volgens de destijds geldende richtlijnen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, de eerste dag van een corona quarantaine dag 0 is. Klager is op 17 oktober 2021 (dag 5) getest en nadat de test negatief was is hij de volgende ochtend op 18 oktober 2021 uit quarantaine geplaatst. De ordemaatregel is echter opgelegd op 12 oktober 2021 met als einddatum 17 oktober 2021. Klager heeft dus een dag langer in quarantaine gezeten dan in de beschikking is vermeld. Daarom zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. De beroepscommissie zal aan klager een tegemoetkoming toekennen van €7,50.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €7,50.
Deze uitspraak is op 31 oktober 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.R. Sonneveldt, voorzitter, mr. E. Dinjens en mr. A.M.G. Smit, leden, bijgestaan door mr. A. Laagland, secretaris.
secretaris voorzitter